In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen [naam eiseres] en [naam gedaagde] over de berekening van verwarmingskosten. Eiseres, eigenaar van een appartementsrecht, betwistte de geldigheid van een besluit van de vergadering van de Vereniging van Eigenaren (VvE) van 9 februari 2016, waarin werd besloten om de verwarmingskosten individueel te berekenen. Eiseres stelde dat dit besluit in strijd was met het splitsingsreglement, dat bepaalt dat de kosten voor centrale verwarming gelijkelijk verdeeld moeten worden over alle eigenaren. De rechtbank oordeelde dat het besluit van de VvE nietig was, omdat het in strijd was met artikel 17 van het splitsingsreglement. De rechtbank wees de vorderingen van eiseres tot herverdeling van de verwarmingskosten over de periode dat zij nog niet in de flat woonde af, omdat zij daar geen belang bij had. Eiseres had wel recht op terugbetaling van een deel van de voorschotten die zij had betaald, en de rechtbank veroordeelde de VvE in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.