ECLI:NL:RBROT:2022:4943

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 juni 2022
Publicatiedatum
21 juni 2022
Zaaknummer
10/331091-21 / TUL: 10/097737-21 en 10/056527-19
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Meervoudige strafzaak tegen verdachte wegens meerdere diefstallen en poging tot diefstal met braak en/of valse sleutel

In deze strafzaak heeft de rechtbank Rotterdam op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een meervoudige kamer tegen de verdachte, die zich gedurende een langere periode schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen. De verdachte heeft goederen onder zijn bereik gebracht door middel van braak, een valse sleutel en inklimming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte meerdere sleutels heeft weggenomen uit brandweerkluizen en zichzelf toegang heeft verschaft tot verschillende gebouwen. De benadeelde partijen hebben gedeeltelijk vorderingen ingediend, waarvan een deel is toegewezen en een deel niet-ontvankelijk is verklaard wegens het ontbreken van een machtiging.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele ten laste gelegde feiten, waaronder diefstal van goederen die niet bij hem zijn aangetroffen. De bewezenverklaring betreft onder andere een poging tot diefstal van een airfryer en diefstal van sleutels en andere goederen van verschillende instellingen, waaronder de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid en het Albert Schweitzer ziekenhuis. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan vijf maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en bijzondere voorwaarden, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling.

De rechtbank heeft ook de vorderingen van benadeelde partijen beoordeeld, waarbij de vordering van Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis gedeeltelijk is toegewezen. De overige vorderingen zijn niet-ontvankelijk verklaard, omdat de indieners niet bevoegd waren. De rechtbank heeft de verdachte ook veroordeeld tot de teruggave van in beslag genomen voorwerpen en de tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/331091-21
Parketnummers vorderingen TUL: 10/097737-21 en 10/056527-19
Datum uitspraak: 8 juni 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in de
Penitentiaire Inrichting Dordrecht,
raadsvrouw mr. F. Folkers, advocaat te Gorinchem.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 25 mei 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. S.S.S. Heinerman heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het onder 1 (primair), het onder 4, 6e gedachtestreepje (diefstal VVE [naam VvE 1] ) en het onder 4, 10e gedachtestreepje (diefstal VVE [naam VvE 2] ), ten laste gelegde;
  • bewezenverklaring van het onder 1 (subsidiair) en het onder 2, 3, 4 (overige gedachtestreepjes) en 5 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over de verdachte opgemaakte rapport van 3 mei 2022;
  • tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/056527-19, te weten een gevangenisstraf voor de duur van één week;
  • tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde straf in de zaak met parketnummer 10/097737-21, te weten een gevangenisstraf voor de duur van 150 dagen.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Vrijspraak zonder nadere motivering
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat het onder 1 (primair) en het onder 4, 10e gedachtestreepje (diefstal VVE [naam VvE 2] ) ten laste gelegde niet wettig en overtuigend is bewezen, zodat de verdachte daarvan zonder nadere motivering zal worden vrijgesproken.
4.2.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 2 ten laste gelegde en het onder 4, 1e gedachtestreepje (diefstal Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, Professor Kohnstammlaan), 2e gedachtestreepje (diefstal Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, Romboutslaan), 3e gedachtestreepje (diefstal Albert Schweitzer ziekenhuis) en 8e gedachtestreepje (diefstal Optisport Dordrecht) ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.3.
Vrijspraak: feit 3
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van de aangifte, het proces-verbaal van forensisch onderzoek en de DNA-rapportage van het NFI wettig en overtuigend kan worden bewezen dat de verdachte sleutels, toebehorend aan het verzorgingstehuis “Het Spectrum”, heeft weggenomen. De verdachte dient in de opvatting van de officier van justitie partieel te worden vrijgesproken van dat gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op andere goederen, omdat deze goederen niet bij hem zijn aangetroffen.
4.3.2.
Beoordeling
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat op basis van de inhoud van het procesdossier niet kan worden vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de hem ten laste gelegde diefstal van de pasje(s) en/of (identiteits)papieren en/of pasprinter(s) en/of paslezer(s), omdat de aangifte op dit punt op geen enkele manier wordt ondersteund en de goederen niet bij de verdachte zijn aangetroffen.
