ECLI:NL:RBROT:2022:5328

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
71-075316-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van verdachte voor bedreiging met terroristisch misdrijf en opruiing via sociale media

Op 16 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het delen van een bedreigend en opruiend audiobestand in twee Telegramgroepen. De verdachte, geboren in Zutphen, heeft in de periode van 1 januari 2021 tot en met 16 maart 2021 meerdere keren een audiobestand gedeeld waarin hij opriep tot geweld tegen ongelovigen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte met zijn acties heeft gedreigd met terroristische misdrijven, wat niet afhankelijk is van zijn intenties. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank volgde dit niet. De verdachte werd veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden en een taakstraf van zestig uren. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn psychische problemen en de begeleiding die hij ontvangt. De rechtbank besloot dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf niet nodig was, gezien de lage kans op herhaling en het belang van het behoud van zijn werk. De rechtbank gelastte ook de teruggave van in beslag genomen goederen, onder voorwaarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 71-075316-21
Datum uitspraak: 16 juni 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres [adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. J. van Rooijen, advocaat te Tilburg.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 2 juni 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.D. Kardol heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 90 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 74 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, en een werkstraf voor de duur van 60 uren, subsidiair 30 dagen hechtenis,
verbeurdverklaring van de onder de verdachte inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven goederen (kort gezegd: een telefoon en gegevensdragers).

4..Waardering van het bewijs

4.1
Bewijswaardering feiten 1 en 2
4.1.1.
Standpunt verdediging
Feit 1
De verdediging heeft vrijspraak bepleit en heeft daartoe – zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd.
De verdachte heeft onder invloed van alcohol en cannabis een door hem gemaakt audiobestand van een nasheed met de tekst weergegeven in de tenlastelegging in twee Telegram- groepen geplaatst. Dit heeft hij niet met kwade intenties gedaan en evenmin met het doel een strafbaar feit te plegen. De verdachte ventileert op advies van zijn hulpverlener gevoelens van boosheid op papier en in zijn muziek. Het maken van het bestand zag de verdachte als een ‘audioproject’ dat ook past in zijn interesse voor en (afgeronde) opleiding in audiovisueel werk, De verdediging heeft er daarbij op gewezen dat de verdachte blijkens de rapportage van de reclassering van 6 januari 2022 oorzaak en gevolg niet goed kan overzien en hij als gevolg van de avondklok toentertijd weinig anders om handen had.
Indachtig het vorenstaande dienen de vragen of de verdachte met het plaatsen van het audiobestand in de Telegram-groepen daadwerkelijk iemand heeft bedreigd of heeft willen bedreigen ontkennend te worden beantwoord.
Hier komt bij dat vanuit de twee groepen, die wat de verdediging betreft als besloten groepen van beperkte en relatief beperkte omvang dienen te gelden, geen aangifte dan wel melding is gedaan bij de politie van het plaatsen van het audiobestand, waaruit de verdediging afleidt dat men er geen aanstoot aan heeft genomen en zich al helemaal niet bedreigd heeft gevoeld. Niet kan dan ook worden bewezen dat de verdachte één of meer onbekend gebleven personen heeft bedreigd.
Feit 2
De verdediging heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank onder het vragen van aandacht voor de persoon van de verdachte en zijn beweegreden bij het maken van het audiobestand zoals geschetst bij feit 1.
4.1.2.
Oordeel rechtbank
Feit 1
De rechtbank volgt de verdediging niet in de bepleite vrijspraak op grond van de door de verdediging aangedragen omstandigheden die zouden maken dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is voor dit feit.
Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 10 december 2019 (ECLI:NL:HR: 2019:1890), dat ook door officier van justitie is aangehaald in het requisitoir, is voor de bedreiging met een terroristisch misdrijf niet vereist dat de bedreiger zelf (verdachte dus) daarbij ook een terroristisch oogmerk had. Voldoende is dat hij heeft gedreigd met een misdrijf dat als terroristisch kan worden aangemerkt. Hetgeen door de verdediging is aangevoerd over de intenties van de verdachte bij het maken en het delen van het audiobestand kan hem dan ook niet baten.
