In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2022 een vonnis gewezen in een civiele procedure waarin de curator van Farma Cleaning & Services B.V. een verzoek tot heroverweging indiende van een eerdere bindende eindbeslissing. De heroverweging was noodzakelijk geworden door onjuiste mededelingen van de gedaagden. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat deze heroverweging niet leidt tot een andere uitkomst dan eerder bepaald. De curator had haar vordering vermeerderd tot een bedrag van € 94.929,19, maar de rechtbank oordeelde dat de eerdere beslissing over bestuurdersaansprakelijkheid gehandhaafd blijft. De rechtbank benadrukte dat als een rechter in een tussenvonnis een geschilpunt heeft beslist, deze beslissing in principe bindend is, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een uitzondering rechtvaardigen. De rechtbank concludeerde dat de gedaagden niet onrechtmatig hebben gehandeld door de onderneming van Farma over te dragen zonder vergoeding, gezien de omstandigheden waaronder deze beslissing is genomen. De rechtbank heeft de curator in haar verzoek niet in het gelijk gesteld en de vordering afgewezen, maar heeft wel opgemerkt dat de gedaagden de rechtbank onjuist hebben voorgelicht, wat hun geloofwaardigheid kan schaden in toekomstige bewijsopdrachten.