De diefstal van sleutels, die de officier van justitie wel bewijsbaar acht, is echter in deze tenlastelegging niet specifiek opgenomen. De rechtbank zal de verdachte daarom geheel vrijspreken van het ten laste gelegde.
4.3.3.
Conclusie
Het onder 3 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.4.
Vrijspraak: feit 5
4.4.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De verdachte heeft verklaard dat hij enkel op het terrein aanwezig was om te blowen. Deze verklaring is ongeloofwaardig, omdat de verdachte door verbalisanten is aangetroffen met scharen in zijn zak en er kippengaas en tuingereedschap klaar stond om mee te nemen.
4.4.2.
Beoordeling
Vast staat dat de verdachte op 22 maart 2022 aanwezig is geweest op het terrein van het klooster op de [adres delict 1] te Dordrecht. Uit de aangifte blijkt dat meerdere zusters van het klooster een persoon in het tuinhuisje hebben gezien en de verdachte is daar aangehouden. Verdachte verklaart ook zelf ter zitting dat hij daar aanwezig was. Later is gebleken dat er diverse goederen uit de schuur zijn gehaald, waaronder gereedschap en kippengaas, en dat de toegangspoort niet zoals gebruikelijk met een balk was afgesloten. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij was weggelopen van zijn plaats in de zorginstelling en zich in het tuinhuisje wilde verstoppen om een blowtje te draaien. De verdachte heeft erkend dat hij de bij hem aangetroffen scharen heeft gepakt, maar heeft ontkend dat hij het kippengaas en het gereedschap apart heeft gelegd of heeft willen wegnemen.
De rechtbank is van oordeel dat op basis van de inhoud van het procesdossier niet wettig en overtuigend kan worden vastgesteld dat de verdachte de intentie heeft gehad om zich het kippengaas en het gereedschap wederrechtelijk toe te eigenen. De enkele omstandigheid dat deze goederen zich op een andere plaats bevonden dan waar deze volgens de aangeefster eerst stonden, is daartoe onvoldoende.
Verdachte heeft erkend de scharen te hebben meegenomen en de verdachte is buiten het terrein, in het bezit van de scharen, aangehouden. Een voltooide diefstal is echter niet tenlastegelegd. Van de ten laste gelegde poging tot diefstal is geen sprake, omdat de toeeigening reeds was voltooid. De rechtbank zal de verdachte derhalve integraal vrijspreken van de ten laste gelegde poging tot diefstal.
4.4.3.
Conclusie
Het onder 5 ten laste gelegde is niet wettig en overtuigend bewezen. De verdachte wordt daarvan vrijgesproken.
4.5.
Bewijswaardering: feit 1 (subsidiair)
4.5.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit. Niet kan worden vastgesteld dat het de verdachte is geweest die in de tuin van de aangever aanwezig was en de intentie had om zich een airfryer wederrechtelijk toe te eigenen. De verdediging acht daartoe de verklaring van de verdachte ter terechtzitting – dat hij wel in een tuin aanwezig was, maar niet in de tuin van aangever en dat hij nooit een airfryer heeft vastgehad – doorslaggevend.
4.5.2.
Beoordeling
Op grond van de uitgewerkte bewijsmiddelen in bijlage II, te weten de aangifte van [naam slachtoffer] (hierna: “de aangever”) en het proces-verbaal van bevindingen, stelt de rechtbank vast dat het de verdachte is geweest die op 9 december 2021 aanwezig was in de tuin van de aangever en een poging heeft gedaan zich de airfryer wederrechtelijk toe te eigenen. De aangever, wonende aan de [adres delict 2] , heeft verklaard dat hij op 9 december 2021 omstreeks 4:55 uur in zijn achtertuin keek, een persoon zag in zijn schuur en dat deze persoon vervolgens de schuur uit liep en een airfryer in zijn handen had. Op camerabeelden van de tuin van de aangever is blijkens een proces-verbaal bevindingen, dat is opgemaakt naar aanleiding van die beelden, te zien dat om 4:57 uur een man uit de schuur komt lopen en dat deze iets in zijn handen draagt. De airfryer is later in de tuin aangetroffen. De verdachte heeft bij de politie verklaard dat hij in de nacht dat hij is aangehouden, in de achtertuin van aangever is geweest.
