5.1.1.Standpunt officier van justitie en standpunt verdediging
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van witwassen. Gelet op de hoogte van het in de woning van de verdachte in beslag genomen geldbedrag, in combinatie met het onverklaarbare vermogen van de verdachte (en zijn echtgenote [naam] ), hadden zij geen toereikende legale inkomsten voor de aangetroffen goederen en is sprake van een vermoeden van witwassen. De verklaring van de verdachte over de herkomst van het geld, de auto’s en het horloge is onaannemelijk en niet verifieerbaar. Het kan dan ook niet anders dan dat die voorwerpen afkomstig zijn uit enig misdrijf.
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte moet worden vrijgesproken van witwassen, omdat de onder de verdachte in beslag genomen voorwerpen niet van een misdrijf afkomstig zijn. De verdachte heeft het geld van zijn familieleden gekregen dan wel geleend en heeft daarnaast contant geld gespaard uit inkomsten van zijn betaalde baan, uit autohandel en uit schade-uitkeringen die hij heeft ontvangen. Een groot deel van het aangetroffen geld is afkomstig uit giften (ca. € 35.000,-) voor zijn bruiloft. Het horloge heeft hij van zijn vrouw gekregen, die dit betaalde uit een aanbetaling van een verkochte auto. Het geld in de kluis (€ 5.000,-) bewaarde hij voor zijn moeder. De verklaringen van de verdachte zijn concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand onaannemelijk. Het onderzoek van het Openbaar Ministerie, voor zover dat is gedaan, is ontoereikend als bewijs voor witwassen.
5.1.2.Beoordeling
Geen direct bewijs voor specifiek gronddelict
Het onderhavige strafrechtelijke onderzoek ‘Circulatie’ betreft een in 2017 gestart grootschalig onderzoek gericht op ambtelijke corruptie, door- en invoer van verdovende middelen in de Rotterdamse haven en witwassen door meerdere medewerkers van de douane. Het omvangrijke dossier bevat onder meer een TCI-melding, waaruit blijkt dat douanemedewerkers - onder wie de verdachte - tegen betaling aan onbevoegden toegang zouden hebben verschaft tot het haventerrein in verband met drugstransporten. Het dossier bevat daarnaast tapgesprekken en observaties, waaruit blijkt dat er contact is geweest tussen de verdachte en zijn medeverdachten [naam medeverdachte 1] en [naam medeverdachte 2] , toen beiden eveneens werkzaam bij de douane.
Het voorgaande is aanleiding geweest tot een uitgebreid opsporingsonderzoek. Op basis hiervan heeft het Openbaar Ministerie onvoldoende aanleiding gezien voor verdere vervolging van de verdachte voor ambtelijke corruptie en betrokkenheid bij drugshandel. Ook de rechtbank ziet op basis van het dossier onvoldoende aanwijzingen voor betrokkenheid van de verdachte bij een concreet zogenoemd gronddelict.
Voorhanden hebben
Op 16 januari 2019 is de woning van de verdachte doorzocht. In de woning is € 70.000,- contant geld aangetroffen in een tas in de slaapkamer van de verdachte. Dit geld bestond uit biljetten van € 50,-, die geseald waren verpakt. Verder is in de tas van de echtgenote van de verdachte een contant geldbedrag van € 1.375,- aangetroffen. Daarnaast is een Rolex horloge aangetroffen en stonden er een Volkswagen Tiguan (kenteken [kentekennummer 1] ) en een Alfa Romeo (kenteken [kentekennummer 2] ) bij de woning. Tijdens de doorzoeking is ook een sleutel aangetroffen met nummer [nummer] , passend op een kluis van ‘De Nederlandse Kluis’ (DNK) die werd gehuurd door de verdachte. Bij doorzoeking van deze kluis werd diezelfde dag een contant geldbedrag aangetroffen van € 5.000,-. Al deze voorwerpen zijn die dag in beslag genomen. De verdachte heeft desgevraagd verklaard dat deze voorwerpen van hem en/of zijn echtgenote waren; het geldbedrag in de kluis bewaarde hij naar eigen zeggen voor zijn moeder. Hiermee staat vast dat de verdachte het geld, de auto’s en het horloge in de ten laste gelegde periode voorhanden heeft gehad.
Juridisch kader witwassen
Zoals uit het voorgaande volgt is op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband te leggen tussen de bij de verdachte aangetroffen voorwerpen en een bepaald misdrijf. Naar vaste rechtspraak kan toch bewezen worden verklaard dat voorwerpen “uit enig misdrijf” afkomstig zijn, als het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat de voorwerpen uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Als de vastgestelde feiten en omstandigheden zonder meer een vermoeden van witwassen rechtvaardigen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen. Zodanige verklaring moet concreet en min of meer verifieerbaar zijn en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk. Indien de verdachte voormelde verklaring geeft, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie nader onderzoek te doen naar die verklaring.
Vermoeden van witwassen
In het FIOD-onderzoek naar de contante inkomsten en uitgaven van de verdachte en zijn echtgenote in de periode van 2014 tot en met 2018, wordt geconcludeerd dat sprake is van een onverklaarbaar vermogen van € 115.567,50. In combinatie met het aantreffen van een aanzienlijk contant geldbedrag in de slaapkamer van de woning van verdachte en ook gelet op de wijze waarop het in de tas aangetroffen geld was verpakt, is de rechtbank van oordeel dat het vermoeden gerechtvaardigd is dat de op de beslaglijst vermelde voorwerpen (geld, auto’s en Rolex horloge) uit enig misdrijf afkomstig zijn. Ten aanzien van dit grote contante geldbedrag en de overige luxe goederen lag immers niet direct een legale economische verklaring voor, zodat van de verdachte mag worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van de voorwerpen.
