Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
2..De vaststaande feiten
3..Het geschil in conventie
4..Het geschil in reconventie
5..De beoordeling
6..De beslissing
:
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter te Dordrecht op 10 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Your Parcel Partner B.V. (YPP) en een voormalige werknemer, aangeduid als [gedaagde]. Het geschil betreft de vraag of YPP [gedaagde] kan houden aan een concurrentiebeding dat in zijn arbeidsovereenkomst is opgenomen. [gedaagde] was sinds 27 december 2011 in dienst bij YPP en heeft zijn arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 augustus 2021. Na zijn vertrek is hij in dienst getreden bij een concurrent van YPP, wat aanleiding gaf tot de vordering van YPP om boetes te verhalen op [gedaagde] wegens overtreding van het concurrentiebeding. YPP vorderde een boete van € 24.500,- en een bedrag van € 500,- per dag voor elke dag dat de overtreding voortduurde. [gedaagde] betwistte de vordering en stelde dat YPP geen rechtvaardig belang had bij handhaving van het concurrentiebeding, aangezien zijn nieuwe functie bij de concurrent geen schade toebracht aan YPP.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat het concurrentiebeding in dit geval onbillijk is en dat YPP geen voldoende belang heeft bij handhaving ervan. De rechter heeft vastgesteld dat het concurrentiebeding de vrijheid van arbeidskeuze van [gedaagde] onterecht beperkt, zonder dat YPP aannemelijk heeft gemaakt dat haar bedrijfsdebiet door de indiensttreding van [gedaagde] bij de concurrent daadwerkelijk is aangetast. De vorderingen van YPP zijn afgewezen en het concurrentiebeding is vernietigd. YPP is in de proceskosten veroordeeld.