Op zitting heeft de verdachte andersluidend verklaard, in die zin dat hij niet in de betreffende tuin aanwezig was. Gelet op de eerdere verklaring van de verdachte bij de politie, in onderlinge samenhang bezien met het feit dat de verdachte – kort na de melding door aangever – door de politie werd aangetroffen terwijl hij zich trachtte te verstoppen in de directe nabijheid van de tuin van de aangever en het feit dat het door de aangever opgegeven signalement geheel overeenkwam met het signalement van de verdachte op dat moment, acht de rechtbank de verklaring van de verdachte ter terechtzitting ongeloofwaardig
4.5.3.
Conclusie
Het onder 1 (subsidiair) ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.6.
Bewijswaardering: feit 4
4.6.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het onder 4, 4e gedachtestreepje (diefstal HVC), 5e gedachtestreepje (diefstal Stichting Parkhuis), 7e gedachtestreepje (diefstal VVE [naam VvE 3] ) en 9e gedachtestreepje (diefstal VVE [naam VvE 4] ) ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen voor zover het de diefstal van de sleutels betreft. De officier van justitie baseert zich hiertoe op de aangiftes, het proces-verbaal dat ziet op de doorzoeking van de woning van de verdachte en de processen-verbalen waaruit blijkt dat de aangevers meerdere sleutels hebben herkend.
De officier van justitie concludeert tot vrijspraak van hetgeen ten laste gelegd onder 4, 6e gedachtestreepje (diefstal [naam VvE 1] ), omdat op basis van de inhoud van het procesdossier niet kan worden vastgesteld dat de verdachte de sleutels heeft weggenomen.
4.6.2.
Beoordeling
HVC (4e gedachtestreepje), Parkhuis (5e gedachtestreepje) en Vve [naam VvE 4] (9e gedachtestreepje)
Op grond van de redengevende feiten en omstandigheden in de bewijsmiddelen komt de rechtbank, net als de officier van justitie, tot bewezenverklaring van het onder 4, 4e, 5e en 9e gedachtestreepje, ten laste gelegde feit. Hoewel de verdachte zich deze diefstallen niet meer zegt te kunnen herinneren, bevat het dossier diverse aangiftes met betrekking tot de diefstal van de sleutels. Daarbij komt dat de woning van de verdachte is doorzocht en dat de sleutels die in zijn woning zijn aangetroffen, zijn herkend door de aangevers als zijnde de gestolen sleutels. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van dat gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op andere goederen dan de sleutels.
VVE [naam VvE 1] (6e gedachtestreepje) en VVE [naam VvE 5] (7e gedachtestreepje)
Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat het onder 4, 7e gedachtestreepje ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. Anders dan de officier van justitie is de rechtbank echter van oordeel dat ook het onder 4, 6e gedachtestreepje ten laste gelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Namens VVE [naam VvE 1] (Toren 1) is op 25 september aangifte gedaan van de diefstal van meerdere sleutels. De aangever heeft vervolgens meerdere sleutels, die bij de verdachte zijn aangetroffen, herkend als zijnde eigendom van de VVE [naam VvE 1] (Toren 1). Daarnaast is namens VVE [naam VvE 6] op 26 september 2021 tevens aangifte gedaan van diefstal.
De rechtbank concludeert op grond van de uitgewerkte bewijsmiddelen in bijlage II dat het de verdachte is geweest die de sleutels heeft weggenomen bij de VVE [naam VvE 1] en bij de VVE [naam VvE 6] . Hoewel uit de inhoud van het procesdossier niet blijkt dat de sleutels van VVE [naam VvE 6] zijn herkend, blijkt uit de aangifte dat de masterkey van Toren 2 in de sleutelkluis van [naam VvE 1] zat en dat hierdoor de toegang tot [naam VvE 6] is verkregen. De rechtbank is derhalve van oordeel dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte de sleutel van VVE [naam VvE 6] tevens heeft weggenomen. Beide feiten zijn daarmee wettig en overtuigend bewezen. Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat de verdachte partieel dient te worden vrijgesproken van dat gedeelte van de tenlastelegging dat ziet op andere goederen dan de sleutels.