Verdere beoordeling
De verdachte heeft zowel bij de politie als ter terechtzitting uitvoerig verklaard over de herkomst van het geld, het horloge en de auto’s en heeft daarbij veel details genoemd die zo nodig aanknopingspunten kunnen bieden voor nader onderzoek. Ter onderbouwing van zijn verklaring zijn op verzoek van de verdachte getuigen gehoord bij de rechter-commissaris en zijn door de verdediging stukken overgelegd (een dvd van het huwelijk van de verdachte in 2011, rekeningafschriften uit de periode 2011-2013, bewijsstukken van ontvangen verzekeringsuitkeringen en stukken met betrekking tot de handel in (schade)auto’s).
Geld kluis
De verdachte heeft verklaard dat het contante geldbedrag van € 5.000,- dat is aangetroffen in de kluis van DNK, van zijn moeder is. Ook zijn echtgenote heeft dat (ongevraagd) verklaard tijdens de doorzoeking van de woning. Zowel de moeder als de echtgenote van de verdachte hebben dit daarna onder ede bij de rechter-commissaris bevestigd.
De rechtbank acht die verklaringen concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onaannemelijk. Het Openbaar Ministerie heeft geen nader onderzoek gedaan naar de herkomst van dit geldbedrag, zodat de verdachte van dit deel van de tenlastelegging wordt vrijgesproken.
Geld woning, auto’s en horloge
De verdachte heeft verklaard dat het in de slaapkamer aangetroffen geld bestemd was voor de opzet van een eigen bedrijf. In zijn cultuur is het volgens de verdachte niet ongebruikelijk om contant geld te sparen. Om het geld thuis in een kluis te kunnen opbergen, heeft hij het met een keukenapparaat vacuüm geseald. Een deel van het geld was afkomstig uit giften bij diverse familieaangelegenheden (huwelijk in 2011, geboortes van zijn kinderen, besnijdenis van zijn zoon) en uit leningen/schenkingen van zijn moeder en van een aangetrouwde oom. De verdachte heeft verder verklaard dat hij altijd betaald werk heeft gehad en in 2004/2005 is begonnen met het sparen van contant geld. Hij woonde in deze periode bij zijn ouders en had daardoor wel inkomsten, maar weinig uitgaven. Anders dan bij het financieel onderzoek als uitgangspunt is genomen, bedroeg het beginsaldo van het gespaarde geld in 2014 daarom niet nul, aldus de verdachte. Hij heeft een bedrag van naar schatting € 25.000,- verdiend met de handel in auto’s en heeft na een auto-ongeluk in de jaren tot 2014 diverse schade-uitkeringen ontvangen voor een totaalbedrag van ongeveer € 35.000,-. Vanaf 2011 heeft de verdachte meermalen contant geld opgenomen van zijn bankrekening.
De in beslag genomen Volkswagen Tiguan van zijn echtgenote betrof een in Duitsland gekochte schade-auto die de verdachte met zijn zwager heeft geruild voor een andere auto. De Alfa Romeo heeft de verdachte gekocht en cash betaald bij een executoriale verkoop. Het in beslag genomen Rolex horloge betreft een cadeau van zijn echtgenote. Zij heeft dit voor hem gekocht voor een bedrag van € 9.000,- en gebruikte daarvoor de aanbetaling van de verkoop van een auto. Het geld dat in de tas van zijn echtgenote is aangetroffen, is haar eigendom en is volgens de verdachte evenmin uit misdrijf afkomstig.
De echtgenote en de moeder van de verdachte hebben bij het verhoor door de rechter-commissaris de verklaring van de verdachte bevestigd dat hij over spaargeld beschikte uit onder meer giften, verzekeringsuitkeringen en een lening. Door de verdediging overgelegde stukken ondersteunen de verklaringen van de verdachte met betrekking tot de geldlening van een oom en zijn verdiensten uit de handel in auto’s. Uit de overgelegde bankafschriften blijkt dat door de verdachte en zijn echtgenote tussen 2011 en 2013 contante geldopnames zijn gedaan voor een bedrag van ongeveer € 55.000,-. Dit ondersteunt de verklaring van de verdachte dat hij in 2014 over contant spaargeld kon beschikken.
De door de verdachte overgelegde dvd van zijn huwelijk, waaruit zou blijken dat hij bij deze plechtigheid een aanzienlijk geldbedrag aan giften zou hebben ontvangen, is door de FIOD niet betrokken bij het financieel onderzoek.
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte een concrete, min of meer verifieerbare en niet opvoorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring heeft gegeven over de herkomst van de in beslag genomen voorwerpen, waaruit zou volgen dat deze niet van misdrijf afkomstig zijn. De verklaringen van de verdachte en de daarbij overgelegde stukken bieden naar het oordeel van de rechtbank op belangrijke onderdelen voldoende aanknopingspunten voor nader onderzoek. Nu een dergelijk onderzoek achterwege is gebleven, bevat het dossier onvoldoende bewijs dat de voorwerpen op de tenlastelegging uit enig misdrijf afkomstig zijn.
Conclusie
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, zodat hij hiervan moet worden vrijgesproken.