ECLI:NL:RBROT:2022:5491

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 juni 2022
Publicatiedatum
6 juli 2022
Zaaknummer
C/10/639386 / JE RK 22-1315
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de machtiging voor gesloten jeugdhulp voor de minderjarige [naam kind]. De zaak werd behandeld naar aanleiding van een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die aangaf dat er een noodzaak was voor jeugdhulp en verblijf in een gesloten accommodatie. De minderjarige, geboren in 2012, verblijft momenteel bij Horizon, locatie Bergse Bos, waar hij positieve stappen maakt in zijn ontwikkeling, maar nog steeds intensieve zorg nodig heeft.

De moeder van [naam kind] heeft ingestemd met het verzoek van de GI, waarbij zij benadrukte dat het belangrijk is dat [naam kind] bij Bergse Bos kan blijven, gezien de goede band die hij daar heeft opgebouwd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de jeugdhulp noodzakelijk is vanwege ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van [naam kind] belemmeren. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd voor de duur van twaalf maanden en de machtiging voor gesloten jeugdhulp verleend van 25 juni 2022 tot 25 december 2022.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling aangegeven dat er nog geen passende vervolgsetting voor [naam kind] is gevonden, wat de continuïteit van zijn behandeling en begeleiding in gevaar kan brengen. Alle betrokkenen zijn het erover eens dat een langer verblijf bij Bergse Bos voorlopig in het belang van [naam kind] is. De kinderrechter hoopt dat er snel een oplossing komt voor een geschikte plek waar [naam kind] kan opgroeien met de benodigde zorg en genegenheid. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en is schriftelijk vastgesteld op 5 juli 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Jeugdrecht
Zaaknummer: C/10/639386 / JE RK 22-1315
Datum uitspraak: 24 juni 2022
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling en een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[naam kind],

geboren op [geboortedatum kind] 2012 te [geboorteplaats kind], hierna te noemen: [naam kind],
advocaat: mr. R.I. van Haneghem, kantoorhoudende te Rotterdam.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[naam moeder],

hierna te noemen: de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 21 april 2022, ingekomen bij de griffie op 7 juni 2022;
  • de verklaring van 21 april 2022 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
  • de instemmende verklaring van 20 juni 2022 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 24 juni 2022 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
  • de moeder;
  • de advocaat van [naam kind];
  • een vertegenwoordiger van de GI, [naam].
De minderjarige [naam kind] is een dag voor de zitting op locatie Bergse Bos apart gehoord in het bijzijn van mr. Pennings, namens mr. Van Haneghem.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind] wordt uitgeoefend door de moeder.
[naam kind] verblijft bij Horizon, locatie Bergse Bos.
Bij beschikking van 25 juni 2019 is [naam kind] onder toezicht gesteld. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst op 15 juni 2021 tot 25 juni 2022.
Bij beschikking van 13 december 2021 is een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verleend tot 25 juni 2022.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind] te verlengen voor de duur van een jaar. Tevens verzoekt de GI een machtiging om [naam kind] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt toegelicht.
[naam kind] doet het goed bij Bergse Bos. Dankzij de psychomotorische therapie zet hij stapjes vooruit. Het gedrag van [naam kind] vraagt nog wel veel expertise. Hij heeft een kleine setting en een liefdevolle omgeving nodig. De GI heeft nog geen gezinshuis bereid gevonden om [naam kind] op te vangen. De moeder heeft aangegeven op zoek te zijn naar een grotere woning. Onderzocht moet worden of een (gedeeltelijke) thuisplaatsing dan misschien weer mogelijk is.

Het standpunt van de belanghebbende

De moeder heeft ter zitting ingestemd met het verzoek van de GI. Het is belangrijk dat [naam kind] bij Bergse Bos kan blijven, omdat hij daar een goede band heeft opgebouwd met de begeleiding. In de tussentijd moet onderzocht worden of een thuisplaatsing van [naam kind] met de nodige hulpverlening op termijn mogelijk is. Het is hiervoor belangrijk dat het gezin een grotere woning krijgt, waar [naam kind] zijn eigen plekje heeft waar hij zich terug kan trekken. De moeder is hard op zoek naar een dergelijke woning. Met de begeleiding is al gesproken over de uitbreiding van de verlofmomenten. Er vinden ook al observaties plaats thuis om de thuissituatie voor [naam kind] te verbeteren.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter is hiervan sprake.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is gebleken dat [naam kind] de duidelijkheid, structuur en de therapie die hij op de gesloten groep geboden krijgt als prettig ervaart. [naam kind] is een lieve jongen die het graag goed wil doen. Ondanks de positieve stapjes die hij zet bij Bergse Bos, heeft hij soms nog te weinig grip op zijn gedrag. Bij oplopende spanning kan hij verbaal of fysiek agressief worden. [naam kind] is daarom nog erg afhankelijk van externe sturing. De kinderrechter is gebleken dat er helaas nog steeds geen passende vervolgsetting is gevonden voor [naam kind] die in zijn intensieve zorgbehoeften kan voorzien. De kinderrechter betreurt het zeer dat er hierdoor nog steeds geen zicht is op perspectief.
Zolang niet duidelijk is waar [naam kind] na zijn gesloten plaatsing voor langere termijn naartoe kan, is het belangrijk dat de continuïteit in zijn behandeling en begeleiding wordt gewaarborgd. Alle betrokkenen zijn het daarom met elkaar eens dat een langer verblijf bij Bergse Bos, waar hij vertrouwde mensen om zich heen heeft, voorlopig het meest in zijn belang is.
In het komende half jaar zullen alle betrokkenen met elkaar hun best blijven doen voor [naam kind] om een passende vervolgsetting te vinden. Ter zitting is besproken dat ook zal worden gekeken naar de mogelijkheden van een (gedeeltelijke) thuisplaatsing van [naam kind]. De moeder is hard op zoek naar een grotere woning waar [naam kind] zijn eigen plek heeft. Positief is dat de verlofmomenten al worden uitgebreid en dat er al observaties thuis plaatsvinden om zicht te krijgen op welke verbeterpunten er zijn in de thuissituatie en welke ambulante hulpverlening er nodig is indien inderdaad wordt overgegaan tot een (gedeeltelijke) thuisplaatsing. De kinderrechter hoopt dat er snel een oplossing wordt gevonden om [naam kind] een plek te geven waar hij de komende jaren kan opgroeien met de zorg en genegenheid die hij nodig heeft.
Uit het voorgaande volgt dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek en in artikel 6.1.2, tweede lid, van de Jeugdwet. De
kinderrechter zal daarom de ondertoezichtstelling van [naam kind] verlengen voor de duur van
twaalf maanden en de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen met ingang van 25 juni 2022 tot 25 december 2022.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [naam kind] tot 25 juni 2023;
verleent een machtiging om [naam kind] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 25 juni 2022 tot 25 december 2022;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2022 door mr. W.J. Loorbach, kinderrechter, in tegenwoordigheid van E.M.P. van de Kamp, als griffier. Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 5 juli 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.