Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam gedaagde 1],
1..De procedure
- de dagvaarding van 23 november 2021,
- de akte houdende de producties 1 tot en met 25;
- de akte houdende beslagstukken, met producties 1 tot en met 12 van [naam eiseres];
- de incidentele conclusie namens [gedaagden] tot oproeping in vrijwaring met producties 1 tot en met 12;
- de conclusie van antwoord in het incident tot oproeping in vrijwaring.
2..De vordering in de hoofdzaak
- te verklaren voor recht dat [naam gedaagde 2] toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst tussen haar en [naam eiseres] met betrekking tot het pand aan de [adres],
- te verklaren voor recht dat [naam eiseres] de koopovereenkomst tussen haar en [naam gedaagde 2] bij brief d.d. 28 september 2021 rechtsgeldig heeft ontbonden,
- indien en voor zover in rechte komt vast te staan dat deze koopovereenkomst niet reeds buitengerechtelijk is ontbonden, deze koopovereenkomst alsnog te ontbinden,
- [gedaagden] hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan [naam eiseres] van een bedrag van € 1.125.000,00, vermeerderd met rente en kosten, waaronder de beslagkosten,
3..Het geschil in het incident
4..De bevoegdheid van deze rechtbank in de hoofdzaak en het incident
PbEU2009, L 147 (EVEX II-Verdrag/Verdrag van Lugano II). De rechtbank is (vooralsnog) bevoegd op grond van een stilzwijgende forumkeuze als bedoeld in art. 24 van dit verdrag, nu beide gedaagden een vrijwaringsincident zijn begonnen. De bevoegdheid van deze rechtbank in het vrijwaringsincident vloeit hieruit voort.
5..De beoordeling in het incident
6..De beslissing
3 augustus 2022,
3 augustus 2022voor conclusie van antwoord aan de zijde van [gedaagden],