ECLI:NL:RBROT:2022:4763

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
10/060737-21 en 13/201153-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring opruiing, bedreiging opsporingsambtenaren en minister-president Mark Rutte, diefstal verkiezingsborden en niet voldoen aan een ambtelijk bevel

Op 15 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaken met parketnummers 10/060737-21 en 13/201153-21. De verdachte is beschuldigd van opruiing, bedreiging van opsporingsambtenaren en minister-president Mark Rutte, diefstal van verkiezingsborden en het niet voldoen aan een ambtelijk bevel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 29 januari 2021 tot en met 8 februari 2021 via Telegram groepen opruiende berichten heeft geplaatst, waarin hij anderen aanzette tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. De verdachte heeft onder andere woorden gebruikt als 'bewapenen', 'elimineren' en 'tegen de muur zetten', wat door de rechtbank als aanmoediging tot geweld werd geïnterpreteerd. De verdediging voerde aan dat de verdachte enkel zijn frustraties over het coronabeleid uitte en niet de intentie had om geweld aan te moedigen. De rechtbank verwierp dit verweer en oordeelde dat de verdachte met zijn uitlatingen opzettelijk de kans heeft aanvaard dat anderen tot geweld zouden worden aangezet. Daarnaast heeft de verdachte ook bedreigingen geuit richting opsporingsambtenaren en de minister-president, wat leidde tot een veroordeling voor bedreiging. De rechtbank legde een taakstraf van 140 uren op, alsook een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken met bijzondere voorwaarden. De verdachte werd verminderd toerekeningsvatbaar geacht, wat invloed had op de strafmaat.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummers: 10/060737-21 en 13/201153-21
Datum uitspraak: 15 juni 2022
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] ,
raadsman mr. A.W. Grijseels, advocaat te Rotterdam.

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 juni 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlasteleggingen is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. A. Ekiz heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van de onder parketnummers 10/060737-21 en 13/201153-21 ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een taakstraf voor de duur van 140 uur, subsidiair 70 dagen hechtenis met aftrek van voorarrest;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden, geheel voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering in de zaak met parketnummer 10/060737-21, feit 4, en in de zaak met parketnummer 13/201153-21
De verdediging heeft zich ten aanzien van deze ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De bewezenverklaring volgt uit de bewijsmiddelen in het dossier die zijn genoemd in bijlage II, zodat deze feiten zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard. Daarbij geldt dat wat de verdachte op de terechtzitting over deze feiten heeft aangevoerd voldoende wordt weerlegd door de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen.
4.2.
Bewijswaardering in de zaak met parketnummer 10/060737-21, feiten 1, 2 en 3
4.2.1.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van deze feiten vrijspraak bepleit. De verdachte heeft bij het opstellen en versturen van de teksten – zoals ten laste gelegd onder feit 1 – niet het doel voor ogen gehad om mensen op te roepen tot geweld tegen opsporingsambtenaren en minister-president Rutte. De woordkeuze van de verdachte is als stevig en duidelijk te bestempelen, maar hiermee heeft de verdachte slechts zijn woede en frustratie over het gevoerde coronabeleid tot uiting gebracht. De uitlatingen moeten worden bezien binnen de context van een land dat in crisis verkeerde, waarbij sprake was van veel frustratie en verzet tegen het coronabeleid. Ten aanzien van de feiten 2 en 3 heeft de verdediging aangevoerd dat de uitlatingen niet tot redelijke vrees bij Mark Rutte en een niet nader gedefinieerde groep opsporingsambtenaren hebben geleid of kunnen hebben leiden.
4.2.2.
Beoordeling
Het staat vast dat de verdachte de teksten zoals opgenomen in de tenlastelegging onder de gedachtestreepjes van feit 1 heeft geschreven en verstuurd in de Telegram groepen “Rellen Nederland” en “Stop de Lockdown”. De vraag is hoe deze teksten juridisch geduid moeten worden. De rechtbank zal hierna ingaan op de vraag of de verdachte zich daarmee schuldig heeft gemaakt aan opruiing (feit 1) en bedreiging van opsporingsambtenaren en minister-president Rutte (feiten 2 en 3).
Juridisch kader opruiing (feit 1)
In artikel 131 van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) is opruiing tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag strafbaar gesteld. Het belang van de strafbaarstelling is gelegen in bescherming van de openbare orde. Voor een bewezenverklaring moet, zo volgt uit de bestendige jurisprudentie rondom het strafbare feit opruiing, aan de volgende vereisten worden voldaan.
