ECLI:NL:RBROT:2022:5586

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 april 2022
Publicatiedatum
11 juli 2022
Zaaknummer
10/740487-16
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorbereiding invoer van cocaïne met betrokkenheid van meerdere verdachten

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 april 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij de voorbereiding van de invoer van 202 kilogram cocaïne. De verdachte, geboren op een onbekende locatie en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd beschuldigd van het opzettelijk binnenbrengen van cocaïne in Nederland. Tijdens de zitting op 14 april 2022 werd het bewijs tegen de verdachte besproken, waaronder foto's op zijn in beslag genomen telefoon die verband hielden met de container waarin de cocaïne was verstopt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet kon worden bewezen dat hij betrokken was bij de invoer van de cocaïne, en sprak hem vrij van de primair en subsidiair ten laste gelegde feiten. Echter, de rechtbank concludeerde dat de verdachte wel degelijk betrokken was bij voorbereidingshandelingen voor de invoer van de cocaïne, en verklaarde hem schuldig aan het meer subsidiair ten laste gelegde feit. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 16 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit was begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de drugshandel, ook in de voorbereidende fase, streng bestraft dient te worden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/740487-16
Datum uitspraak: 28 april 2022
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
niet ingeschreven in de basisregistratie personen,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 14 april 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
Het onder 2 ten laste gelegde wordt aangemerkt als een kennelijke misslag en zal in dit vonnis verder onbesproken worden gelaten.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S. Sondermeijer heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 42 maanden met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

Vrijspraak (feit 1 primair en subsidiair)
Standpunt officier van justitie
Aangevoerd is dat de onder 1 primair ten laste gelegde invoer van 202 kg cocaïne kan worden bewezen. Op de onder de verdachte in beslag genomen Samsung telefoon zijn afbeeldingen van 2 oktober 2016 aangetroffen van de (originele verzegeling van de) container [containernummer] . De verdachte heeft dus reeds op 2 oktober 2016, voordat de cocaïne in de haven uit de container is gehaald, contact gehad met anderen over (invoer van) de container. De verdachte heeft dan ook invoer gerelateerde handelingen verricht.
Beoordeling
Op de in beslag genomen Samsung telefoon van de verdachte zijn afbeeldingen van 2 oktober 2016 met betrekking tot de container aangetroffen. Op basis van (enkel) die afbeeldingen kan niet worden bewezen dat de verdachte, samen met anderen, betrokken is geweest bij de (poging tot) invoer van de cocaïne en dat hij daaraan een wezenlijke bijdrage heeft geleverd. De verdachte wordt vrijgesproken van het onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde.
Bewijsoverweging (feit 1 meer subsidiair)
Uit de bewijsmiddelen leidt de rechtbank het volgende af.
Feitelijke invoer
Op 25 oktober 2016 is een uit Brazilië afkomstige container gelost in Rotterdam. In deze container zat in zwarte vaten 202 kilo cocaïne. De cocaïne is uit de container gehaald waarna de container weer is verzegeld en teruggeplaatst in het stack op de ECT-terminal.
Betrokkenheid bij en wetenschap van de invoer van de cocaïne
In de vroege ochtend van 28 oktober 2016 zat de verdachte samen met twee medeverdachten in een bestelauto op de ECT-terminal. De medeverdachte [naam medeverdachte] was de bestuurder, de mede inzittende [naam 1] was de bijrijder en in de laadruimte van de auto zat de verdachte. [naam medeverdachte] had een portkey in zijn hand die op naam stond van een derde ( [naam 2] ). Deze portkey geeft en gaf die ochtend toegang tot het terrein van de ECT terminal. In de laadruimte van de bestelauto lagen twee handbagage trolleys waarvan in één een kniptang zat, acht nieuwe lege zwarte sporttassen en klimgerei (spanbanden).
In de telefoon die de verdachte in de auto bij zich had waren foto’s opgeslagen. Onder andere een foto van de container, een foto van het zegel dat initieel op de container heeft gezeten, foto’s van in september en begin oktober 2016 gedateerde documenten met betrekking tot de container en foto’s van zwarte vaten soortgelijk aan die door de douane in de container zijn aangetroffen en waarin de cocaïne was verpakt. Bij het stack waar de container was teruggeplaatst is een sigarettenpeuk aangetroffen met daarop DNA sporen van de medeverdachte [naam 1] . Op die plek is ook het teruggeplaatste zegel kapot aangetroffen evenals zes deksels van de vaten uit de container met daarop werktuigsporen. De werktuigsporen op die deksels zijn - zeer waarschijnlijk - veroorzaakt door de kniptang uit de bestelauto. Onder [naam 1] is verder een Nokia telefoon in beslaggenomen. Op die telefoon is op 28 oktober 2016 een sms binnengekomen van ene [naam 3] met daarin de tekst ‘bel me als je in de steck bent’.
