ECLI:NL:RBROT:2022:4798

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 maart 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
10/270169-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot diefstal met geweld in vereniging tijdens de nachtrust in een woning met vuurwapen

Op 18 maart 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van poging tot diefstal met geweld in vereniging. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 6 oktober 2021 in Barendrecht, waar de verdachte samen met een medeverdachte een gewapende overval op een woning heeft geprobeerd. De verdachte had eerder die avond het slachtoffer opgehaald en hen samen naar de woning van het slachtoffer gebracht. Na het openen van de deur door het slachtoffer, stormde de medeverdachte met een vuurwapen de woning binnen en probeerde het slachtoffer met geweld te beroven. Het slachtoffer kon echter het alarm activeren, waardoor de overval mislukte.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte, ondanks dat de verdachte zelf geen geweld heeft gebruikt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een essentiële bijdrage heeft geleverd aan de poging tot woningoverval door ervoor te zorgen dat de deur werd geopend. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, waarbij de rechtbank rekening hield met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is gepleegd, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank benadrukte dat de overval plaatsvond in de nachtelijke uren en dat het slachtoffer een bekende van de verdachte was, wat de ernst van het delict vergrootte.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/270169-21
Datum uitspraak: 18 maart 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd
in de Penitentiaire Inrichting te Krimpen aan den IJssel,
raadsvrouw mr. S. Bosmans, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 maart 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.L. van Prooijen heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren, met aftrek van voorarrest.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
4.1.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de primair ten laste gelegde poging tot diefstal met geweld in vereniging niet wettig en overtuigend kan worden bewezen. Bij de verdachte was er het opzet op het samenbrengen van de medeverdachte en aangever, maar er is tussen de verdachte en de medeverdachte geen vooropgezet plan geweest om aangever te beroven. De verdachte heeft onder druk van de medeverdachte aangebeld bij de woning van aangever en is toen direct vertrokken. Er is dan ook geen sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte. De intellectuele en/of materiële bijdrage van de verdachte aan het delict is niet van voldoende gewicht om te kunnen spreken van medeplegen. Ten aanzien van de subsidiair ten laste gelegde medeplichtigheid refereert de verdediging zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.1.2.
Beoordeling door de rechtbank
Op 6 oktober 2021 heeft er tussen 00:00 uur en 00:30 uur een poging tot een gewapende overval plaatsgevonden in de woning van aangever aan de [adres delict] te Barendrecht (hierna: de woning). Aangever is op 5 oktober 2021 omstreeks 20:30 uur bij zijn woning door de verdachte opgehaald om iets in Rotterdam te gaan drinken. Rond 00:00 uur heeft de verdachte aangever weer bij de woning afgezet. Ongeveer een kwartier daarna is de verdachte samen met de medeverdachte – die hem in de nabijheid van de woning al stond op te wachten – terug naar de woning van aangever gegaan. De verdachte heeft vervolgens aangebeld bij de woning van aangever en vroeg daarbij of aangever zijn telefoon had. Aangever heeft vervolgens de voordeur geopend, waarna de medeverdachte de woning met een vuurwapen is ingestormd en vervolgens heeft geprobeerd om aangever met geweld te beroven van zijn geld. Dit is uiteindelijk niet gelukt, omdat aangever het alarm van zijn woning liet afgaan via een afstandsbediening die in zijn broekzak zat. De medeverdachte is vervolgens weggerend. De verdachte was al eerder weggegaan, namelijk nadat de aangever de voordeur had geopend.
De vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of hier sprake is van medeplegen. Voor medeplegen is vereist dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde – intellectuele en/of materiële – bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Voor de vereiste nauwe en bewuste samenwerking kan rekening gehouden worden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Uit de in de telefoon van de medeverdachte aangetroffen WhatsApp gesprekken blijkt hoe hij en de verdachte in de avond van 5 oktober 2021 elkaar op de hoogte hielden. Om 20:18 uur stuurt de verdachte naar de medeverdachte dat hij onderweg is naar Barendrecht. Om 20:29 uur stuurt de verdachte naar de medeverdachte
“Ben nu met hem”. Dit komt overeen met de verklaring van aangever dat hij rond 20:30 uur is opgehaald door de verdachte. De medeverdachte stuurt om 22:58 uur
“oso [straattaal voor huis] die is donker”en om 22:59 uur heeft de verdachte naar de medeverdachte gestuurd
“Maak je niet druk papa k voer hem dronken”. Om 23:00 uur stuurt de medeverdachte
“Ik zit hier”, waarop de verdachte stuurt
“Duurt niet lang meer”. Om 00:00 uur wordt er door de verdachte gestuurd
“5 minuten”en even later
“nu”.