Door het audiobestand met de nasheed, zoals beschreven in de tenlastelegging, op
28 februari 2021 en 13 maart 2021 te plaatsen in de Telegramgroepen "Islamitische Kennis vergaren" en "Nederlands Politie Geweld"heeft de verdachte tweemaal gedreigd met een misdrijf dat als terroristisch kan worden aangemerkt. De in het bestand geuite woordelijke bedreiging, waaronder "De kalasjnikov is geladen en ik doorzeef de kuffar met lood", "Binnenkort pleeg ik een aanslag op jullie grondgebied", "Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied" voorzien van meerdere
sound effectszoals dat van een (afgevuurde)
Avtomat Kalaschnikova (AK)-47, is van dien aard dat bij de bedreigden, te weten de leden van de twee niet besloten Telegram-groepen, medewerkers van de (bijzondere) opsporingsdienst die kennelijk meekeken alsmede overige personen die in de desbetreffende groepen meekeken, in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee wordt gedreigd ook zou worden uitgevoerd.
Gelet op de verklaring van de verdachte dat hij met het plaatsen van de nasheed wilde "choqueren" is zijn opzet op het wekken van die vrees gericht geweest. De rechtbank acht in dit verband veelzeggend dat de verdachte na het plaatsen van het audiobestand met de nasheed in de groepen deze groepen vrijwel direct weer verliet.
Feit 2
Uit de bewijsmiddelen in het dossier blijkt dat (i) het audiobestand met de nasheed opruit tot een terroristisch misdrijf gelet op de daarin gebruikte bewoordingen en nu sprake is van het verspreiden van dit bestand door het in twee Telegram groepen te plaatsen (ii) het de verdachte is geweest die als dader van het plaatsen van dat bestand kan worden aangemerkt en (iii) dat de verdachte wist dat het – naast een bedreigend – ook om een opruiend bericht ging.
Nadat de verdachte het bestand had gedeeld in de twee Telegram-groepen, bleef het zichtbaar en benaderbaar, in ieder geval nog op 17 maart 2021, de dag waarop de verbalisant onderzoek deed in de open bron Telegram. Het bestand kon als gevolg hiervan herhaaldelijk bekeken worden en het downloaden/bewaren ervan was ook mogelijk.
Het audiobestand met de nasheed is opruiend omdat onder meer wordt opgeroepen tot het pakken van een auto om ze overhoop te rijden en er zorg voor te dragen "dat ze worden onthoofd".
Dat de verdachte wist dat het om een opruiend bericht ging leidt de rechtbank af uit de verklaring van de verdachte dat hij Telegram had verwijderd gelet op de boodschap die in het audiobestand met de nasheed zat en dat hij desgevraagd door de politie in het verhoor van 17 maart 2021 de vraag of hij zich bewust is van de gevolgen van het plaatsen van een dergelijk bericht op Telegram met "Ja" heeft beantwoord.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
onder 1 en 2ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1
hij in de periode van 1 januari 2021 tot en met 16 maart 2021 te Zutphen, althans in Nederland, meerdere malen telkens (onbekend gebleven) personen heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk een audiobestand met daarin een nasheed gedeeld via Telegram, waarin onder meer de vólgende tekst (door verdachte) werd gezongen/gesproken:
(..).
"de kalasjnikov is geladen en ik doorzeef de kuffar met lood. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Binnenkort pleeg ik een aanslag op jullie grondgebied. Jullie forse bommen zijn de reden dat ik jullie bloedvergiet. Het tijdperk is aangebroken het wordt tijd dat je het ziet. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Allah is mét hun standvastig en onze strijd die gaat zeker door en de leeuwen zullen niet rusten tot alle vijanden zijn vermoord. Jullie coalitie heeft gefaald, daarom geven wij geen gehoor. De Islam zal regeren over de wereld daar vechten, wij voor. De Islam zal regeren voer de wereld daar vechten wij voor"
2
hij in de periode van 1 januari 2021 tot en met 16 maart 2021 te Zutphen, althans in Nederland, meerdere malen, telkens
in het openbaar, mondeling tot een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf heeft opgeruid,
door (telkens) een audiobestand met daarin een nasheed te delen via Telegram, waarin door hem, verdachte, onder meer de volgende tekst werd gezongen/gesproken:
"de kalasjnikov is geladen en ik doorzeef de kuffar met lood. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Binnenkort pleeg ik een aanslag op jullie grondgebied. Jullie forse bommen zijn de reden dat ik jullie bloedvergiet. Het tijdperk is aangebroken het wordt tijd dat je het ziet. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Allah is met hun standvastig en onze strijd die gaat zeker door en de leeuwen zullen niet rusten tot alle vijanden zijn vermoord. Jullie coalitie heeft gefaald; daarom geven wij geen gehoor. De Islam zal regeren over de wereld daar vechten wij voor: De Islam zal regeren voer de wereld daar vechten wij voor"
Voor zover in de tenlastelegging een kennelijke misslag staat en taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1.
