ECLI:NL:RBROT:2022:5203
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake administratief beroep en bezwaarschrift tegen bestemmingsplan en omgevingsvergunningen in Hardenberg
In deze zaak heeft de opposant administratief beroep ingesteld tegen besluiten van de gemeenteraad van Hardenberg en het college van burgemeester en wethouders van Hardenberg met betrekking tot een bestemmingsplan en omgevingsvergunningen. De opposant ontving op 18 juni 2021 een brief van de verweerder waarin werd medegedeeld dat zijn verzoek tot administratief beroep niet in behandeling kon worden genomen. Hiertegen heeft de opposant bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd op 15 september 2021 niet-ontvankelijk verklaard. De opposant heeft vervolgens beroep ingesteld, dat door de rechtbank op 22 maart 2022 kennelijk ongegrond werd verklaard. Tegen deze uitspraak heeft de opposant verzet ingesteld.
De rechtbank heeft het verzet op 9 juni 2022 behandeld. De rechtbank oordeelde dat de brief van de verweerder van 18 juni 2021 wel degelijk als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet worden aangemerkt, omdat deze brief een uitspraak bevatte over de bevoegdheid van de verweerder. De rechtbank concludeerde dat het bezwaarschrift van de opposant ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard en dat de buiten-zittinguitspraak niet in stand kon blijven. De rechtbank heeft het onderzoek hervat en ook het beroep van de opposant behandeld.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het verzet gegrond is en dat het beroep ongegrond is. De verweerder moet de brief van de opposant van 5 mei 2021 alsnog doorsturen naar de gemeenteraad van Hardenberg en het college van burgemeester en wethouders voor behandeling als bezwaar. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. E. Lunenberg, rechter, en mr. H. Sabanovic, griffier, en is openbaar uitgesproken op 30 juni 2022.