Door de verdachte moet zijn aangezet tot iets ongeoorloofds, te weten een naar Nederlands recht strafbaar feit en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. Bij de beoordeling van de vraag of daarvan sprake is, komt betekenis toe aan de inhoud en de strekking van de gedane uitlatingen, in hun onderlinge samenhang bezien, en de context waarin deze uitlatingen aan het publiek zijn geopenbaard. Om tot een bewezenverklaring van opruiing te komen, is niet vereist dat de opruiing enig gevolg heeft gehad. Ook is niet vereist dat vast komt te staan dat redelijkerwijs waarschijnlijk is te achten dat het strafbare feit, waartoe is opgeruid, zal plaatsvinden.
In het delict opruiing ligt het opzet – al dan niet in voorwaardelijke zin – van de opruier op het aanzetten tot strafbare feiten en/of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag besloten. Degene die opruit hoeft niet te weten dat het strafbaar is waartoe hij aanzet. Vereist is verder dat de uitlating in het openbaar en mondeling, bij geschrift of bij afbeelding is gedaan. Het internet kan worden aangemerkt als een openbare plaats, mits het publiek toegang heeft tot de internetpagina waarop de teksten zijn weergegeven.
Beoordeling opruiing
Ten aanzien van feit 1 staat niet ter discussie dat de verdachte zijn uitlatingen in het openbaar bij geschrift heeft gedaan. De Telegram groepen waarin de verdachte zijn uitlatingen heeft gedaan zijn voor het publiek toegankelijke plaatsen. De Telegram groep “Rellen Nederland” had in de periode dat de verdachte zijn berichten plaatste ruim 10.000 leden en de Telegram groep “Stop de Lockdown” ruim 500 leden.
Waar het in deze zaak met name om gaat is of de verdachte heeft aangezet tot iets ongeoorloofds, en zo ja, of daarbij sprake is van opzet. De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Op 23 januari 2021 werd in Nederland de avondklok ingesteld. Als gevolg hiervan hebben op verschillende plekken in Nederland de zogenoemde avondklokrellen plaatsgevonden. De actievoerders hadden kritiek op de vrijheidsbeperkende coronamaatregelen. Ongeveer tegelijkertijd vond vanaf 17 januari 2021 een reeks demonstraties plaats op het Museumplein in Amsterdam tegen de maatregelen van het kabinet. Nu de ten laste gelegde periode zich uitstrekt van 29 januari 2021 tot en met 8 februari 2021 moeten de uitlatingen van de verdachte mede worden gezien in de context van deze rellen en demonstraties.
In de door de verdachte op Telegram geplaatste berichten zijn de woorden ‘tackelen’, ‘doven’, ‘blokkeren’, ‘elimineren’, ‘bewapenen’ gebruikt. Evenals de zinsnedes ‘tijd om deze misdadige misleider tegen de muur wordt gezet’, ‘wraak nemen op die Romeo’s maximaal volgen, blokkeren en benadelen & uitschakelen waar dat mogelijk is’, ‘jacht-seizoen geopend’ en ‘maar het publieke domein, dus de straat is van ons allemaal. We zullen dat grondrecht als het moet met elke druppel bloed in ons lichaam verdedigen. Vrijheid….. of de dood’. De betekenis van deze woorden en zinsneden is naar het oordeel van de rechtbank voldoende duidelijk. Bovendien heeft de verdachte ter zitting verklaard dat ‘tegen de muur zetten’ taal is die wordt gebruikt in een burgeroorlog. Deze uitlatingen kunnen in de context waarin zij zijn gedaan, worden opgevat als een aanmoediging om geweld te gebruiken tegen het openbaar gezag, te weten de in de berichten genoemde Romeo’s (opsporingsambtenaren in burger) en minister-president Rutte. De woorden die de verdachte heeft gebruikt, met name ‘bewapenen’, ‘elimineren’ en ‘uitschakelen’ en de zinsnedes ‘tegen de muur zetten’ en ‘vrijheid of de dood’, zijn concreet gericht op geweld en hij heeft deze uitlatingen gedaan in verschillende Telegram groepen waar duizenden mensen deel van uitmaken en honderden live meekeken toen de verdachte zijn berichten plaatste.
Gelet op de context waarin de uitlatingen zijn gedaan, de inhoud en de strekking van de uitlatingen en alle uitlatingen in hun onderlinge samenhang bezien, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte met deze uitlatingen anderen heeft aangespoord tot het plegen van geweld tegen het openbaar gezag.
