Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 7 juni 2022 met producties;
- de bij brief van 8 juni 2022 in het geding gebrachte producties van Lloyds Bank;
- de mondelinge behandeling op 9 juni 2022;
- de pleitnota van [eiseres] ;
- de pleitnota van Lloyds Bank;
- de ter zitting overgelegde productie van Lloyds Bank;
- het na de mondelinge behandeling bij e-mail van 9 juni 2022 in het geding gebrachte stuk van [eiseres]
- het na de mondelinge behandeling bij e-mail van 9 juni 2022 in het geding gebrachte stuk van Lloyds Bank
2..De feiten
14 juni 2022vanaf
13:30in de veilingzaal van het Venduehuis der Notarissen te `s-Gravenhage aan de Nobelstraat 5 te 2513 BC te `s-Gravenhage.
- Artikel 20.1.l.: indien op het onderpand of enig ander vermogensbestanddeel van de schuldenaar of de borg beslag wordt gelegd.
- Artikel 20.1.n.: indien het onderpand wordt beschadigd, tenietgaat of wordt gesloopt alsmede indien naar het oordeel van de schuldeiser het onderpand ernstige gebreken vertoond.
- Artikel 20.1.o: indien het onderpand leeg staat, niet wordt gebruikt of is gekraakt.
- Er wordt maandelijks € 500,00 afgelost. De eerste betaling dient voor 1 juli 2022 plaats te vinden. Wel wil de bank nog een ingevuld inkomsten- en uitgavenformulier van uw cliënte ontvangen. De looptijd van de betalingsregeling is een jaar en zal na een jaar worden herzien. Uw cliënte zal dan opnieuw alle noodzakelijke medewerking moeten verlenen;
- Er wordt ten gunste van de bank een tweede recht van hypotheek gevestigd. In dit kader beroept de bank zich op artikel 26 van de Algemene Bankvoorwaarden. Het bedrag van de hypothecaire inschrijving zal gelijk zijn aan de vordering van de bank. Verder dient de eerste hypotheekhouder ook in te stemmen met het vestigen van dit tweede recht van hypotheek. De kosten van het vestigen van het tweede recht van hypotheek komen voor rekening van uw cliënte.”
3..Het geschil
4..De beoordeling
1.016,00