bedreiging met een terroristisch misdrijf, meermalen gepleegd
2.
in het openbaar mondeling opruien tot enig strafbaar feit, terwijl het strafbare feit waartoe wordt opgeruid een terroristisch misdrijf inhoudt, meermalen gepleegd
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

De verdachte is voor de bewezen verklaarde strafbare feiten strafbaar, omdat er geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid uitsluiten.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft tweemaal een bedreigend en opruiend audiobestand gedeeld in een Telegramgroep. Met de nasheed in het bestand wordt opgeroepen tot het plegen van geweld tegen ongelovigen (kuffar) onder andere door hen te doorzeven met lood, omver te rijden met een auto danwel te onthoofden in naam van de Tawhied. De door de verdachte ingezongen gewelddadige teksten worden kracht bijgezet met
sound effectsvan een AK-47 en de uitroep ‘Allah Akbar’.
Dit levert twee ernstige strafbare feiten op. Dat hetgeen waartoe door de verdachte in het audiobestand wordt opgeroepen geen navolging door anderen verdient, behoeft geen betoog.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 18 maart 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor een soortgelijk feit.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland, afdeling reclassering, toezichtunit landelijk, heeft een tweetal rapporten over de verdachte opgemaakt, gedateerd 6 januari 2022 en 30 maart 2022. Uit deze rapporten komt het volgende naar voren.
De verdachte is gediagnosticeerd met gedragsproblemen, Attention Deficit Hyperactivity Disorder, PostTraumatische StressStoornis en hechtingsproblematiek. Hij was dientengevolge in beeld bij de hulpverlening en is recent zijn op vrijwillige basis gesprekken met een psycholoog gestart om te leren omgaan met de trauma's uit het verleden en zijn boosheid een plek te geven.
De reclassering is van mening dat voornamelijk de tekortkomingen in zijn persoon en gedrag en zijn zoektocht naar omgaan met emoties, ten grondslag heeft gelegen aan de totstandkoming van de delicten. Er zijn door de reclassering geen aanwijzingen voor een ideologisch (religieus) dan wel extremistisch gewelddadig gedachtengoed gevonden. Gezien de problematiek van de verdachte is de reclassering de mening toegedaan dat de verdachte eerder als zorgcasus dan als justitiële/forensische casus dient te worden gezien en dat het inzetten van een justitiële interventie (gedwongen kader) niet nodig is. Op dit moment bestaat er nog steeds een begeleidingstraject waarvoor hij ontvankelijk is.
Voor cannabisafhankelijkheid ziet de reclassering geen aanwijzingen. Het eventuele misbruik van alcohol zal door verdachtes ambulant begeleider worden gemonitord en indien nodig worden opgepakt.
De reclassering heeft geen signalen dat de verdachte zich aan het vrijwillige begeleidingstraject zal onttrekken en hoewel dit niet leidt tot een afname van verdachtes frustraties, leidt het wel tot begrenzing om ervoor te zorgen dat hij geen nieuw delict pleegt. Zowel het risico op herhaling als het risico op extremistisch geweld wordt laag ingeschat.
Om de verdachte toch enige (algemene) drang te laten voelen en hem te beïnvloeden om niet te terug te vallen in deviant gedrag adviseert de reclassering een voorwaardelijk strafdeel in de wetenschap dat de verdachte deze straf krijgt als hij opnieuw overgaat tot delictgedrag. Voor het uitvoeren van een werkstraf worden geen fysieke belemmeringen verwacht. Een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal maatschappelijke schade veroorzaken door verlies van inkomen waardoor de huur niet meer betaald kan worden.