De verdachte heeft verklaard dat het niet zijn bedoeling was om mensen op te roepen tot geweld tegen opsporingsambtenaren of minister-president Rutte. Hij wilde mensen slechts laten inzien dat de overheid met de ingevoerde coronamaatregelen fundamentele rechten schond.
Naar het oordeel van de rechtbank zijn er onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat de verdachte ‘vol opzet’ heeft gehad op opruiing, zodat de vraag resteert of de verdachte in voorwaardelijke zin opzettelijk heeft gehandeld. De verdachte wist dat er in Nederland meerdere rellen, maatschappelijke onrust en wanordelijkheden waren ontstaan als gevolg van de maatregelen die de regering had genomen ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus. Dit was het gespreksonderwerp van de dag en daarvan is zeer uitgebreid verslag gedaan in de media. De verdachte was voorts zelf ook bij meerdere demonstraties tegen de coronamaatregelen aanwezig geweest.
Door onder voormelde omstandigheden opruiende berichten in openbare Telegram groepen te sturen heeft de verdachte naar het oordeel van de rechtbank bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat derden zouden worden aangezet tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. De rechtbank is derhalve van oordeel dat de verdachte minst genomen met voorwaardelijk opzet heeft gehandeld.
Juridisch kader bedreiging (feiten 2 en 3)
In artikel 285 Sr is bedreiging strafbaar gesteld. Degene die wordt bedreigd moet daadwerkelijk op de hoogte zijn geraakt van de bedreiging en de bedreiging moet van dien aard zijn en onder zodanige omstandigheden zijn verricht dat bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan dat het misdrijf waarmee werd gedreigd ook gepleegd zou worden. Het gaat erom dat de bedreiging in het algemeen een dergelijke vrees zou kunnen opwekken. Daarnaast moet sprake zijn van opzet bij de verdachte die zowel gericht is op het op de hoogte raken als op het ontstaan van redelijke vrees. Dit opzet kan ook in voorwaardelijke vorm aanwezig zijn: het bewust aanvaarden van de aanmerkelijke kans.
Beoordeling bedreiging
In de Telegram groep “Stop de Lockdown” heeft de verdachte onder meer de volgende uitlatingen gedaan: ‘wraak nemen op die Romeo’s maximaal volgen, blokkeren, benadelen en uitschakelen waar dat mogelijk is’, ‘jacht-seizoen geopend’, ‘leve het jachtseizoen; spoor ze op, blokkeer ze en elimineer deze politie-provocateurs’ en – ook in de Telegram groep “Rellen Nederland” – ‘tijd dat deze misdadige misleider tegen de muur wordt gezet’. Uit het dossier blijkt dat de opsporingsambtenaren en minister-president Rutte daadwerkelijk op de hoogte zijn geraakt van deze uitlatingen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn woorden als ‘wraak nemen op’, ‘uitschakelen’ en ‘elimineren’ als bedreigend aan te merken. Evenals ‘tegen de muur zetten’ waarmee naar veelvoorkomend taalgebruik ook wel doodschieten wordt bedoeld. Gelet op de context waarin de uitlatingen zijn gedaan, zijn zij geschikt om vrees te doen ontstaan dat daadwerkelijk een misdrijf tegen het leven of ander geweld zou worden gepleegd. Door de uitlatingen in openbare Telegram groepen te plaatsen, heeft de verdachte bovendien bewust de aanmerkelijke kans aanvaard op het in redelijkheid ontstaan van die vrees. De rechtbank is daarom van oordeel dat de verdachte deze aan hem tenlastegelegde bedreigingen heeft begaan
Deze bedreigingen leveren wel een eendaadse samenloop als bedoeld in artikel 55, eerste lid, Sr op met de onder feit 1 tenlastegelegde opruiing, nu sprake is van een in die mate samenhangend feitencomplex, dat de verdachte daarvan in wezen één verwijt kan worden gemaakt.
4.2.3.
Conclusie
Op grond van het voorgaande worden alle tot vrijspraak strekkende verweren van de verdediging verworpen. Bewezen is dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan opruiing, bedreiging van opsporingsambtenaren en bedreiging van minister-president Rutte.
