Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- de moeder en de vader, bijgestaan door mr. P. van de Kolk namens mr. V.S. Nolet;
- de raad, vertegenwoordigd door [persoon A]
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 juni 2022 een beschikking gegeven over de wijziging van de voornaam van een minderjarige, die gediagnosticeerd is met genderdysforie. De minderjarige, geboren in 2010, heeft een jongensnaam maar identificeert zich als meisje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige psychische hinder ondervindt van het gebruik van haar huidige voornaam, die niet aansluit bij haar identiteit. De ouders van de minderjarige hebben een verzoek ingediend om de voornaam te wijzigen, waarbij zij een zwaarwegend belang hebben aangevoerd. De rechtbank heeft de minderjarige de gelegenheid gegeven om haar mening te uiten, wat zij heeft gedaan.
De rechtbank overweegt dat het belang van de minderjarige om formeel te zijn wie zij is, zwaarder weegt dan het algemeen belang om namen in de registers van de burgerlijke stand ongewijzigd te laten. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de minderjarige al vier jaar onder een andere naam leeft en dat deze naam aansluit bij haar identiteit. De psycholoog van de minderjarige heeft aangegeven dat de gevoelens van genderdysforie zich in de toekomst kunnen ontwikkelen, maar dat de huidige lijdensdruk door de naam niet overeenkomend met haar identiteit niet genegeerd kan worden.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzoek tot wijziging van de voornaam toewijsbaar is, en heeft de wijziging gelast. De beschikking is openbaar uitgesproken en kan, voor zover definitief, worden aangevochten bij het gerechtshof Den Haag binnen drie maanden na de beschikking.