4.6.3.
Conclusie
Het onder 4 (4e, 5e, 6e, 7e en 9e gedachtestreepje) ten laste gelegde is wettig en overtuigend bewezen.
4.7.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 (subsidiair) en 4 (4e, 5e, 6e, 7e en 9e gedachtestreepje) ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 en 4 (1e, 2e, 3e en 8e gedachtestreepje) ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1.
hij, op 9 december 2021, te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om op een besloten erf waarop een woning stond, [adres delict 2] te Dordrecht, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, een airfryer, die aan [naam slachtoffer] , toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen door middel van inklimming en met dat oogmerk een schuur heeft opengedaan en aldaar een airfryer heeft uitgehaald en op het gras heeft neergezet terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in de periode van 21 november 2021 tot en met 23 november 2021 te Dordrecht (uit een brandweerkluis), meerdere,
- pasjes en
- tags en
- elektronische sleutels,
die aan De Hoop toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, die weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak ;
4.
hij, op meer tijdstippen in de periode van 1 september 2021 tot en met 2 februari 2022, te Dordrecht, telkens met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, heeft weggenomen
- een pantalon en meerdere doosjes versnaperingen, en een kar, toebehorend aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, (de Professor Kohnstammlaan, aangifte [nummer proces-verbaal 1] & [nummer proces-verbaal 2] ) en
- één sleutel en een tag toebehorend aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, (de Romboutslaan, aangifte [nummer proces-verbaal 1] ) en
- meerdere sleutels en een cilinder met medisch gas, toebehorend aan het Albert Schweitzer ziekenhuis (Albert Schweitzerplaats, aangifte [nummer proces-verbaal 3] ) en
- meerdere sleutels toebehorend aan HVC (de Groen van Prinstererweg en Kranenbrugstraat, aangifte [nummer proces-verbaal 4] ) en
- een sleutel toebehorend aan Stichting het Parkhuis (Haaswijkweg Oost, aangifte [nummer proces-verbaal 5] ) en
- meerdere sleutels toebehorend aan Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] ( [adres delict 3] tot [adres delict 4] , aangifte [nummer proces-verbaal 6] ) en
- één sleutel toebehorend aan Vereniging van Eigenaren [naam VvE 3] ( [adres delict 5] , aangifte [nummer proces-verbaal 7] ) en- een sleutel toebehorend aan Optisport Dordrecht BV (Fanny Blankers-Koenweg, aangifte [nummer proces-verbaal 8] ) en/of
- meerdere sleutels toebehorend aan Vve [naam VvE 4] , ( [adres delict 6] , aangifte [nummer proces-verbaal 9] )
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of een valse sleutel, te weten (een) tag(s) en/of (een) sleutel(s), tot welk gebruik hij, verdachte onbevoegd was, door middels die tag(s) en/of sleutel(s) deur(en) te openen en/of toegang te krijgen tot het/de pand(en).
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5..Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
1. poging tot diefstal gedurende voor de nachtrust bestemde tijd op een besloten erf waarop een woning staat door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van inklimming;
2. diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4. diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of een valse sleutel, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich gedurende een langere periode van meerdere maanden schuldig gemaakt aan een omvangrijke reeks van strafbare feiten. De verdachte heeft door middel van braak meerdere sleutels weggenomen uit brandweerkluizen en heeft zichzelf met deze sleutels de toegang verschaft tot enkele gebouwen alwaar hij sleutels en andere goederen heeft weggenomen. Dit betrof onder andere een medisch gascilinder bij het Albert Schweitzer ziekenhuis.