4.3.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder parketnummer 10/060737-21 en 13/201153-21 ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
onder parketnummer 10/060737-21
1
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 29 januari 2021 tot
en met 08 februari 2021 te Rotterdam in het openbaar bij geschrift tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag heeft opgeruid, door in meerdere openbare groepen op Telegram,
meerdere berichten te plaatsen met de
volgende teksten:
- " Diktator Rutte blijft maar rond de vraag heen draaien, als hem de vraag ook
vanavond weer in het wekelijkse gesprek met de Minister-President gesteld wordt,
tot wanneer dat ‘even geduld / nog even volhouden’ duurt! Tijd om deze misdadige
misleider tegen de muur wordt gezet, en hem te vervangen door iemand die
onmiddellijk en onvoorwaardelijk deze corona-hysterie en tirannie beëindigd en
daarmee direct het Normale Normaal van voor maart 2021 hersteld. Ooowh wat
kook ik van woede..." (Telegram groepen "Rellen Nederland" en "Stop de
Lockdown") en- "MAAR het publieke domein, dus de straat van ons ALLEMAAL is... (!!) Wij zullen
dat grondrecht als het moet met elke druppel bloed in ons lijf verdedigen.
VRIJHEID… of de DOOD" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en- "Wraak nemen op die Romeo's maximaal VOLGEN, BLOKKEREN en BENADELEN
& UITSCHAKELEN waar dat mogelijk is" (Telegram groep "Stop de Lockdown")
en- "JACHT-SEIZOEN GEOPEND! Politie blijft halsstarrig en stelselmatig ontkennen
dat die ‘stillen’ er louter op uit zijn de Vrijheids-demo’s te frustreren, te tackelen en
te doven" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en- "T.a.v. die ‘Romeo’s’ of ‘stillen’: Politie blijft halsstarrig en op dezelfde manier met
steeds dezelfde formuleringen van zinnen voor de camera's van de systeem-pers
(MSM) de handelswijze van die stillen, (bij de politie bekendstaand als Arrestatie
Eénheden) ontkennen: Totaal geen kritische introspectie...totaal geen zelfreinigend
vermogen. Dat ze nu steeds banger worden toont aan dat ze een slecht geweten
hebben. LEVE HET JACHTSEIZOEN; Spoor ze op, Blokkeer ze, en ELIMINEER deze
POLITIE-PROVOCATEURS!!" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en- "We zullen nog veel feller in verzet en in opstand moeten komen, anders geen
verandering en ommekeer!!" (Telegram groep "Rellen Nederland") en- "De naam is toch duidelijk van deze groep: RELLEN NEDERLAND. Wat begrijp je
daar niet aan?" (Telegram groep "Rellen Nederland") en- "We zullen ons moeten bewapenen en/of massaal in Opstand moeten komen, valt
te vrezen als we onze machthebbers/beleidsmakers willen corrigeren en/of
vervangen!!" (Telegram groep beginnend met "Feel Free"),
welke berichten zichtbaar waren voor gebruikers van Telegram
2
hij op 31 januari 2021 te Rotterdammeerdere opsporingsambtenaren heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht, door in een openbare groep op Telegram meerdere berichten te
plaatsen met de volgende dreigende teksten:
- " Wraak nemen op die Romeo's maximaal VOLGEN, BLOKKEREN en BENADELEN
& UITSCHAKELEN waar dat mogelijk is" (Telegram groep "Stop de Lockdown")
en- "JACHT-SEIZOEN GEOPEND!!" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en- "LEVE HET JACHTSEIZOEN; Spoor ze op, Blokkeer ze en ELIMINEER deze
POLITIE-PROVOCATEURS" (Telegram groep "Stop de Lockdown")
3
hij op 29 januari 2021 te RotterdamM. Rutte heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht , door in meerdere openbare groepen op Telegram,
een bericht te plaatsen met de volgende dreigende tekst:
- " Tijd dat deze misdadige misleider tegen de muur wordt gezet, en hem te
vervangen door iemand die onmiddellijk en onvoorwaardelijk deze corona-hysterie
en tirannie beëindigd en daarmee direct het Normale Normaal van voor 2020
hersteld. Ooowh wat kook ik van woede…" (Telegram groepen "Rellen Nederland"
en/of "Stop de Lockdown")
4
hij in de periode van 15 februari 2021 tot en met 3 maart 2021 te Rotterdam,
meerdere campagneborden, die aan een ander toebehoorden, te weten aan de VVD, heeft weggenomen met het oogmerk om die zich wederrechtelijk toe te eigenen;
onder parketnummer 13/201153-21
hij op 28 maart 2021 te Amsterdam opzettelijk niet heeft voldaan aan een opdracht krachtens
artikel 175 gemeentewet, te weten een noodbevel van de (loco)burgemeester gegeven door of namens de Burgemeester
van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met uitoefening van enig toezicht belast),
immers heeft hij, verdachte toen en aldaar zich niet (op eerste vordering) verwijderd
van het Museumplein nadat dit was gevorderd door de politie, terwijl
voornoemde opdracht inhield dat hij, verdachte, zich moest verwijderen van het
Museumplein .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feiten

5.1.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft in de zaak met parketnummer 10/060737-21 ten aanzien van de feiten 1 t/m 3 aangevoerd dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van zijn recht op vrijheid van meningsuiting, zoals beschermd in artikel 10 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM), en dat zijn handelen daarom niet strafbaar is.
