Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- het verzoekschrift, ter griffie ontvangen op 16 maart 2022, met producties;
- het verweerschrift tevens houdende een zelfstandig (voorwaardelijk) tegenverzoek, ter griffie ontvangen op 13 mei 2022, met producties;
- de voorafgaand aan de mondelinge behandeling door Troost overgelegde producties;
- het verweerschrift tegen het voorwaardelijk tegenverzoek, met producties.
2..De feiten
Artikel 7 Ziekte en arbeidsongeschiktheid[…]
7.2 Werkgever verplicht zich om aan Werknemer, indien deze ziek c.q. arbeidsongeschikt is
in de zin van de Ziektewet, gedurende 104 weken 100% van het salaris door te betalen.
Werkgever is gerechtigd de eventueel te ontvangen ziektewetuitkering op de hiervoor
bedoelde loonverplichting in mindering te brengen. […]
andere Werkgever of opdrachtgever werkzaam te zullen zijn, noch direct, noch indirect,
noch tegen vergoeding, noch om niet, en zich te zullen onthouden van het doen van
zaken voor eigen rekening, behoudens schriftelijke toestemming van Werkgever.
arbeidsovereenkomst kan voor Werkgever een dringende reden voor ontslag op staande
voet opleveren. […]
We hebben in dat kader de keuze om vol in te zetten op re-integratie en verbetering van jouw functioneren en van de arbeidsrelatie. Een andere mogelijkheid is het zoeken van een oplossing waarbij je je energie optimaal kan gebruiken om te herstellen en op zoek te gaan naar een nieuwe dienstbetrekking. Wij denken dat de tweede optie voor jou het beste is en in dat kader doen we je onder voorbehoud van onze rechten een voorstel om het dienstverband in goed overleg en buiten een juridische procedure om te beëindigen.
Dat uw cliënt al dan niet een dispuut met een verzekeringsmaatschappij heeft over de vergoeding van het loon van cliënt tijdens ziekte, daar wenst cliënt niet in te treden. Als ik juist ben geïnformeerd dan heeft uw cliënte zeer kort na het afsluiten ervan een beroep gedaan op de verzekeringspolis en gezien de voorwaarden omtrent wachttijd die ongetwijfeld deel uitmaken van de verzekeringsvoorwaarden, zal de verzekeringsmaatschappij uw cliënte vragen hebben gesteld dan wel een onderzoek hebben ingesteld. Met enig vermoeden dat cliënt al dan niet ziek in dienst zou zijn getreden heeft dit helemaal niets te maken.
Het is het goed recht van cliënt om zijn medisch dossier privé te houden en met enige (rechts)regel die cliënt verplicht om vertrouwelijke medische gegevens te openbaren is cliënt niet bekend.
In de laatste Periodieke evaluatie d.d. 4 januari 2022 heeft de bedrijfsarts het volgende gerapporteerd:
Stand van zakenVandaag sprak ik meneer [verzoeker]. Het herstel stagneert door het ervaren conflict in de arbeidsrelatie waarvoor nog geen oplossing is gekomen ondanks gesprekken met derden, Meneer is nog onder behandeling en deze behandeling acht ik adequaat. Er is geen sprake van werkhervatting en ik acht werknemer nu ook niet in staat om te kunnen reïntegreren op zijn eigen werkplek.
AdviesHet advies is mediation in te zetten. U zult hiervoor een voorstel ontvangen.
Werkhervatting op de eigen werkplek is niet mogelijk en zou daarnaast voor een terugval in het herstel kunnen zorgen.
Het verwachte doel
[…] Aangezien uw cliënte er tegen beter weten in wellicht, in blijft volharden dat er wel degelijk sprake was van ziekte bij cliënte voor de indiensttreding en onder verwijzing naar de al eerder genoemde ‘ramkoers’ die cliënt bij uw cliënte bemerkt en het recente consult bij de bedrijfsarts, zal cliënt in dit stadium niet meewerken aan het vertrekken van medische informatie. Cliënt heeft net als iedere werknemer in Nederland het recht om deze gegevens privé te houden en uw cliënte kan niet bepalen welke belangen cliënt hier wel of niet bij heeft. En overigens is de stelling van uw cliënte dat zij schade lijdt als gevolg van de opstelling van cliënt, volstrekt onjuist. Of een werkgever wel of niet verzekerd is voor loondoorbetaling tijdens ziekte is voor cliënt als werknemer niet relevant bij zijn herstel.
