ECLI:NL:RBROT:2022:5288

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 juni 2022
Publicatiedatum
29 juni 2022
Zaaknummer
9882973
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming woonruimte na politievondst van verdovende middelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 29 juni 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Woonstad Rotterdam (hierna: Woonstad) en een gedaagde die niet is verschenen. Woonstad vorderde de ontruiming van een woning, gelegen aan een niet gespecificeerd adres, na een politievondst van aanzienlijke hoeveelheden verdovende middelen en een vuurwapen in de woning. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde correct is opgeroepen, maar niet is verschenen, waardoor verstek is verleend. Woonstad heeft een spoedeisend belang aangetoond, aangezien de veiligheid en leefbaarheid van de woning en omgeving in gevaar zijn door de criminele activiteiten die in de woning plaatsvonden. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming gegrond is, gezien de ernst van de situatie en de kans dat de huurovereenkomst in een bodemprocedure zal worden ontbonden. De ontruimingstermijn is vastgesteld op veertien dagen na betekening van het vonnis en opheffing van de burgemeesterssluiting. Daarnaast heeft de rechter Woonstad in het gelijk gesteld wat betreft de vordering tot betaling van huur en buitengerechtelijke kosten, en de gedaagde is veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9882973 VV EXPL 22-197
datum uitspraak: 29 juni 2022 (bij vervroeging)
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Woonstad Rotterdam,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. R. van der Hoeff,
tegen
[gedaagde],
woonplaats: [woonplaats gedaagde] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Woonstad’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 30 mei 2022, met bijlagen;
  • de mail met een aanvullende bijlage;
  • het herstelexploot van 16 juni 2022;
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 24 juni 2022.

2..Het geschil

2.1.
Woonstad eist samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen om de woning gelegen aan de [adres] (hierna: de woning) binnen drie dagen na betekening van dit vonnis te ontruimen;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 453,96 aan huur van de maand juni 2022 en vervolgens € 463,04 per maand vanaf 1 juli 2022 tot de maand waarin Woonstad weer beschikking over de woning krijgt;
  • [gedaagde] te veroordelen tot betaling aan Woonstad van € 462,50 aan buitengerechtelijke kosten, met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, waaronder de nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.2.
Woonstad baseert de eis op het volgende. [gedaagde] huurt de woning van Woonstad, tegen een huurprijs van nu € 453,96 per maand en vanaf 1 juli 2022 € 463,04 per maand. Op 9 maart 2022 is door de politie 5.873,70 gram heroïne, 4.534,30 gram cocaïne, kilo’s diverse versnijdingsmiddelen, hasj, een vuurwapen met munitie en meer dan € 24.500,00 aan contanten in de woning aangetroffen. Daaruit blijkt dat de woning is gebruikt voor de productie van en handel in verdovende middelen. Bovendien is het aannemelijk dat de woning deel uitmaakt van een keten van drugshandel en daarmee van het criminele circuit. Hierdoor komt de leefbaarheid en veiligheid van de woning en haar omgeving, waarvoor Woonstad heeft te waken, in gevaar. Om deze reden streeft Woonstad (buiten)gerechtelijke ontbinding van de huurovereenkomst na. Vooruitlopend hierop vordert ze in kort geding de ontruiming van de woning. Samenhangend met deze vordering maakt ze aanspraak op doorbetaling van een bedrag gelijk aan de huurprijs en de (buiten)gerechtelijke kosten.

3..De beoordeling

Verstek
3.1.
[gedaagde] is niet verschenen op de mondelinge behandeling. Woonstad heeft de betekende dagvaarding en het herstelexploot overgelegd, waaruit blijkt dat [gedaagde] wel correct is opgeroepen voor deze zitting. Tegen hem wordt daarom verstek verleend.
Beoordelingskader
3.2.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat hij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. Verder moet het belang van Woonstad bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen van toewijzing van de vordering voor [gedaagde] als deze uitspraak later wordt teruggedraaid. Als partijen een gewone procedure starten, is de rechter in die procedure niet gebonden aan deze uitspraak.
Spoedeisendheid
3.3.
Uit de aard van de vordering en de toelichting van Woonstad daarbij is voldoende gebleken dat zij een spoedeisend belang heeft bij haar eisen, zodat zij in zoverre ontvankelijk is.
Ontruiming
3.4.
De kantonrechter vindt het zeer aannemelijk dat de politievondst in een eventuele bodemprocedure zal leiden tot ontbinding van de huurovereenkomst, dan wel de verklaring voor recht dat de huurovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk ontbonden is. Om die reden komt de gevorderde ontruiming de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal deze worden toegewezen.
3.5.
Uit de nader overgelegde bijlage van Woonstad blijkt dat de woning na de dagvaarding, per 7 juni 2022, is gesloten voor de duur van drie maanden. Daardoor is [gedaagde] op dit moment feitelijk niet in staat om de woning te ontruimen. Daarom gaat de ontruimingstermijn in op het moment dat zowel betekening als (tijdelijke) opheffing van de burgemeesterssluiting hebben plaatsgevonden. De ontruimingstermijn wordt daarbij in redelijkheid bepaald op 14 dagen.
Betaling
3.6.
Woonstad vordert verder betaling van een bedrag gelijk aan de huurprijs per maand, vanaf 1 juni 2022 tot aan het moment waarop zij de beschikking krijgt over de woning. Tijdens de mondelinge behandeling heeft zij toegelicht dat zij de beschikking krijgt over de woning wanneer de ontruiming heeft plaatsgevonden en de burgemeesterssluiting is opgeheven. Deze vordering is op de huurovereenkomst en de wet gebaseerd en wordt eveneens toegewezen.
3.7.
De gevorderde vergoeding van buitengerechtelijke kosten wordt eveneens toegewezen. De daarover gevorderde wettelijke rente zal echter worden afgewezen, omdat niet is gesteld of gebleken dat Woonstad deze kosten al aan haar gemachtigde heeft betaald.
Proceskosten
3.8.
[gedaagde] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Woonstad tot vandaag vast op € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 753,43. Ook de gevorderde nakosten worden toegewezen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
3.9.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] om de woning met onroerende aanhorigheden, staande en gelegen aan de [adres], binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis en (tijdelijke) opheffing van de burgemeesterssluiting met alle daarin zich bevindende personen en/of zaken te ontruimen en te verlaten en door afgifte van de sleutels aan Woonstad ter beschikking te stellen;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Woonstad van een bedrag van € 453,96 aan huur voor de maand juni 2022 en € 463,04 per maand vanaf 1 juli 2022 tot en met de maand waarin Woonstad weer de beschikking over de woning aan de [adres] verkrijgt;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Woonstad van € 462,50 aan buitengerechtelijke kosten;
4.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Woonstad tot vandaag vastgesteld op € 753,43 en in de na vandaag te maken proceskosten, begroot op € 93,50 aan salaris voor de gemachtigde en, als niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis is voldaan en het vonnis is betekend, de explootkosten van deze betekening;
4.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
33394