5.1.2.
Juridisch kader vrijheid van meningsuiting
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of de vrijheid van meningsuiting zoals bedoeld in artikel 10 EVRM de strafbaarheid van voornoemde feiten in de weg staat.
Vrijheid van meningsuiting is één van de belangrijkste grondrechten, maar dat betekent niet dat de vrijheid van meningsuiting onbeperkt is. Artikel 10 lid 2 EVRM bevat de voorwaarden waaronder de vrijheid van meningsuiting kan worden beperkt:
de beperking is voorzien bij wet;
de beperking dient een geoorloofd doel;
de beperking is noodzakelijk in een democratische samenleving.
Voor de beoordeling van de vraag of een beperking noodzakelijk is in een democratische samenleving, hebben de nationale autoriteiten een ruime beoordelingsvrijheid. Over het algemeen kan worden gesteld dat wanneer een uitlating als bijdrage aan een maatschappelijk debat moet worden gezien, een beperking daarvan een schending van artikel 10 EVRM oplevert. In het geval een uitlating geen bijdrage levert aan een publiek debat, is een beperking van de vrijheid van meningsuiting eerder geoorloofd.
5.1.3.
Beoordeling
Opruiing en bedreiging zijn strafbaar gesteld in artikel 131 Sr respectievelijk artikel 285 Sr, zodat de beperking is voorzien bij wet en aan de onder 1. gestelde voorwaarde wordt voldaan. Ook aan de voorwaarde onder 2. is voldaan omdat deze beperking een geoorloofd doel dient, namelijk het voorkomen van strafbare feiten.
De rechtbank is van oordeel dat ook aan de onder 3. gestelde voorwaarde is voldaan. Daarbij weegt de rechtbank de aard, de context en het effect van de uitlating mee. De uitlatingen zijn geplaatst in de Telegram groepen “Rellen Nederland” en “Stop de Lockdown” en zetten zoals reeds in bovenstaande overwegingen door de rechtbank is geconcludeerd, aan tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag. De rechtbank is van oordeel dat de uitlatingen niet kunnen worden opgevat als te zijn bedoeld om een publiek debat op gang te brengen, immers zijn de bewoordingen en de toonzetting van de uitlatingen niet gericht op het uitnodigen tot een open gedachtewisseling. Het oproepen tot geweld is zodanig in strijd met de uitgangspunten van een democratie dat er een dwingende maatschappelijke noodzaak bestaat om de verdachte in zijn recht op vrijheid van meningsuiting te beperken. Er is geen minder ingrijpend middel denkbaar om dat doel (het voorkomen van een strafbaar feit) te bereiken. De beperking is daarmee ook proportioneel.
Aldus is de rechtbank van oordeel dat een inbreuk op het recht op vrijheid van meningsuiting gerechtvaardigd is en dat deze in onderhavig geval niet in strijd is met artikel 10 EVRM. Een veroordeling voor het bewezenverklaarde handelen is naar het oordeel van de rechtbank dan ook niet in strijd met voornoemde verdragsbepaling.
5.1.4.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat de vrijheid van meningsuiting de strafbaarheid van de bewezenverklaarde feiten niet in de weg staat. Ook overigens zijn geen andere feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten, zodat de feiten zijn strafbaar zijn.
De bewezen feiten leveren op:
onder parketnummer 10/060737-21

4..diefstal;

eendaadse samenloop van:

1. in het openbaar, bij geschrift tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruien, meermalen gepleegd

en

2. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, meermalen gepleegd

en

3. bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;

onder parketnummer13/201153-21
opzettelijk niet voldoen aan een bevel of vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast.

