In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind]. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige, de ouders en een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De ouders van [naam kind] hebben in de afgelopen periode inspanningen geleverd om de opvoedsituatie te verbeteren, waaronder het inrichten van de kamer van [naam kind] en het regelen van zijn inschrijving op de middelbare school. Ondanks deze inspanningen hebben de ouders ook afspraken met de ambulante hulpverlening van Pameijer afgezegd, wat de samenwerking bemoeilijkt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [naam kind] al geruime tijd bij zijn ouders verblijft en dat de relatie tussen hem en zijn ouders is verbeterd. De kinderrechter heeft echter ook zorgen over de samenwerking tussen de ouders en de hulpverlening, en heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind] is om de resultaten van de nieuwe afspraken met de ambulante begeleider af te wachten voordat een definitieve beslissing over zijn verblijf wordt genomen. Uiteindelijk heeft de kinderrechter het verzoek van de GI tot verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing afgewezen, met de overweging dat [naam kind] een stabiele en veilige omgeving nodig heeft, vooral nu hij binnenkort naar de middelbare school gaat. De kinderrechter heeft de ouders aangespoord om alle afspraken na te komen en de opvoedsituatie te stabiliseren.