Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
,
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 23 maanden met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1..medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden;
2..medeplegen van mishandeling;
3. afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
4. diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels, meermalen gepleegd.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) maanden;
€ 4.000,-- (zegge: vierduizend euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 11 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de hoofdelijke verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer] te betalen
€ 4.000,-- (zegge: vierduizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 11 februari 2018 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 4.000,-- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van maximaal
50 (vijftig) dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;