6..Strafbaarheid verdachte

Er zijn geen feiten en omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan opruiing, door op Telegram teksten te plaatsen waarin hij heeft aangemoedigd tot het gebruik van geweld tegen opsporingsambtenaren en minister-president Rutte, en aan bedreiging van deze personen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het stelen van verkiezingsborden van de VVD in Rotterdam en heeft hij niet voldaan aan een ambtelijk bevel op het Museumplein in Amsterdam tijdens een demonstratie.
Vrijheid van meningsuiting en het recht op demonstratie zijn fundamentele onderdelen van onze rechtsstaat. Er kan en mag veel gezegd worden. Dat geldt ook voor uitlatingen die niet kunnen rekenen op een breed maatschappelijk draagvlak. Zoals de rechtbank hiervoor heeft overwogen is verdachte daarbij echter de grenzen van wat strafrechtelijk toelaatbaar is, overgegaan. De rechtbank beoogt met het opleggen van een straf niet alleen aan verdachte, maar ook anderen in de samenleving duidelijk te maken dat er grenzen zijn aan wat men over anderen kan roepen en dat het overschrijden van die grenzen consequenties heeft.
In een periode waarin veel acties werden gevoerd tegen het gevoerde coronabeleid en vanwege het grote aantal leden van de Telegram groepen, kon van de verdachte worden verwacht dat hij zichzelf bij het plaatsen van de teksten rekening had gegeven van de gevolgen die zijn teksten zouden kunnen hebben.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 25 mei 2022, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Pro Justitia rapport
GZ-psycholoog [naam GZ-psycholoog] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 5 mei 2021. Dit rapport houdt – onder meer – het volgende in. Bij de verdachte is sprake van een schizoïde persoonlijkheidsstoornis met antisociale trekken. Dit zorgt ervoor dat de verdachte zich in sociale interacties niet of nauwelijks een voorstelling weet te maken van zijn eigen en andermans belevingswereld, waardoor hij grenzen die in het maatschappelijk verkeer bestaan gemakkelijk kan overschrijden. Dit brengt ook met zich mee dat hij vervreemd is geraakt van de in de maatschappij gangbare waarden en normen en dat het hem ontbreekt aan empathie. De verdachte zit vooral opgesloten in zijn eigen denkwereld en (beperkte) gevoelswereld. Onverwerkte negatieve gevoelens uit de jeugdjaren van de verdachte zorgen er vermoedelijk voor dat de verdachte een strijd voert tegen de gevestigde orde. Dit betreft het wettelijk gezag en dragers hiervan: ministers, politie en de staat in zijn algemeenheid. Door tegen deze wettelijke vertegenwoordigers te strijden, bestrijdt de verdachte vermoedelijk de negatieve gevoelens uit zijn verleden. Deze dynamiek maakt de verdachte bevattelijk voor illegaal of grensoverschrijdend protest. De verdachte beschikte ten tijde van het ten laste gelegde niet in volledige vrijheid over zijn wil, waardoor geadviseerd wordt om het ten laste gelegde in verminderde mate toe te rekenen. Het risico op herhaling wordt ingeschat op matig tot hoog. Geadviseerd wordt om binnen het kader van bijzondere voorwaarden bij een (deels) voorwaardelijke straf de verdachte een behandeling te laten ondergaan bij een forensisch psychiatrische polikliniek en hem te laten begeleiden door de reclassering.
Reclasseringsrapport
Reclassering Nederland heeft op 11 mei 2022 een rapport over de verdachte opgemaakt. Uit dit rapport blijkt dat risico op herhaling wordt ingeschat als gemiddeld. Het risico op extremistisch geweld wordt ingeschat op laaggemiddeld. Er is op een aantal leefgebieden wel sprake van zorgen. Weliswaar beschikt de verdachte al jarenlang over geschikte huisvesting en een zinvolle dagbesteding, maar zijn marginale financiële situatie en met name zijn schulden groeien hem boven het hoofd. Daarbij ontbreekt het hem aan een ondersteunend netwerk en maakt hij een kwetsbare indruk. Voorts is zijn probleembesef onvoldoende ontwikkeld, bagatelliseert hij zijn delict gedrag en beschikt hij over beperkte oplossingsvaardigheden. Positief is dat de verdachte zich tijdens het schorsingstoezicht aan alle afspraken met de reclassering heeft gehouden en dat hij niet meer in aanraking is gekomen met de politie. Geadviseerd wordt om bij een veroordeling, naast een zo groot mogelijk voorwaardelijk strafdeel, een meldplicht, een ambulante behandeling, een verbod om opruiende teksten en/of bedreigingen te plaatsen op social media en het meewerken aan schuldhulpverlening als bijzondere voorwaarden op te leggen. Bij de reclassering heeft de verdachte aangegeven dat hij bereid is mee te werken aan de voorwaarden.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Nu de conclusies van de psycholoog gedragen worden door zijn bevindingen en door hetgeen ook overigens op de terechtzitting is gebleken, legt de rechtbank die conclusies aan haar beslissingen ten grondslag. De feiten worden de verdachte daarom verminderd toegerekend, aangezien de verdachte ten tijde van het begaan daarvan leed aan een psychische stoornis en de feiten daaruit mede voortkwamen.
