ECLI:NL:RBROT:2022:4921
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging huurovereenkomst op grond van dringend eigen gebruik en stedenbouwkundig motief
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 17 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Vestia en de huurders [gedaagde 1] en [gedaagde 2]. Vestia heeft de huurovereenkomst met de huurders opgezegd op grond van dringend eigen gebruik, omdat er ingrijpende renovaties aan het Patrimonium’s Hof moeten plaatsvinden. De huurders hebben de opzegging betwist en vorderden in reconventie dat zij na de renovatie terug mogen keren naar de woning en dat de huurprijs gelijk blijft aan de huidige huurprijs. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst van rechtswege van kracht is gebleven na de opzegging en dat de vordering van Vestia tot beëindiging van de huurovereenkomst kan worden toegewezen, mits Vestia aannemelijk maakt dat zij de woning dringend nodig heeft voor eigen gebruik. De rechter heeft geoordeeld dat de renovatieplannen van Vestia voldoen aan de eisen voor dringend eigen gebruik, omdat deze zijn ingegeven door een stedenbouwkundig motief. De kantonrechter heeft de huurders veroordeeld om de woning uiterlijk op 1 augustus 2022 te ontruimen, maar heeft de vorderingen in reconventie afgewezen. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moeten betalen.