Uit voornoemde berichten kan worden opgemaakt dat er tussen de verdachte en de medeverdachte een plan is geweest en dat er onderling contact was over de stand van zaken op dat moment. Uit deze berichtgeving kan ook worden opgemaakt dat de medeverdachte al een uur eerder dan de verdachte bij de woning van aangever was. Dit wordt ondersteund door de zendmastgegevens van de telefoon van de medeverdachte, waaruit blijkt dat de telefoon van de medeverdachte op 5 oktober 2021 om 23.10 uur en om 23.33 uur een zendmast aanstraalde aan de Harmonielaan in Barendrecht en om 23.53 uur een zendmast aan de Marijkesingel in Barendrecht. Uit informatie van de providers blijken deze aangestraalde zendmasten in de nabijheid van de woning van aangever te liggen.
De rechtbank is op grond van de uitgewerkte bewijsmiddelen in bijlage II en het voorgaande van oordeel dat sprake is geweest van een vooropgezet plan tussen de verdachte en de medeverdachte om aangever van een geldbedrag te beroven. De verdachte heeft bewerkstelligd dat de deur door aangever is geopend, zonder welke handeling de woningoverval niet had kunnen plaatsvinden. In zoverre heeft de verdachte daaraan een essentiële bijdrage geleverd. Verder duidt de aard van de berichten tussen de verdachte en de medeverdachte op de bewuste avond op (voorafgaande) concrete betrokkenheid van de verdachte bij de woningoverval. Naar aanleiding van de verklaringen van aangever, de verdachte en de uitgelezen telefoons kan worden vastgesteld wie welke concrete handelingen heeft verricht. Dat de verdachte uiteindelijk geen geweldshandelingen heeft verricht, maakt dit niet anders nu naar het oordeel van de rechtbank sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en de medeverdachte.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank dan ook van oordeel dat de verdachte als medepleger van de woningoverval moet worden aangemerkt.
4.1.3.
Conclusie
Bewezen is de primair ten laste gelegde poging tot diefstal met geweld in vereniging.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 6 oktober 2021 te Barendrecht
tezamen en in vereniging met een ander,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen aan de
[adres delict] , alwaar verdachte en/of zijn mededader zich tegen de wil van de
rechthebbende bevond(en), een geldbedrag, dat geheel aan [naam slachtoffer]
toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen
en deze poging diefstal te doen vergezellen van geweld tegen die [naam slachtoffer] , te plegen
met het oogmerk om die voorgenomen diefstal gemakkelijk te
maken, - de woning van die [naam slachtoffer] heeft/hebben betreden en heeft/hebben
voorkomen dat de voordeur door die [naam slachtoffer] werd dichtgeduwd en
- een (vuur)wapen, heeft/hebben getoond en
- die [naam slachtoffer] op de grond heeft/hebben gewerkt en
- de benen van die [naam slachtoffer] heeft/hebben vastgepakt en op die [naam slachtoffer]
is gaan zitten en
- een (vuur)wapentegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben geplaatst en
- met een (vuur)wapen tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben geslagen en
- tegen die [naam slachtoffer] heeft/hebben gezegd:
o “Je kan geld overmaken. Je hebt geld op je rekening!” en
o “Hou je bek!”,
althans woorden van gelijke (dreigende) aard/strekking en
- de kleding van die [naam slachtoffer] voor de mond van die [naam slachtoffer] heeft/hebben
gehouden en
- aan de kleding van die [naam slachtoffer] heeft/hebben getrokken, waardoor die
kleding strak om de keel van die [naam slachtoffer] kwam te zitten en die [naam slachtoffer]
in ademnood kwam,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten. Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op 6 oktober 2021 samen met zijn mededader schuldig gemaakt aan een poging tot woningoverval, gepleegd op een bekende van hem. De verdachte is de bewuste avond onder andere met het slachtoffer uit geweest in Rotterdam en bracht hem rond middernacht weer thuis. Gedurende deze avond heeft de verdachte steeds telefonisch contact onderhouden met de mededader. Uit (de aard van) dit contact blijkt van een vooropgezet plan om het slachtoffer later die avond te beroven, hetgeen ’s nachts ook daadwerkelijk is geprobeerd. De verdachte heeft er met een smoes voor gezorgd dat het slachtoffer de deur voor hem opende. De mededader is vervolgens met een vuurwapen de woning van het slachtoffer binnengestormd en heeft door middel van geweld geprobeerd om hem geld afhandig te maken. Het slachtoffer heeft het geweld uiteindelijk kunnen stoppen door het alarm van zijn woning af te laten gaan. Daarop is de mededader de woning ontvlucht zonder geld. Dat de woningoverval niet is voltooid is een gelukkige omstandigheid, die evenwel bepaald niet aan de verdachte of de medeverdachte is toe te rekenen.
Het handelen van de verdachte en de medeverdachte getuigt van een ernstige mate van gewetenloosheid en brutaliteit, waarbij de verdachte op grove en geraffineerde wijze misbruik heeft gemaakt van de vriendschappelijke relatie tussen hem en het slachtoffer.