Gezien de ernst van de feiten kan in beginsel niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank zal echter afzien van het opleggen van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf. In plaats daarvan wordt een taakstraf opgelegd en een voorwaardelijke gevangenisstraf.
Nu de reclassering begeleiding en bijzondere voorwaarden noodzakelijk acht, zal de rechtbank een deel van de voorgenomen straf voorwaardelijk opleggen, met de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. Anders dan is geadviseerd, ziet de rechtbank geen aanleiding om aan de verdachte een verbod op te leggen tot het plaatsen van opruiende teksten en/of bedreigingen op social media. Dit is een voorwaarde die inhoudt dat de verdachte niet opnieuw de strafbare feiten mag plegen, waar hij thans voor wordt veroordeeld. Het niet plegen van strafbare feiten tijdens de proeftijd is echter een al uit de wet voortvloeiende algemene voorwaarde, zodat de rechtbank geen aanleiding ziet deze bijzondere voorwaarde op te leggen.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 55, 57, 131, 184, 285 en 310 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10/060737-21 ten laste gelegde feiten en het onder parketnummer 13/201153-21 ten laste gelegde, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
140 (honderdveertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde taakstraf in mindering wordt gebracht volgens de maatstaf van twee uren per dag, zodat na deze aftrek
134 (honderdvierendertig) urente verrichten taakstraf resteert;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
67 (zevenenzestig) dagen;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 2 (twee) maanden;
bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
- de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal zich melden bij Reclassering Nederland, zo lang en frequent als die reclasseringsinstelling dat noodzakelijk vindt. Hieronder valt ook het meewerken aan huisbezoeken. De reclassering bepaalt welke gespreksonderwerpen van belang zijn om een inschatting te kunnen maken van recidive- en veiligheidsrisico’s, waarbij de privacy van betrokkene zoveel mogelijk gerespecteerd zal worden;
de veroordeelde zal zich onder ambulante behandeling stellen van het FACT van Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De veroordeelde is reeds geaccepteerd als cliënt. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodigt vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling;
de veroordeelde zal meewerken aan het aflossen van schulden en boetes en aan het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan bewindvoering en/of een gedragsinterventie gericht op zijn budgetteringsvaardigheden, voor zolang de reclassering dit noodzakelijk acht;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte, die bij eerdere beslissing is geschorst.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 juni 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
onder parketnummer 10/060737-21
1
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 29 januari 2021 tot
en met 08 februari 2021 te Rotterdam, althans in Nederland,
in het openbaar mondeling, bij geschrift en/of bij afbeelding tot enig strafbaar feit
en/of gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag
heeft opgeruid, door in meerdere, althans een, (openbare) groep(en) op Telegram,
althans op sociale media, meerdere, althans een, bericht(en) te plaatsen met de
volgende tekst(en):
- " Diktator Rutte blijft maar rond de vraag heen draaien, als hem de vraag ook
vanavond weer in het wekelijkse gesprek met de Minister-President gesteld wordt,
tot wanneer dat ‘even geduld / nog even volhouden’ duurt! Tijd om deze misdadige
misleider tegen de muur wordt gezet, en hem te vervangen door iemand die
onmiddellijk en onvoorwaardelijk deze corona-hysterie en tirannie beëindigd en
daarmee direct het Normale Normaal van voor maart 2021 hersteld. Ooowh wat
kook ik van woede..." (Telegram groep(en) "Rellen Nederland" en/of "Stop de
Lockdown") en/of
- " MAAR het publieke domein, dus de straat van ons ALLEMAAL is... (!!) Wij zullen
dat grondrecht als het moet met elke druppel bloed in ons lijf verdedigen.
