ECLI:NL:RBROT:2022:5316

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
30 juni 2022
Zaaknummer
C/10/627225 / HA ZA 21-920
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. drs. J. van den Bos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot vaststelling van overeenkomsten en schadevergoeding in het kader van een zakelijke relatie tussen C-Track Benelux B.V. en BAR-organisatie

In deze zaak vorderde C-Track Benelux B.V. (hierna: C-Track) dat de rechtbank zou verklaren dat er twee overeenkomsten bestonden met het openbaar lichaam BAR-organisatie, gedateerd 10 december 2019. C-Track stelde dat deze overeenkomsten waren gesloten tijdens een overleg tussen een medewerker van de BAR-organisatie en een afdelingsmanager van C-Track. De BAR-organisatie betwistte echter dat er overeenkomsten waren gesloten, omdat de bestelformulieren niet ondertekend waren en slechts geparafeerd door een onbevoegde medewerker. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van een rechtsgeldige overeenkomst, omdat de medewerker van de BAR-organisatie niet bevoegd was om dergelijke overeenkomsten aan te gaan. De rechtbank verwees naar de relevante artikelen van het Burgerlijk Wetboek en de mandaatregeling van de BAR-organisatie, die vereisen dat overeenkomsten van deze aard door een bevoegde persoon worden ondertekend. De rechtbank wees de vorderingen van C-Track af en veroordeelde C-Track in de proceskosten van de BAR-organisatie, die tot aan de uitspraak waren begroot op € 4.304,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/627225 / HA ZA 21-920
Vonnis van 29 juni 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
C-TRACK BENELUX B.V.,
gevestigd te Papendrecht,
eiseres,
advocaat mr. L.P.J. Krijgsman te Hardinxveld-Giessendam,
tegen
het openbaar lichaam op basis van gemeenschappelijke regeling
BAR-ORGANISATIE,
gevestigd te Ridderkerk,
gedaagde,
advocaat mr. J.F. Bienfait te Capelle aan den IJssel.
Partijen zullen hierna C-Track en de BAR-organisatie genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 oktober 2021, met producties 1 tot en met 20;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 10;
  • de akte overlegging producties tevens akte wijziging eis van C-Track, met producties 21 tot en met 26;
  • de akte overleggen producties van C-Track, met productie 27;
  • de akte overlegging producties van de BAR-organisatie, met producties 11 tot en met 18;
  • het schrijven van C-Track van 1 april 2022 met daarin de samenvatting van de juridische standpunten;
  • productie 28 van C-Track;
  • de mondelinge behandeling van 12 april 2022, waarvan geen proces-verbaal is opgemaakt, en waar zijn overgelegd
  • de pleitnota van C-Track;
  • de pleitnota van de BAR-organisatie;
  • de tijdens de mondelinge behandeling namens C-Track opgestelde en ingediende akte wijziging eis;
  • de antwoordakte van de BAR-organisatie.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De feiten