Conclusie
Op grond bovengenoemde feiten en omstandigheden kan de conclusie worden getrokken dat de verdachte en zijn medeverdachten betrokken zijn geweest bij het openen van de container en de vaten waarin de cocaïne was verpakt. De verdachte had dus wetenschap van de cocaïne. Het handelen van de verdachte was gericht op het verdere vervoer van de cocaïne. De verdachte heeft daarmee in vereniging voorbereidingshandelingen verricht gericht op de (verlengde) invoer van de cocaïne.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
meer subsidiair
hij in de periode van 2 oktober 2016 tot en met 28 oktober 2016 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en binnen het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 202 kilogram cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • zich en anderen gelegenheid, middelen en inlichtingen tot het plegen van die feiten heeft getracht te verschaffen, en
  • voorwerpen en vervoermiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit;
hebbende hij, verdachte en zijn, mededaders tezamen en in vereniging met elkaar opzettelijk:
  • met een niet op
  • onbevoegd in een voertuig het terrein van de
  • mobiele telefoons voorhanden gehad en
  • op een mobiele telefoon foto’s van de achterzijde van de container voorzien van containernummer [containernummer] en een Equipment Interchange receipt met daarop het containernummer [containernummer] met de datum 26-09-2016 en de vermelding porto Santos en een foto van een computerbeeldscherm met daarop trackinggegevens van container [containernummer] met de vermelding van locatie Santos, SP, BR en de datum 01/10/2016 en een foto van een gele containerzegel, voorzien van het nummer [nummer] , voorhanden gehad en
  • de verzegeling van de container, voorzien van het containernummer [containernummer] , verwijderd, en
  • rolkoffers en sporttassen en een kniptang en een klimuitrusting voorhanden gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet ook daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
1.
meer subsidiair
medeplegen van om een feit bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden of te bevorderen, een ander trachten te bewegen om daartoe gelegenheid en middelen en inlichtingen te verschaffen en voorwerpen en vervoermiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
De verdachte heeft met anderen de invoer van 202 kilogram cocaïne voorbereid. Op 26 oktober 2016 is in de haven van Rotterdam een container met in vaten verstopte pakketten cocaïne gelost. De douanemedewerkers hebben de pakketten met cocaïne verwijderd en hebben de container vervolgens geprepareerd voor aflevering. Samen met anderen heeft de verdachte op 28 oktober 2016 de verzegeling van de container verwijderd en de vaten geopend. Door op een dergelijke manier te handelen heeft de verdachte een bijdrage geleverd aan de voorbereiding van het verdere vervoer van 202 kilogram cocaïne. Het is algemeen bekend dat harddrugs een gevaar voor de volksgezondheid opleveren. Het gebruik ervan is bovendien bezwarend voor de samenleving, onder andere door de daarmee gepaard gaande criminaliteit. Door de strafbaarstelling van voorbereidingshandelingen en het daarop gestelde wettelijke strafmaximum is tot uiting gebracht dat de drugshandel, ook indien deze zich nog in de voorbereidende fase bevindt, streng dient te worden bestraft.
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
22 maart 2022, waaruit blijkt dat de verdachte (in Nederland) niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
Gelet op de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd en de straffen die zijn opgelegd in de vonnissen van de medeverdachten. In het voordeel van de verdachte heeft de rechtbank rekening gehouden met het lange tijdsverloop sinds de aanhouding van de verdachte en de uiteindelijke behandeling ter terechtzitting.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a,14b, 14c en 47 van het Wetboek van Strafrecht en artikel 10a van de Opiumwet.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 meer subsidiair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 16 (zestien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
6 (zes) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig zal maken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. J. van der Groen, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en M. Zoethout, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A-L.H. Wilkens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 april 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2016 tot en met 28 oktober 2016 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld
in artikel 1 lid 4 van de Opiumwet) ongeveer 202 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I;
subsidiair, voor zover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2016 tot en met 28 oktober 2016 te Rotterdam en/of Cubatao en/of Santos, althans in Nederland en/of Brazilië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem en/of zijn medeverdachten voorgenomen misdrijf om opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland te brengen en/of vervoeren van ongeveer 202 kilogram cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in
de bij de Opiumwet behorende lijst I,
  • met een niet op zijn naam gestelde toegangspas (port key) die toegang gaf tot het terrein van de ECT Delta Terminal Maasvlakte en tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) niet gerechtigd was/waren, zich de toegang heeft/hebben verschaft tot voornoemde Terminal, en/of