Met zijn handelen heeft de verdachte onrust en schade veroorzaakt in de buurt rondom het Albert Schweitzer ziekenhuis. De verdachte heeft zich bij het plegen van de strafbare feiten laten leiden door zijn eigen behoeftes en heeft hierbij geen respect getoond voor het eigendomsrecht van de eigenaren van de goederen. Hij heeft tevens niet stilgestaan bij de hinderlijke – en in sommige gevallen zeer kostbare – gevolgen van het verdwijnen van toegangssleutels voor de eigenaren. Evenmin heeft hij rekening gehouden met de mogelijke ernstige gevolgen en risico’s voor de volksgezondheid als gevolg van de diefstal van de gascilinder. Dit wordt de verdachte aangerekend.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 13 april 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 mei 2022. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De verdachte is een 32-jarige man die in de periode van 2018 tot en met 2021 meerdere malen is veroordeeld voor diefstallen. De reclassering spreekt van een patroon van vermogensdelicten. Op vrijwel alle leefgebieden zijn er risicoverhogende factoren aanwezig. Zo heeft de verdachte geen vaste woon- of verblijfplaats, geen dagbesteding en geen inkomen. Er is daarnaast sprake van verslavingsproblematiek en problematiek in het psychosociaal functioneren. Recidive en onttrekking worden in stand gehouden, omdat er sprake lijkt te zijn van een gebrekkige impulsbeheersing. De reclassering ziet daarnaast geen beschermende factoren. Zo kan de verdachte niet terugvallen op een steunend netwerk.
Gelet op het recidiverisico acht de reclassering een langdurige klinische opname noodzakelijk. Nu de verdachte niet intrinsiek gemotiveerd is voor een langdurige klinische opname, acht de reclassering het noodzakelijk dat de verdachte wordt opgenomen in een beschermde woonvorm waarbij hij praktisch wordt ondersteund met dagelijkse levensverrichtingen en met dagbesteding. Het recidiverisico kan op deze manier zoveel mogelijk worden beperkt. De reclassering acht het voorts noodzakelijk dat de verdachte opnieuw wordt gediagnosticeerd zodat hieruit mogelijk een behandeling kan worden opgestart. Indien de verdachte zich onttrekt aan de voorwaarden of indien er sprake is van recidive, adviseert de reclassering om in afstemming met het Openbaar Ministerie te bezien of sprake is van het voldoen aan de criteria voor een ISD-maatregel.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De rechtbank wijkt daarbij af van de eis van de officier van justitie en zal een hogere gevangenisstraf opleggen. De rechtbank is van oordeel dat de eis van de officier van justitie onvoldoende recht doet aan de ernst van het bewezenverklaarde, omdat het een groot aantal strafbare feiten betreft en de verdachte enorme schade heeft aangericht in de omgeving rondom het Albert Schweitzer ziekenhuis.
De rechtbank zal een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel en de daaraan verbonden voorwaarden dienen er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen voorwerpen terug te geven aan de verdachte.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen voorwerpen behoren aan de verdachte toe. Ten aanzien daarvan zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9..Vorderingen benadeelde partijen

9.1.
Ingestelde vorderingen
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: De Hoop GGZ ter zake van het onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.259,00 aan materiële schade.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: Stichting Albert Schweitzer Ziekenhuis ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.443,52 aan materiële schade.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: HVC N.V. ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 3.148,08 aan materiële schade.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: Stichting Het Parkhuis ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 19.183,06 aan materiële schade.
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] en [naam VvE 5] Dordrecht ter zake van het onder 4 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 1.214,24 aan materiële schade.
9.2.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat de ingestelde vordering van de benadeelde partij HVC onvoldoende is onderbouwd en om die reden niet-ontvankelijk dient te worden verklaard.
De vordering van de benadeelde partij Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis dient tevens niet-ontvankelijk te worden verklaard, omdat onvoldoende is gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het handelen van de verdachte rechtstreeks materiële schade heeft geleden.
De vorderingen van De Hoop GGZ, Stichting Het Parkhuis en Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] en [naam VvE 5] Dordrecht dienen te worden toegewezen voor zover deze vorderingen zien op de kosten die zijn gemaakt voor het vervangen van de sloten (respectievelijk:
€ 1.019,00, € 6.071,70 en € 1.224,00), vermeerderd met de wettelijke rente. Het overige gedeelte van de vorderingen dient niet-ontvankelijk te worden verklaard. De officier van justitie vordert geen schadevergoedingsmaatregel, omdat de verwachting is dat de verdachte de bedragen niet kan betalen.
9.3.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich ten aanzien van de vordering van De Hoop GGZ en het Albert Schweitzer ziekenhuis aangesloten bij het standpunt van de officier van justitie.
De vordering van HVC dient te worden afgewezen, omdat de vordering niet is onderbouwd.