2.1.
C-Track is een onderneming die gespecialiseerd is in voertuig tracking en
fleet management. Hieronder moeten onder meer worden verstaan het inbouwen van apparatuur voor live plaatsbepaling van voertuigen, de registratie van ritten van deze voertuigen en de registratie van het aantal kilometers dat met deze voertuigen is gereden.
2.2.
De BAR-organisatie is werkzaam ten behoeve van de gemeenten Barendrecht, Albrandswaard en Ridderkerk.
2.3.
Van deze drie gemeenten onderhield aanvankelijk alleen de gemeente Albrandswaard een zakelijke relatie met C-Track. Vanaf 1 januari 2014 is deze zakelijke relatie met C-Track voortgezet door de BAR-organisatie.
2.4.
Als onderdeel van bovengenoemde zakelijke relatie met C-Track zijn er enige jaren lang tegen betaling diensten afgenomen van C-Track.
2.5.
In de ochtend van 10 december 2019 heeft een overleg plaatsgehad op kantoor van de BAR-organisatie tussen [naam 1] (hierna: [naam 1]), medewerker van de BAR-organisatie, en [naam 2] (hierna: [naam 2]), aftersales manager van C-Track. Over het doel van dit overleg en de inhoudelijke kanten daarvan is voorafgaande aan dit overleg niet gecommuniceerd.
2.6.
Tijdens dit overleg heeft [naam 1] twee bestelformulieren geparafeerd. Telkens is op de beide pagina’s waaruit de formulieren bestaan een paraaf in de rechteronderhoek geplaatst. Op de eerste pagina’s zijn telkens met de hand bedragen en aantallen ingevuld of aangepast bij voorgedrukte bestelmogelijkheden. De koppen van de tweede pagina’s zijn hieronder opgenomen, waarbij de rechtbank – met het oog op publicatie – de namen achter ‘Contactpers:’ telkens heeft geblokt, net als de contactgegevens van C-Track. Op beide formulieren is bij ‘Contactpers:’ links ingevuld “M. [naam 2]” en rechts “[naam 1]”.
2.6.1.
Dit is de kop van pagina 2 van het eerste formulier:
2.6.2.
Dit is de kop van pagina 2 van het tweede formulier:

3..Het geschil

3.1.
C-Track vordert na haar twee eiswijzigingen dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
Primair:
I. voor recht verklaart dat tussen partijen twee overeenkomsten bestaan, te weten Overeenkomst 1 en Overeenkomst 2, beide gedateerd 10 december 2019;
II. de BAR-organisatie veroordeelt tot deugdelijke nakoming van de onder I bedoelde overeenkomsten, waaronder dient te worden verstaan:
 het gedurende tien jaar na 10 december 2019 althans na 1 januari 2020 voor rekening van de BAR-organisatie door C-Track (opnieuw) laten uitrusten met C-Track-voertuig-units van alle voertuigen die toebehoren aan de BAR-organisatie voor zover deze units ten tijde van het in dezen te wijzen vonnis gede-installeerd zijn, teneinde het (weer) mogelijk te maken dat deze voertuigen gebruikmaken van het C-Track Online Lite abonnement;
 het gedurende tien jaar na 10 december 2019 althans na 1 januari 2020 voor rekening van de BAR-organisatie door C-Track (opnieuw) laten uitrusten met C-Track-voertuig-units van alle voertuigen die de BAR-organisatie leaset van PON Lease, voor zover deze units ten tijde van in dezen te wijzen vonnis gede-installeerd zijn, teneinde het (weer) mogelijk te maken dat deze voertuigen gebruikmaken van het C-Track Online Lite abonnement;
 het gedurende tien jaar na 10 december 2019 althans na 1 januari 2020 afnemen van een C-Track Online Lite abonnement voor alle voertuigen die toebehoren aan de BAR-organisatie;
 het gedurende tien jaar na 10 december 2019 althans na 1 januari 2020 afnemen van een C-Track Online Lite abonnement voor alle voertuigen die de BAR-organisatie leaset van PON Lease;
III. de BAR-organisatie veroordeelt tot betaling aan C-Track van € 6.281,03, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over de hoofdsom van € 5.622,89 met ingang van de vervaldata van de facturen tot de dag van volledige betaling.
Subsidiair:
I. de BAR-organisatie veroordeelt tot betaling aan C-Track van € 47.382,84 aan schadevergoeding wegens het onregelmatig opzeggen van de primair onder I bedoelde overeenkomsten;
Zowel primair als subsidiair:
I. de BAR-organisatie veroordeelt in de proceskosten en de nakosten, onder bepaling dat de BAR-organisatie de daarover verschuldigde wettelijke rente dient te voldoen indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan.
3.2.
Volgens C-Track zijn de twee hierboven in 2.6 aan de orde gestelde en aangehaalde bestelformulieren op 10 december 2019 door [naam 1] ondertekend en gaat het hier dus om twee overeenkomsten die op 10 december 2019 tot stand zijn gekomen tussen de BAR-organisatie en C-Track. C-Track legt deze overeenkomsten ten grondslag aan haar bovengenoemde vorderingen.
3.3.
De BAR-organisatie voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen althans tot niet-ontvankelijkverklaring van C-Track in die vorderingen, met veroordeling van C-Track bij een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis in de proceskosten en de nakosten, onder bepaling dat C-Track de daarover verschuldigde wettelijke rente dient te voldoen indien deze kosten niet binnen veertien dagen na dagtekening van het in dezen te wijzen vonnis zijn voldaan.
3.4.
Op de stellingen van de BAR-organisatie wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4..De beoordeling