  • (onbevoegd) in een voertuig (een Opel Combo, kenteken [kentekennummer] ) het terrein van de Delta Terminal Maasvlakte is/zijn opgereden, althans heeft/hebben betreden, en/of
  • afspraken heeft/hebben gemaakt en/of informatie heeft/hebben uitgewisseld met één of meer van zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne, en/of
  • een of meer mobiele telefoon(s) voorhanden heeft/hebben gehad en/of
  • (op voornoemde mobiele telefoon(s)) een of meer foto('s) van de achterzijde van de container voorzien van containernummer [containernummer] en/of een Equipment Interchange receipt met daarop het containernummer [containernummer] met de datum 26-09-2016 en de vermelding porto Santos en/of een Ticket de Agendamento met daarop gegevens betreffende de container [containernummer] en/of een foto van een computerbeeldscherm met daarop trackinggegevens van container [containernummer] met de vermelding van locatie Santos, SP, BR en de datum 01/10/2016 en/of een foto van een gele containerzegel, voorzien van het nummer [nummer] , voorhanden heeft/hebben gehad en/of
  • telefonisch en/of per sms contact heeft/hebben gehouden met één of meer (mede)dader(s) en/of
  • de verzegeling van de container, voorzien van het containernummer [containernummer] , heeft/hebben verwijderd, en/of
  • een of meer rolkoffer(s) en/of sporttas(s)(en) en/of een kniptang en/of een klimuitrusting voorhanden heeft/hebben gehad,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
meer subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 01 september 2016 tot en met 28 oktober 2016 te Rotterdam en/of Cubatao en/of Santos, althans in Nederland en/of Brazilië, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet,
te weten het opzettelijk bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 202 kilogram cocaïne, in elk geval een (handels)hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
  • een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
  • zich en/of (een) ander(en) gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, en/of
  • voorwerpen en/of vervoermiddelen en/of stoffen en/of gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van het hierboven bedoelde feit;
hebbende hij, verdachte, en/of (een of meer van) zijn, verdachtes, mededader(s) tezamen en in vereniging met elkaar, althans ieder voor zich, toen en daar opzettelijk:
  • met een niet op zijn naam gestelde toegangspas (port key) die toegang gaf tot het terrein van de EGT Delta Terminal Maasvlakte en tot welk gebruik hij, verdachte, en/of zijn medeverdachte(n) niet gerechtigd was/waren, zich de toegang verschaft tot voornoemde Terminal, en/of
  • (onbevoegd) in een voertuig (een Opel Combo, kenteken [kentekennummer] ) het terrein van de Delta Terminal Maasvlakte opgereden, althans heeft/hebben betreden, en/of
  • afspraken gemaakt en/of informatie uitgewisseld met één of meer van zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van die cocaïne, en/of
  • een of meer mobiele telefoon(s) voorhanden gehad en/of
  • (op voornoemde mobiele telefoon(s)) een of meer foto('s) van de achterzijde van de container voorzien van containernummer [containernummer] en/of een Equipment Interchange receipt met daarop het containernummer [containernummer] met de datum 26-09-2016 en de vermelding porto Santos en/of een Ticket de Agendamento met daarop gegevens betreffende de container [containernummer] en/of een foto van een computerbeeldscherm met daarop trackinggegevens van container [containernummer] met de vermelding van locatie Santos, SP, BR en de datum 01/10/2016 en/of een foto van een gele containerzegel, voorzien van het nummer [nummer] , voorhanden gehad en/of
  • telefonisch en/of per sms contact gehouden met één of meer (mede)dader(s) en/of
  • de verzegeling van de container, voorzien van het containernummer [containernummer] , verwijderd, en/of
  • een of meer rolkoffer(s) en/of sporttas(s)(en) en/of een kniptang en/of een klimuitrusting voorhanden gehad;
2.
- contacten onderhouden en/of afspraken gemaakt en/of informatie
uitgewisseld met één of meer van zijn/hun mededader(s) met betrekking tot het
invoeren en/of afleveren en/of uithalen en/of verstrekken en/of vervoeren van
die cocaïne, en/of
- een of meer mobiele telefoon(s) voorhanden gehad en/of
- ( op voornoemde mobiele telefoon(s)) een of meer foto('s) en/of gegevens
betreffende de positieve container (te weten een foto van de achterzijde van
de (positieve) container voorzien van containernummer [containernummer] ' en/of
een 'Equipment Interchange receipt met daarop het containernummer [containernummer]
met de datum 26-09-2016 en de vermelding porto Santos' en/of een
'Ticket de Agendamento met daarop gegevens betreffende de container [containernummer]
' en/of 'een foto van een computerbeeldscherm met daarop
trackinggegevens van container [containernummer] met de vermelding van locatie
Santos, SP, BR en de datum 01/10/2016' en/of 'een foto van een gele
containerzegel, voorzien van het nummer [nummer] '), voorhanden gehad en/of
- ( onbevoegd) met een niet op verdachtes naam gestelde toegangspas (port key)
die toegang gaf tot het terrein van de Delta Terminal Maasvlakte, het
terrein betreden in een voertuig (een auto Opel Combo, kenteken [kentekennummer] ) en/of
- telefonisch en/of per sms contact gehouden met één of meer (mede)dader(s)
en/of
- de verzegeling van de container, voorzien van het containernummer [containernummer]
, verwijderd, en/of
- een of meer rolkoffer(s) en/of sporttas(s)(en) en/of een kniptang en/of een
klimuitrusting voorhanden gehad.