Nu de verdediging vrijspraak heeft bepleit voor zover het ten laste gelegde ziet op Stichting het Parkhuis, dient de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te worden verklaard, dan wel te worden afgewezen.
Ten aanzien van de benadeelde partij Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] en [naam VvE 5] Dordrecht stelt de verdediging zich op het standpunt dat de vordering enkel een kostenopgave bevat en dat de vordering hiermee onvoldoende is onderbouwd. De vordering dient derhalve te worden afgewezen, dan wel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
9.4.
Beoordeling
De Hoop GGZ, HVC, Stichting het Parkhuis en Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1]
en [naam VvE 5] Dordrecht
De rechtbank constateert dat in de hierboven genoemde vorderingen een machtiging of een
uittreksel van de Kamer van Koophandel ontbreekt, waardoor niet is gebleken dat de personen die de vorderingen hebben ingediend, bevoegd waren tot het indienen daarvan. De benadeelde partijen zullen daarom niet-ontvankelijk worden verklaard. De vorderingen
kunnen slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis
Nu is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het onder 4 bewezen verklaarde strafbare feit, rechtstreeks materiële schade is toegebracht en de vordering genoegzaam is onderbouwd, zal deze, voor zover de vordering ziet op kosten die zijn gemaakt voor de controlerondes, gedeeltelijk worden toegewezen tot een bedrag van € 1.333,52.
Het deel van de vordering van de benadeelde partij dat betrekking heeft op het opstellen van het adviesplan (€ 1.110,00), levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, nu thans onvoldoende duidelijk is of de gemaakte kosten rechtstreeks verband houden met het handelen van de verdachte. De benadeelde partij zal in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard. Dit deel van de vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 2 februari 2022.
Nu de vordering van de benadeelde partij Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Nu de vordering van de overige benadeelde partijen (De Hoop GGZ, HVC, Stichting het
Parkhuis en Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] en [naam VvE 5] Dordrecht) niet-ontvankelijk
zullen worden verklaard, zullen deze benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten
door de verdachte ter verdediging van die vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden
worden begroot op nihil.
9.5.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis een schadevergoeding betalen van € 1.333,52, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 2 februari 2022 en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. De rechtbank ziet aanleiding om – zoals ook geëist door de officier van justitie – geen schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding van de overige benadeelde
partijen (De Hoop GGZ, HVC, Stichting het Parkhuis en Vereniging van Eigenaren
[naam VvE 1] en [naam VvE 5] Dordrecht) geen inhoudelijke beslissing genomen.

10..Vordering tenuitvoerlegging

10.1.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd:10/056527-19
Bij vonnis van 5 juni 2019 van de politierechter in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 1 (één) week voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 19 juni 2019.
10.1.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel moet worden toegewezen, nu de verdachte de algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, heeft overtreden.
10.1.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de proeftijd te verlengen.
10.1.3.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde straf. De rechtbank ziet in hetgeen door de verdediging is aangevoerd geen reden om de proeftijd te verlengen.
10.2.
Vonnis waarvan tenuitvoerlegging wordt gevorderd:10/097737-21
Bij vonnis van 25 augustus 2021 van de meervoudige kamer in deze rechtbank is de verdachte ter zake van diefstal (meermalen gepleegd) en opzetheling veroordeeld voor zover van belang tot een gevangenisstraf van 248 dagen waarvan 150 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De proeftijd is ingegaan op 9 september 2021.
10.2.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering in zijn geheel moet worden toegewezen, nu de verdachte de algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, heeft overtreden.
10.2.2.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de vordering moet worden afgewezen. Subsidiair heeft de verdediging verzocht de proeftijd te verlengen.
10.2.3.
Beoordeling
De hierboven bewezen verklaarde feiten zijn na het wijzen van dit vonnis en voor het einde van de proeftijd gepleegd. Door het plegen van de bewezen feiten heeft de verdachte de aan het vonnis verbonden algemene voorwaarde, dat hij voor het einde van de proeftijd geen nieuwe strafbare feiten zou plegen, niet nageleefd.
Daarom zal de tenuitvoerlegging worden gelast van het voorwaardelijk gedeelte van de bij dat vonnis aan de verdachte opgelegde straf. De rechtbank ziet in hetgeen door de verdediging is aangevoerd geen reden om de proeftijd te verlengen.