De gestelde overeenkomsten van 10 december 2019

4.1.
De BAR-organisatie betwist dat zij op 10 december 2019 de hierboven gestelde overeenkomsten met C-Track heeft gesloten.
4.2.
Een rechtshandeling, zoals een aanvaarding van een aanbod, vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard (artikel 3:33 BW). Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil (artikel 3:35 BW).
4.3.
De rechtbank stelt voorop dat – ook na expliciete vragen van de rechtbank – uit niets blijkt dat [naam 1] erop bedacht moest of kon zijn dat [naam 2] twee samenhangende overeenkomsten met een looptijd van maar liefst tien jaar wilde afsluiten. Gesteld noch gebleken is dat [naam 1] eerder overeenkomsten met een dergelijke looptijd heeft gesloten namens de BAR-organisatie. Evenmin is gesteld of gebleken dat er überhaupt voorgaande overeenkomsten tussen C-Track en de BAR-organisatie met een vergelijkbare contractsduur zijn gesloten.
4.4.
Verder was [naam 1] op basis van de binnen de BAR-organisatie geldende mandaatregeling niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten met een dergelijk lange looptijd.
4.4.1.
Dat had C-Track kunnen weten, want de mandaatregeling (Algemeen Mandaatbesluit BAR-organisatie 2019, hierna: AMB) is gepubliceerd in het Blad gemeenschappelijke regeling van BAR-organisatie, jaargang 2019, nummer 230. Met één zoekslag in Google (termen: mandaatregeling bar organisatie) is deze mandaatregeling te vinden en wordt de zoeker verwezen naar https://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR622035. De mandaatregeling biedt mogelijkheden voor ondermandatering (en daarmee volmachtverlening, zie artikel 2 van het AMB) aan directeuren, managers, afdelingshoofden en teamleiders (artikel 6 AMB). Er geldt echter een belangrijke uitzondering: managers, afdelingshoofden of teamleiders mogen geen meerjarige overeenkomsten aangaan (artikel 6 AMB, gelezen in verbinding met bijlage 2, artikel 2, derde lid, aanhef en onder b): daarvoor moet iemand de rang van ten minste directeur hebben. Gesteld noch gebleken is dat [naam 1] zich hier ooit voor heeft uitgegeven of C-Track hem daar ooit voor aan heeft gezien.
4.4.2.
C-Track had ook moeten weten van de onbevoegdheid van [naam 1] om de overeenkomst aan te gaan. Niet voor niets worden mandaatregelingen gepubliceerd en vertegenwoordigingsbevoegdheden in het handelsregister opgenomen. Het had op de weg van C-Track gelegen om, zeker gezien de door C-Track gewenste lange duur van de overeenkomsten, ten minste
enigonderzoek te doen naar de vertegenwoordigingsbevoegdheid van [naam 1]. Als allerminste vorm van onderzoek had [naam 1] de expliciete vraag kunnen worden gesteld naar zijn (vertegenwoordigings)bevoegdheid om een overeenkomst voor de duur van tien jaar aan te gaan. Evenzo was het een kleine moeite geweest om deze vraag neer te leggen in een brief aan de directie van de BAR-organisatie. C-Track heeft zich er op dit punt wel bijzonder gemakkelijk van afgemaakt.
4.5.
Ten slotte acht de rechtbank van belang dat de bestelformulieren alleen geparafeerd zijn, en ook alleen door [naam 1]. [naam 2] heeft noch geparafeerd, noch ondertekend. [naam 1] heeft niet ondertekend, maar alleen zijn naam vermeld. Alle handgeschreven wijzigingen en toevoegingen op de formulieren zijn door geen van beiden geparafeerd, terwijl dat in veel gevallen wel gebruikelijk is om te doen, teneinde discussie achteraf (wie heeft de wijzingen wanneer doorgevoerd) te voorkomen. In het maatschappelijk verkeer wordt bij overeenkomsten op papier niet zozeer waarde gehecht aan het vermelden van de naam van de betrokkene maar aan de geplaatste handtekening – en die ontbreekt nu juist, van beide kanten.
