Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..[naam eiseres 1],
advocaat voorheen mr. M.C.G. Stut te Rotterdam, thans mr. A.G. Ouwejan te Breukelen,
[naam eiseres 2],
advocaat mr. M.C.G. Stut te Rotterdam,
[naam eiseres 3],
advocaat mr. M.C.G. Stut te Rotterdam,
[naam eiseres 4],
1..[naam gedaagde 1],
2.
[naam gedaagde 2],
3.
[naam gedaagde 3],
[naam gedaagde 4],
niet verschenen,
5.
[naam gedaagde 5],
6.
[naam gedaagde 6],
7.
[naam gedaagde 7],
8. de stichting
[naam 1]
de mentor.
1..De procedure
familiekamervan de rechtbank Rotterdam van 17 november 2021 op grond van artikel 69 Rv.,
handelskamervan de rechtbank Rotterdam (in plaats van bij de
familiekamer),
2..Wat is de situatie?
[naam 1],behalve eiseres 1, [naam eiseres 4], die haar kleinkind is, en de mentor. [naam 1] is geboren op [geboortedatum], is thans dus 91 jaar, en zij lijdt aan dementie. Om redenen van leesbaarheid zal [naam 1] hierna als Oma worden aangeduid.
3..De vordering en de weren
4..De beoordeling
bewindvoerdervan Oma is in de onderhavige procedure terecht niet als procespartij aangemerkt want het gaat hier niet om de vermogensrechtelijke belangen van Oma. De bewindvoerder van Oma heeft in deze procedure dus geen rol.
mentorvan Oma is artikel 1:453 BW van belang. Dit artikel bepaalt, voor zover hier relevant:
1. Tenzij uit wet of verdrag anders voortvloeit, is de betrokkene tijdens het mentorschap onbevoegd rechtshandelingen te verrichten in aangelegenheden betreffende zijn verzorging, verpleging, behandeling en begeleiding.
verzorging, verpleging, behandeling of begeleiding’ in de zin
verzorging” door een mentor aan bij het bepaalde in artikel 1:247 lid 2 BW, welk artikellid een omschrijving geeft van
verzorgingvan een kind. Daarin staat:
Onder verzorging en opvoeding worden mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. In de verzorging en opvoeding van het kind passen de ouders geen geestelijk of lichamelijk geweld of enige andere vernederende behandeling toe.”
negatieve verplichting).
positieve verplichtingkan hebben, in die zin dat de overheid juist dient te zorgen dat mensen bij elkaar worden gebracht (bijvoorbeeld door afgifte van een verblijfsvergunning).
- daarbij kunnen aan de zijde van eisers maximaal twee personen tegelijk (wie dat zijn moet door hen in onderling overleg worden bepaald) de omgang met Oma hebben.
Uit de buurt blijvenomvat zowel de woning van Oma als de nabije omgeving daarvan. Voorkomen moet worden dat eisers en de gedaagde kinderen elkaar toevallig tegen kunnen komen in de hal van het appartementencomplex of op straat. De gedaagde kinderen mogen dus niet in de buurt van de woning gaan rondhangen tijdens de omgang. Een dwangsom komt wenselijk voor ten opzichte van de gedaagde kinderen.
Zij mag komen.” Volgens de mentor was Oma inmiddels dus een stuk positiever geworden over eisers. Het lijkt er op dat in een wat verder verleden wel eens harde woorden zijn gevallen tussen (enigen van) eisers en Oma (of niet tussen, maar over), terwijl Oma nadien vanwege haar dementie geestelijk achteruit is gegaan. Ook in die situatie moet dan echter in beginsel het streven zijn om de familieband zoveel als mogelijk te herstellen en moet dat herstel in beginsel in het belang van Oma worden geacht zowel als in het belang van eisers, behoudens uitzonderlijke omstandigheden die hier niet zijn gebleken. In het oordeel omtrent de frequentie en duur van de omgang ligt besloten dat het thans volgens de rechtbank te ver voert om een uitgebreidere omgang te bepalen, met verzorging van Oma tussen dinsdagmiddag en donderdagochtend, zoals door eisers op zitting bepleit.
Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren). In dit geval moet dat dan lopen via de bewindvoerder van Oma, die over de geldzaken van Oma gaat. Het ligt op weg van de mentor om die weg eerst te beproeven alvorens zij zich op budgettaire beperkingen mag beroepen.
5..De beslissing
- daarbij kunnen aan de zijde van eisers maximaal twee personen tegelijk (wie dat zijn moet door hen in onderling overleg worden bepaald) de omgang met Oma hebben,