11..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 45, 57, 311 van het Wetboek van Strafrecht.

12..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

13..Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1 (primair), 3, 4 (10e gedachtestreepje) en
5 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 1 (subsidiair), 2, 4 (1e tot en met 9e gedachtestreepje) ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte (ook) daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 10 (tien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
5 (vijf) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaar;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
zich binnen 3 dagen na het ingaan van de proeftijd meldt bij Antes Reclassering op het adres [adres reclassering] te Dordrecht. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
zich laat behandelen door Antes Zorg of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zo snel mogelijk. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
verblijft bij Antes Zorg of een andere instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf start zo snel mogelijk. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, zoals die blijken uit de kennisgevingen van inbeslagname in het dossier, als volgt:
gelast de teruggave aan de verdachte van:
- Goednummer [beslagnummer 1] (volgnummer 1)
Armband, 2 stuks, meerkleurig, 1. Zwart/witte armband, 2. zilverkl. armband met 2 bedels;
- Goednummer [beslagnummer 2] (volgnummer 2)
Oorsieraad, meerkleurig, 1 grote oorbel met kralen en sierstenen;
- Goednummer [beslagnummer 3] (volgnummer 3);
Horloge, zilverkleurig, gouden wijzerplaat met letter ‘chance’;
- Goednummer [beslagnummer 4] (volgnummer 4)
Broche, 2 stuks, roze, vierkant.
- Goednummer [beslagnummer 5]
Zilverkleurige aansteker met een zwarte os op het goed afgebeeld.
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan die van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf;
verklaart de benadeelde partijen De Hoop GGZ, HVC, Stichting Parkhuis en Vereniging van eigenaren [naam VvE 1] en [naam VvE 6] Dordrecht niet-ontvankelijk in hun vordering;
bepaalt dat deze vorderingen slechts kunnen worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partijen De Hoop GGZ, HVC, Stichting Parkhuis en Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] en [naam VvE 5] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij Stichting Albert Schweitzer ziekenhuis, te betalen een bedrag van
€ 1.333,52 (zegge: duizend driehonderddrieëndertig en tweeënvijftig cent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 2 februari 2022 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij Albert Schweitzer ziekenhuis niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij Albert Schweitzer ziekenhuis gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 5 juni 2019 van de politierechter in deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van: 1 (één) week;
gelast de
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de tijd van:
150 (honderdvijftig) dagen.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. A.M.H. Geerars en A.M.T.A. Verhagen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J.R. de Graaf, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 8 juni 2022.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
1.
hij, op of omstreeks 9 december 2021, te Dordrecht, op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres delict 2] te Dordrecht, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, airfryer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij, op of omstreeks 9 december 2021, te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om op een besloten erf waarop een woning stond, [adres delict 2] te Dordrecht, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, airfryer, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming met dat oogmerk een schuur heeft opengebroken en/of opengedaan en aldaar een airfryer, althans een goed, heeft uitgehaald en op het gras althans in de tuin heeft neergezet terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
2.
hij in of omstreeks de periode van 21 november 2021 tot en met 23 november 2021 te Dordrecht (uit een brandweerkluis), meerdere althans één
- pasje(s) en/of
- tag(s) en/of
- ( elektronische) sleutel(s),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan De Hoop, in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak en/of verbreking;
3.