4.6.
Onder deze omstandigheden kan niet worden vastgesteld dat [naam 1] de wil had een overeenkomst aan te gaan. C-Track mocht, tegen de achtergrond van de andere feiten en omstandigheden, ook niet uit de parafering van [naam 1] afleiden dat hij de wil had om een overeenkomst namens BAR-organisatie te sluiten. Aan het hele leerstuk van onbevoegde vertegenwoordiging, waaronder gewekte schijn en de mogelijkheden van bekrachtiging, komt de rechtbank dan ook niet toe. Wat hierover is aangevoerd, blijft onbesproken.
4.7.
De stelling van C-Track dat de wilsovereenstemming volgt uit de feitelijke uitvoering van de overeenkomst, wordt verworpen. Er moet dan sprake zijn van feitelijke omstandigheden die
alleenpassen bij de uitvoering van de gestelde overeenkomsten van 10 december 2019. Omdat vaststaat dat partijen al jaren zaken deden met elkaar en die wijze van zakendoen voor en na die dag niet significant hebben gewijzigd, kan daaruit niet worden afgeleid dat op enig moment de aanbiedingen van 10 december 2019 zijn aanvaard.
Conclusie
4.8.
Er is geen sprake van overeenkomsten van 10 december 2019, dus ligt primaire vordering I voor afwijzing gereed. Primaire vorderingen II en III zijn gebaseerd op de stelling dat er wel overeenkomsten zijn gesloten op 10 december 2019 en delen dus in het lot van primaire vordering I.
4.9.
Datzelfde geldt voor de subsidiaire vordering I, die ook is gegrond op de – door de rechtbank verworpen stelling – dat er op 10 december 2019 overeenkomsten zijn gesloten.
Proceskosten en uitvoerbaarheid bij voorraad
4.10.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal C-Track in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van de BAR-organisatie worden tot aan deze uitspraak begroot op:
griffierecht € 2.076,00
salaris advocaat € 2.228,00 (twee punten in liquidatietarief IV)
Totaal € 4.304,00
4.11.
De gevorderde veroordeling in de nakosten is in het kader van deze procedure slechts toewijsbaar voor zover deze kosten op dit moment reeds kunnen worden begroot. De nakosten zullen dan ook worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.12.
Tegen de gevorderde wettelijke rente over de proceskosten en de nakosten is geen verweer gevoerd, zodat deze zal worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing vermeld.
4.13.
De proces- en nakostenveroordelingen worden uitvoerbaar bij voorraad verklaard, omdat het verzoek daartoe is gegrond op de wet en niet is weersproken.

5..De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af;
5.2.
veroordeelt C-Track in de proceskosten, die aan de zijde van de BAR-organisatie tot aan deze uitspraak zijn begroot op € 4.304,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de vijftiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.3.
veroordeelt C-Track in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat C-Track niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de nakosten met ingang van vijftien dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling;
5.4.
verklaart deze proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. drs. J. van den Bos. Het is ondertekend door de rolrechter en door deze in het openbaar uitgesproken op 29 juni 2022.
901/1407