Verder heeft de rechtbank acht geslagen op de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals deze ter terechtzitting zijn besproken. De verdachte heeft naar voren gebracht dat hij regelmatig gesprekken voert met zijn psycholoog, psychiater en begeleider. De verdachte heeft een betaalde baan voor 32 uur in de week als magazijnmedewerker en doet daarnaast af een toe een klus met videomontage. Hij woont zelfstandig, maar hij heeft begeleiding nodig om goed te kunnen functioneren in het dagelijks leven. Deze begeleiding krijgt en accepteert hij al jaren op vrijwillige basis. De verdachte heeft de rechtbank uitvoerig uitgelegd hoe frustraties en boosheid vanuit zijn persoonlijke verleden, in combinatie met het wegvallen van bepaalde ‘uitlaatkleppen’ zoals kickboksen vanwege corona, ertoe hebben geleid dat hij zich nog meer dan anders heeft gericht op het maken van teksten met een gewelddadige strekking. Dat is een manier waarop hij zijn emoties verwerkt hetgeen al langer bij zijn begeleiders bekend was. Hij maakte veelal raps en raakte ook geïnteresseerd in nasheeds en heeft daar ook teksten voor willen maken. De verdachte is zelf niet Islamitisch.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Bij de bepaling van de strafmodaliteit heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. In beginsel past op dergelijke feiten een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Alhoewel de rechtbank het beeld dat is gerezen uit het materiaal op de digitale gegevensdragers van de verdachte zeer zorgwekkend vindt, heeft de rechtbank ook acht geslagen op hetgeen de verdachte, de reclassering en de hulpverlening daarover hebben gezegd. De verdachte wordt noch door de reclassering noch door zijn eigen hulpverlening beschouwd als iemand met een ideologisch of extremistisch gedachtengoed. Het gevaar dat hij in herhaling zal vallen wordt met de hulp en begeleiding die hij ontvangt als laag ingeschat. De verdachte zit nu goed ingebed in de begeleiding en heeft werk hetgeen hem afleiding geeft en structuur biedt.
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf straf zou kunnen betekenen dat het behoud/continueren van verdachtes baan wordt bemoeilijkt, terwijl hij hierbij veel belang heeft. Daarom zal in plaats daarvan een taakstraf worden opgelegd en een in overwegende mate voorwaardelijke gevangenisstraf. Dit laatste dient er toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft primair gevorderd om de hieronder op de lijst vermelde in beslag genomen en nog niet terug gegeven goederen (de telefoon en gegevensdragers) verbeurd te verklaren, subsidiair heeft zij voorgesteld dat deze aan de verdachte dienen te worden teruggegeven nadat deze op de fabrieksinstelling zijn teruggezet, maar niet eerder dan nadat de verdachte de gelegenheid heeft gehad om het daarop voorkomende en aan hem toebehorende studiemateriaal, portfolio alsmede de hiphopmuziek en films aan te wijzen bij de politie om te bezien of de mogelijkheid bestaat daarvan een kopie aan hem te verstrekken.
Lijst van inbeslaggenomen en niet teruggeven voorwerpen met strafrechtelijk beslagtitel:
voorwerp
Omschrijving
1
1 STK telefoontoestel
[beslagnummer 1]
2
1 STK Harddisk
[beslagnummer 2] , rood
3
1 STK Harddisk
[beslagnummer 3] , zwart
4
1 STK Computer
[beslagnummer 4] , Lenovo
5
1 STK Computer
[beslagnummer 5]
8.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat, conform de eerdere toezegging van de officier van justitie bij de behandeling van zijn klaagschrift in raadkamer over dezelfde goederen, aan de verdachte een kopie wordt verstrekt van de door hem verzochte digitale gegevens die op de in beslag genomen gegevensdragers zijn opgeslagen, te weten:
- portfolio;
- alle studiemateriaal AV specialist (MBO):
- familiefoto’s;
- collectie HipHop muziek (gedownload);
- collectie films, (gedownload)
en dat hij daarna de gegevensdragers terugkrijgt.
8.3.