De weerbarstige houding van uw cliënt in reactie op het standpunt van cliënte dat zij graag weer wil inzetten op re-integratie, heeft vanuit een toch al weggevallen vertrouwen een vermoeden doen ontstaan dat uw cliënt elders aan het werk is. Zulks tijdens arbeidsongeschiktheid waarover de bedrijfsarts als laatste oordeel heeft gegeven dat pas over drie tot zes maanden herstel valt te verwachten. Bovendien ten overvloede in strijd met het overeengekomen nevenactiviteiten beding. Het onderzoek daartoe is bijna afgerond maar uiteraard verneemt cliënte in het kader van wederhoor graag ook de reactie van uw cliënt op dit vermoeden.
2.1 Het vaststellen of betrokkene werkzaamheden uitvoert ten tijde van zijn ziekmelding.
Uit observaties is gebleken dat betrokkene volledige werkdagen actief is bij of voor [naam bedrijf 2]. Hierbij heb ik betrokkene ook waargenomen in bedrijfskleding van [naam bedrijf 2] Tevens heb ik betrokkene bij [naam bedrijf 3] te [vestigingsplaats] (welk een relatie is van Troost Machinehandel) gesignaleerd met een manspersoon welke dezelfde voertuig heeft die ik eerder heb waargenomen bij [naam bedrijf 2] op 12 januari 2022. Naar mijn waarnemingen kan ik niet anders concluderen dat betrokkene hier werkzaamheden uitvoert.
In de terugkoppeling van het vorige spreekuur is wel mijn prognose te zien tot volledig herstel. Dit houdt ook in dat ik op dat moment niet verwachtte dat meneer volledig belastbaar is voor werk.
3..De stellingen van partijen
voorraad:
4..De beoordeling
in het verzoek
Naar het oordeel van de kantonrechter is in de gegeven omstandigheden niet gebleken dat Troost te lang heeft gewacht met het geven van het ontslag. Daarnaast volgen de gronden voor het ontslag duidelijk uit de ontslagbrief. Het ontslag is dan ook onverwijld gegeven en onverwijld aan [verzoeker] medegedeeld.
periodieke evaluatie van 4 januari 2022 heeft geconcludeerd dat er geen sprake is van mogelijkheden voor werkhervatting en dat [verzoeker] op dat moment niet in staat werd geacht om te kunnen re-integreren op zijn eigen werkplek met een verwacht herstel van arbeidsmogelijkheden van drie tot zes maanden. Troost heeft weliswaar gesteld dat de arbo-arts telefonisch heeft meegedeeld dat, indien er mogelijkheden tot werkhervatting zijn, begonnen kan worden met 3 x 2 uur werken in aangepast werk hetgeen ook per emailbericht van 7 februari 2022 door de bedrijfsarts is bevestigd, maar niet gebleken is dat ook [verzoeker] dit gewijzigde advies van de bedrijfsarts heeft ontvangen. Begrijpelijk is dan ook dat [verzoeker] is uitgegaan van de laatste periodieke evaluatie. Van handelen in strijd met reintegratieverplichtingen of frustratie van zijn herstel door niet te gaan opbouwen is dan ook geen sprake.
alshij werkzaamheden heeft verricht voor [naam bedrijf 2], hij daarmee in strijd handelt met het nevenwerkzaamhedenbeding van artikel 12 van de arbeidsovereenkomst. Door hem is echter gesteld dat van werkzaamheden voor [naam bedrijf 2] of derden geen sprake is geweest.
- volledige werkdagen actief is bij of voor [naam bedrijf 2];
- [verzoeker] is waargenomen in bedrijfskleding van [naam bedrijf 2];
- [verzoeker] is gezien bij [naam bedrijf 3] te [vestigingsplaats], een relatie van Troost, met een manspersoon die hetzelfde voertuig heeft als eerder is waargenomen bij [naam bedrijf 2] op 12 januari 2022.
ófdat aan de werknemer ten laste van de werkgever een billijke vergoeding kan worden toegekend. Nu [verzoeker] ook tijdens de mondelinge behandeling te kennen heeft gegeven niet te willen berusten in het ontslag met een billijke vergoeding en de gevraagde vernietiging wordt toegewezen, wordt niet toegekomen aan de door [verzoeker] gevraagde billijke vergoeding. Deze zal dan ook worden afgewezen.
ernstigverwijtbaar handelen aan de zijde van [verzoeker], maakt hij op grond van artikel 7:673 lid 1 sub a onder 1 BW aanspraak op de transitievergoeding vanaf de ontbindingsdatum. De transitievergoeding bedraagt op 1 december 2022 € 6.070,31 en Troost zal veroordeeld worden deze te betalen binnen twee weken na de ontbindingsdatum.
5..De beslissing
590