Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
[naam eiser 3],
1..De procedure
- de dagvaarding van 10 juli 2021 met producties 1 tot en met 15;
- de conclusie van antwoord, tevens incidentele conclusie tot oproeping in vrijwaring met producties 1 tot en met 11;
- de incidentele conclusie van antwoord;
- de akte uitlating bevoegdheid van [eisers], met productie 16;
- het vonnis in het vrijwaringsincident van 17 november 2021, waarbij aan [naam gedaagde] is toegestaan Rinkelton Snacks B.V. in vrijwaring op te roepen;
- de oproepingsbrieven van de rechtbank van 24 februari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brieven van de rechtbank van 15 april 2022 met een zittingsagenda;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 17 mei 2022.
2..De feiten
Hierbij treft u mijn besluit aan om(…)
de exploitatievergunning te weigeren.
de Drank- en Horecawetvergunning en(…)
de aanwezigheidsvergunning
Het blijft daarom wenselijk om het aantal horeca-inrichtingen in de straat of grenzend aan de zijstraten van de Bas Jungeriusstraat terug te brengen. Voor de Bas Jungeriusstraat geldt voor nieuwe- en bestaande (horeca-)inrichtingen de ontwikkelrichtingverminderen.
verleend voor de (horeca-)inrichting aan de [adres 2]. Op 17 oktober 2018 heb ik aan de toenmalige exploitant bevestigd dat de exploitatievergunning is komen te vervallen. Na het vervallen van deze exploitatievergunning is geen nieuwe exploitatievergunning verleend voor deze locatie en is er feitelijk niet geëxploiteerd op deze locatie. Gezien uw aanvraag van 15 maart 2019 voor het verkrijgen van een exploitatievergunning (overname) wordt u gezien als de nieuwe exploitant. Het horecagebiedsplan is ingezet op het terugdringen van het aantal (horeca-inrichtingen). Dit heeft als gevolg dat uw aanvraag onder andere wordt getoetst aan het geldende horecagebiedsplan. De overname van de (horeca-)inrichting op onderhavige locatie is in strijd met de ontwikkelrichting 'verminderen' in het horecagebiedsplan en is om die reden niet mogelijk.
;
;
goodwillen inventaris van [naam horecaonderneming] tegen betaling van een bedrag van € 15.000,-- op 1 maart 2020 aan [eisers] zou worden geleverd (hierna: de koopovereenkomst).
3..Het geschil
4..De beoordeling
goodwillen inventaris hebben gedwaald door een inlichting van [naam gedaagde] (artikel 6:228 lid 1 aanhef en onder a BW).
1.802,50(2,5 punten × tarief € 721,00)