Beoordeling
De rechtbank ziet het belang van de verdachte om te kunnen beschikken over zijn telefoon en gegevensdragers. Anderzijds zijn met behulp van de gegevens daarop de onderhavige strafbare feiten voorbereid en begaan. Dit laatste staat in beginsel aan teruggave in de weg. Conform het subsidiaire voorstel van de officier van justitie zal daarom aan de verdachte de gelegenheid worden geboden, om ten overstaan van de politie, de door hem gewenste
– geoorloofde – digitale gegevens aan te wijzen op de in beslag genomen telefoon en gegevensdragers, waarna getracht zal worden aan hem een kopie te verstrekken van zijn:
- portfolio;
- studiemateriaal AV specialist (MBO):
- familiefoto’s;
- collectie HipHop muziek (gedownload);
- collectie films (gedownload).
Vervolgens kunnen de telefoon en gegevensdragers op de fabrieksinstellingen worden teruggezet en aldus aan de verdachte worden geretourneerd, nu hij degene is onder wie deze in beslag zijn genomen.

9..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 56, 57, 131 en 285 van het Wetboek van Strafrecht.

10..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van drie (3) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
zestig (60) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
(28) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
14 dagen;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- gelast – ná reset van de fabrieksinstellingen met in achtneming van de hieraan voorafgaande inspanningsverplichting zoals onder 8.3 overwogen- teruggave van de goederen 1 t/m 5 op de hieronder vermelde lijst aan de verdachte.
Voorwerp
Omschrijving
1
1 STK telefoontoestel
[beslagnummer 1]
2
1 STK Harddisk
[beslagnummer 2] , rood
3
1 STK Harddisk
[beslagnummer 3] , zwart
4
1 STK Computer
[beslagnummer 4] , Lenovo
5
1 STK Computer
[beslagnummer 5]
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. A. van Luijck, voorzitter,
en mrs. C. Laukens en D. van der Sluis, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. U. Ramdihal-Poeran, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 juni 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 16 maart 2021 te Zutphen, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal (telkens) één of meer (onbekend gebleven) personen heeft bedreigd met een terroristisch misdrijf, althans met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling,
immers heeft hij, verdachte, (telkens) opzettelijk een audiobestand met daarin een nasheed gedeeld via Telegram, waarin onder meer de volgende tekst (door verdachte) werd gezongen/gesproken:
(..).
"de kalasjnikov is geladen en ik doorzeef de kuffar met lood. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Binnenkort pleeg ik een aanslag op jullie grondgebied. Jullie forse bommen zijn de reden dat ik jullie bloedvergiet. Het tijdperk is aangebroken het wordt tijd dat je het ziet. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Allah is mét hun standvastig en onze strijd die gaat zeker door en de leeuwen zullen niet rusten tot alle. vijanden zijn vermoord. Jullie coalitie heeft gefaald, daarom geven wij geen gehoor. De Islam zal regeren over de wereld daar vechten, wij voor. De Islam zal regeren voer de wereld daar vechten wij voor"
(art 285 lid 3 Wetboek van Strafrecht, art 285 lid 4 Wetboek van Strafrecht)
2
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2021 tot en met 16 maart 2021 te Zutphen, althans in Nederland, meermalen, althans éénmaal, (telkens)
in het openbaar, bij geschrift en/of bij afbeelding tot een terroristisch misdrijf dan wel een misdrijf ter voorbereiding of vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf heeft opgeruid,
door (telkens) een audiobestand met daarin een nasheed te delen via Telegram, waarin door hem, verdachte, onder meer de volgende tekst werd gezongen/gesproken:
"de kalasjnikov is geladen en ik doorzeef de kuffar met lood. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Pak een auto rijdt ze overhoop en zorg dat ze worden onthoofd. Binnenkort pleeg ik een aanslag op jullie grondgebied. Jullie forse bommen zijn de reden dat ik jullie bloedvergiet. Het tijdperk is aangebroken het wordt tijd dat je het ziet. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Ik maak korte metten met de kuffar in de naam van de Tawhied. Allah is met hun standvastig en onze strijd die gaat zeker door en de leeuwen zullen niet rusten tot alle vijanden zijn vermoord. Jullie coalitie heeft gefaald, daarom geven wij geen gehoor. De Islam zal regeren over de wereld daar vechten wij voor: De Islam zal regeren voer de wereld daar vechten wij voor"
(art 131 lid 2 Wetboek van Strafrecht)