Bovendien geldt dat de eigen woning een plaats is waar iemand zich bij uitstek veilig zou moeten voelen. De ervaring leert dan ook dat feiten als het onderhavige bij slachtoffers nog lange tijd gevoelens van angst en onveiligheid met zich brengen. Dit geldt temeer als dit in de nachtelijke uren plaatsvindt. De rechtbank rekent dit de verdachte zwaar aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
4 februari 2022, waaruit blijkt dat de verdachte in het recente verleden niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op de Landelijke Oriëntatiepunten voor Straftoemeting (hierna: LOVS) en gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
De rechtbank neemt als uitgangspunt vijf jaar onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een voltooide diefstal met meer dan licht geweld, overeenkomstig de LOVS. De verdachte en zijn mededader hebben namelijk duidelijk de grenzen van ‘licht geweld’ overschreden. In strafverminderende zin houdt de rechtbank rekening met het feit dat het hier om een poging gaat. Strafverzwarend acht de rechtbank dat het feit gepleegd is tijdens de nachtelijke uren, dat er een vuurwapen bij betrokken is geweest, dat aangever een vriend van de verdachte was en dat het feit in vereniging is gepleegd. Verder wordt er met de rol van de verdachte – hij heeft zelf geen (vuur)wapen vastgehad en geen direct lichamelijk geweld gebruikt – rekening gehouden. De rechtbank acht de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 45 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het primair ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) jaren;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R. Brand, voorzitter,
en mrs. P.E. van Althuis en N. Freese, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. D. den Haan, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 6 oktober 2021 te Barendrecht
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen aan de
[adres delict] , alwaar verdachte en/of zijn mededader zich tegen de wil van de
rechthebbende bevond(en),
een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer]
, in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)
toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen
en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen
volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , te plegen
met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s)
aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- de woning van die [naam slachtoffer] heeft/hebben betreden en/of heeft/hebben
voorkomen dat de voordeur door die [naam slachtoffer] werd dichtgeduwd en/of
- den (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp,
heeft/hebben getoond en/of
- die [naam slachtoffer] op de grond heeft/hebben gewerkt en/of
- de benen van die [naam slachtoffer] heeft/hebben vastgepakt en/of op die [naam slachtoffer]
is/zijn gaan zitten en/of
- dat/een (vuur)wapen, althans dat/een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp,
tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben geplaatst en/of
- Met dat/een (vuur)wapen, althans dat/een op een (vuur)wapen gelijkend
voorwerp, tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft/hebben geslagen en/of
- Tegen die [naam slachtoffer] heeft/hebben gezegd:
o “Je kan geld overmaken. Je hebt geld op je rekening!” en/of
o “Hou je bek!”,
althans woorden van gelijke (dreigende) aard/strekking en/of
- de kleding van die [naam slachtoffer] voor de mond van die [naam slachtoffer] heeft/hebben
gehouden en/of
- aan de kleding van die [naam slachtoffer] heeft/hebben getrokken, waardoor die
kleding strak om de keel van die [naam slachtoffer] kwam te zitten en die [naam slachtoffer]
in ademnood kwam,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou
kunnen leiden:
een ander op of omstreeks 6 oktober 2021 te Barendrecht,
ter uitvoering van het door die ander voorgenomen misdrijf om
gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning gelegen aan de
[adres delict] , alwaar die ander zich tegen de wil van de rechthebbende bevond,
een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [naam slachtoffer]
, in elk geval aan een ander dan aan die ander toebehoorde(n) weg te nemen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen
volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [naam slachtoffer] , te plegen
met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te
maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s)
aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
- de woning van die [naam slachtoffer] heeft betreden en/of heeft/hebben voorkomen
dat de voordeur door die [naam slachtoffer] werd dichtgeduwd en/of
- een (vuur)wapen, althans een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp, heeft
getoond en/of
- die [naam slachtoffer] op de grond heeft gewerkt en/of
- de benen van die [naam slachtoffer] heeft vastgepakt en/of op die [naam slachtoffer] is gaan
zitten en/of
- dat/een (vuur)wapen, althans dat/een op een (vuur)wapen gelijkend voorwerp,
tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft geplaatst en/of
- met dat/een (vuur)wapen, althans dat/een op een (vuur)wapen gelijkend
voorwerp, tegen het hoofd van die [naam slachtoffer] heeft geslagen en/of
- tegen die [naam slachtoffer] heeft gezegd:
o “Je kan geld overmaken. Je hebt geld op je rekening!” en/of
o “Hou je bek!”,
Althans woorden van gelijke (dreigende) aard/strekking en/of
- de kleding van die [naam slachtoffer] voor de mond van die [naam slachtoffer] heeft
gehouden en/of
- aan de kleding van die [naam slachtoffer] heeft getrokken, waardoor die kleding strak
om de keel van die [naam slachtoffer] kwam te zitten en die [naam slachtoffer] in ademnood
kwam,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks
6 oktober 2021 te Barendrecht
opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of
inlichtingen heeft verschaft, door
- die ander te informeren over een aan die [naam slachtoffer] uitgekeerd geldbedrag
en/of
- die ander naar de plaats van het misdrijf te vervoeren en/of
- bij de woning van die [naam slachtoffer] aan te bellen en/of
- aan die [naam slachtoffer] te vragen: “Heb jij mijn telefoon?” en/of
- opzij te stappen, waardoor die ander de woning van die [naam slachtoffer] kon
betreden.