hij in of omstreeks de periode van 24 september 2021 tot en met 27 september 2021
te Dordrecht, meermalen althans eenmaal meerdere althans één
- pasje(s) en/of (identiteits)papieren en/of
- pasprinter(s) en/of
- paslezer(s),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Polderwiel en/of Woonzorg Nederland en/of Woonzorg Spectrum en/of de Stasbibliotheek, in elk geval aan een
ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak en/of verbreking en/of inklimming en/of een valse sleutel, door (een) sleutel(s) en/of (een) toegangscode(s) pasje(s) en/of tag(s) onbevoegd en/of niet gerechtigd te gebruiken om (schuif)deur(en) en/of kluis/kluizen en/of kast(en) te openen;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
hij in of omstreeks de periode van 24 september 2021 tot en met 27 september 2021 te Dordrecht opzettelijk en wederrechtelijk meerdere althans één
- kast(en) en/of
- ( schuif)deur(en) en/of
- kozijn(en)en/of
- slot(en)en/of
- deur(en)en/of
- ( deur)post(en),
in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Polderwiel en/of Woonzorg Nederland en/of Verzorgingstehuis Het Spectrum en/of de Stasbibliotheek, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
hij, op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 september 2021 tot en met 2 februari 2022, te Dordrecht, althans in Nederland, (telkens) met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, heeft weggenomen
- een pantalon en/of meerdere althans één doosje(s) versnaperingen, althans etenswaar en/of een kar, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, in elk geval aan een ander (de Professor Kohnstammlaan, aangifte [nummer proces-verbaal 1] & [nummer proces-verbaal 2] ) en/of
- meerdere althans één sleutel(s) en/of tag(s) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan de Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid, in elk geval aan een ander (de Romboutslaanaan, aangifte [nummer proces-verbaal 1] ) en/of
- meerdere althans één sleutel(s) en/of een cilinder met medisch gas, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan het Albert Schweitzer ziekenhuis in elk geval aan een ander (Albert Schweitzerplaats, aangifte [nummer proces-verbaal 3] ) en/of
- meerdere althans één sleutel(s) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan HVC in elk geval aan een ander (de Groen van Prinstererweg en/of Kranenbrugstraat, aangifte [nummer proces-verbaal 4] ) en/of
- een sleutel en/of snoep/koek, althans etenswaar en/of een tv en/of meerdere althans één laptop(s)/computer(s)/tablet(s) en/of een braintrainer (spel)en/of meerdere althans één stuk(s) gereedschap en/of meerdere althans één luidspreker(s) en/of een cd speler en/of een headset en/of een microfoon en/of een instrument en/of een (mobiele)telefoon en/of geld, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan Stichting het Parkhuis in elk geval aan een ander (Haaswijkweg Oost, aangifte [nummer proces-verbaal 5] ) en/of
- meerdere althans één (led)lamp(en) en/of meerdere althans één sleutels en/of een koffiezetapparaat en/of waterkoker, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan Vereniging van Eigenaren [naam VvE 1] in elk geval van een ander ( [adres delict 3] tot [adres delict 4] , aangifte [nummer proces-verbaal 6] ) en/of
- meerdere althans één sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan Vereniging van Eigenaren [naam VvE 3] in elk geval van een ander [adres delict 5] , aangifte [nummer proces-verbaal 7] ) en/of
- een sleutel, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan Optisport Dordrecht BV, in elk geval van een ander (Fanny Blankers-Koenweg, aangifte [nummer proces-verbaal 8] ) en/of
- meerdere althans één sleutel(s) in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan Vve [naam VvE 4] , in elk geval van een ander ( [adres delict 6] , aangifte [nummer proces-verbaal 9] ) en/of
- meerdere althans één sleutel(s), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorend aan Vve [naam VvE 2] , in elk geval van een ander ( [naam VvE 2] , aangifte [nummer proces-verbaal 10] ) en/of
terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbrekingen/of inklimming en/of een valse sleutel, te weten (een) tag(s) en/of (een) sleutel(s), tot welk gebruik hij, verdachte onbevoegd en/of niet gerechtigd was, door middels die tag(s) en/of sleutel(s) deur(en) te openen en/of toegang te krijgen tot het/de pand(en);
hij, in of omstreeks de periode van 21 maart 2022 tot en met 22 maart 2022, te Dordrecht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres delict 1] te Dordrecht, alwaar hij, verdachte, zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, tuingereedschap en/of (kippen)gaas en/of meerdere althans één scha(a)r(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Klooster Gemeenschap, in elk geval aan een ander dan aan verdachte toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te
nemen goed/goederen onder zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking en/of inklimming met dat oogmerk
- een poort/deur die toegang geeft tot een tuin van dit wooncomplex heeft opengebroken en/of opengedaan en/of
- een schuur heeft opengebroken en/of opengedaan en aldaar een aanwezige goed(eren), heeft uitgehaald en bij de poort/deur, althans in de tuin heeft neergezet, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.