VRIJHEID… of de DOOD" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en/of
- " Wraak nemen op die Romeo's maximaal VOLGEN, BLOKKEREN en BENADELEN
& UITSCHAKELEN waar dat mogelijk is" (Telegram groep "Stop de Lockdown")
en/of
- " JACHT-SEIZOEN GEOPEND! Politie blijft halsstarrig en stelselmatig ontkennen
dat die ‘stillen’ er louter op uit zijn de Vrijheids-demo’s te frustreren, te tackelen en
te doven" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en/of
- " T.a.v. die ‘Romeo’s’ of ‘stillen’: Politie blijft halsstarrig en op dezelfde manier met
steeds dezelfde formuleringen van zinnen voor de camera's van de systeem-pers
(MSM) de handelswijze van die stillen, (bij de politie bekendstaand als Arrestatie
Eénheden) ontkennen: Totaal geen kritische introspectie...totaal geen zelfreinigend
vermogen. Dat ze nu steeds banger worden toont aan dat ze een slecht geweten
hebben. LEVE HET JACHTSEIZOEN; Spoor ze op, Blokkeer ze, en ELIMINEER deze
POLITIE-PROVOCATEURS!!" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en/of
- " We zullen nog veel feller in verzet en in opstand moeten komen, anders geen
verandering en ommekeer!!" (Telegram groep "Rellen Nederland") en/of
- " De naam is toch duidelijk van deze groep: RELLEN NEDERLAND. Wat begrijp je
daar niet aan?" (Telegram groep "Rellen Nederland") en/of
- " We zullen ons moeten bewapenen en/of massaal in Opstand moeten komen, valt
te vrezen als we onze machthebbers/beleidsmakers willen corrigeren en/of
vervangen!!" (Telegram groep beginnend met "Feel Free"),
welk(e) bericht(en) zichtbaar waren/was voor gebruikers van Telegram, althans
voor gebruikers van sociale media;
(art 131 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 31 januari 2021 te Rotterdam, althans in Nederland,
meerdere opsporingsambtenaren/politieagenten heeft bedreigd met enig misdrijf
tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door in een (openbare)
groep op Telegram, althans op sociale media, meerdere, althans een, bericht(en) te
plaatsen met de volgende dreigende tekst(en):
- " Wraak nemen op die Romeo's maximaal VOLGEN, BLOKKEREN en BENADELEN
& UITSCHAKELEN waar dat mogelijk is" (Telegram groep "Stop de Lockdown")
en/of
- " JACHT-SEIZOEN GEOPEND!!" (Telegram groep "Stop de Lockdown") en/of
- " LEVE HET JACHTSEIZOEN; Spoor ze op, Blokkeer ze en ELIMINEER deze
POLITIE-PROVOCATEURS" (Telegram groep "Stop de Lockdown"),
althans (een) tekst(en) van gelijke dreigende aard en/of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 29 januari 2021 te Rotterdam, althans in Nederland,
M. Rutte heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware
mishandeling, door in meerdere, althans een, (openbare) groep(en) op Telegram,
althans op sociale media, een bericht te plaatsen met de volgende dreigende tekst:
- " Tijd dat deze misdadige misleider tegen de muur wordt gezet, en hem te
vervangen door iemand die onmiddellijk en onvoorwaardelijk deze corona-hysterie
en tirannie beëindigd en daarmee direct het Normale Normaal van voor 2020
hersteld. Ooowh wat kook ik van woede…" (Telegram groep(en) "Rellen Nederland"
en/of "Stop de Lockdown"),
althans een tekst van gelijke dreigende aard en/of strekking;
(art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 15 februari 2021 tot
en met 3 maart 2021 te Rotterdam,
meerdere, althans een, (campagne)bord(en), in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan de VVD, heeft weggenomen met
het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
(art 310 Wetboek van Strafrecht)
onder parketnummer 13/201153-21
hij op of omstreeks 28 maart 2021 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met
anderen, althans alleen, opzettelijk niet heeft voldaan aan een opdracht krachtens
artikel 175 gemeentewet, te weten een (nood)bevel van de (loco)burgemeester, in
elk geval krachtens wettelijk voorschrift, gegeven door of namens de Burgemeester
van Amsterdam (zijnde een ambtenaar met uitoefening van enig toezicht belast),
immers heeft hij, verdachte toen en aldaar zich niet (op eerste vordering) verwijderd
van het Museumplein en/of de omgeving van het Museumplein, te weten onder
andere het Museumplein nadat dit was gevorderd door de politie, terwijl
voornoemde opdracht inhield dat hij, verdachte, zich moest verwijderen van het
Museumplein en/of haar omgeving
(art 184 lid 1 Wetboek van Strafrecht)