ECLI:NL:RBROT:2022:4762

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 juni 2022
Publicatiedatum
16 juni 2022
Zaaknummer
10/268087-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van diefstal met geweld en de strafoplegging

Op 15 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van diefstal met geweld. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 9 maart 2017, waarbij de verdachte een laptop heeft gestolen uit de woning van het slachtoffer in Pernis Rotterdam. De verdachte heeft de aangever bedreigd met een op een vuurwapen gelijkend voorwerp en daarbij dreigende woorden geuit. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende bewijs is, met name door DNA-onderzoek, dat de verdachte de dader is van de diefstal. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zes maanden geëist, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en de rechtbank heeft deze eis overgenomen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan diefstal met bedreiging met geweld en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de ernst van het feit, de impact op het slachtoffer en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn strafblad. De uitspraak benadrukt de ernst van inbraken en de gevolgen daarvan voor slachtoffers.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 1
Parketnummer: 10/268087-21
Datum uitspraak: 15 juni 2022
Verstek
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] ( [geboorteland verdachte] ) op [geboortedatum verdachte] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres verdachte] , [postcode verdachte] [woonplaats verdachte] .

1..Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 1 juni 2022.

2..Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3..Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. N. Linnenbank heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde (partieel vrijspraak voor “een pistool”);
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.

4..Waardering van het bewijs

4.1.
Bewijswaardering
Aangever heeft op 9 maart 2017 aangifte gedaan van diefstal in zijn woning waarbij een pistool op hem werd gericht door de dader. De dader heeft het raam eruit gehaald om zich toegang te verschaffen tot de woning. Door de politie zijn op de grond twee scharnierpennen aangetroffen die afkomstig waren uit het uitgenomen raam. De politie heeft vervolgens de scharnierpennen in beslag genomen en een daarop aangetroffen gebruiksspoor voor onderzoek naar het NFI gestuurd. Het NFI heeft het spoormateriaal onderzocht en daarin is een DNA-profiel van een onbekende man aangetroffen met een matchkans kleiner dan één op één miljard. Het NFI heeft dit profiel opgenomen in de Nederlandse DNA-databank. Enkele jaren later, op 11 maart 2020, is het DNA-profiel van de verdachte opgenomen in de DNA-databank en vergeleken met de daarin aanwezige DNA-profielen. Op 19 maart 2020 heeft het NFI een match gevonden tussen het DNA-profiel dat is aangetroffen op de scharnierpennen en het DNA-profiel van de verdachte.
De vraag die de rechtbank moet beantwoorden is of op grond van de resultaten van de het DNA-onderzoek bewezen kan worden dat de verdachte zich op 9 maart 2017 aan diefstal met bedreiging met geweld schuldig heeft gemaakt.
De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend en overweegt daartoe als volgt. De scharnierpennen van het raam vormen een specifiek onderdeel van het raam. Een scharnierpen zit in het scharnier en deze is bevestigd aan het raamkozijn en het raam. Gelet op de specifieke en ongebruikelijke plaats waarop het DNA-profiel is aangetroffen, gaat de rechtbank ervan uit dat het een daderspoor betreft. Met andere woorden: degene die dit spoor heeft achtergelaten heeft het raam verwijderd en zich zo toegang tot de woning van aangever verschaft. Daarnaast is relevant dat de aangever de dader van de overval heeft omschreven als een donker getinte man. De rechtbank stelt op basis van een foto op de ID-staat van de verdachte vast dat de verdachte een donker getinte man is.
De resultaten van het DNA-onderzoek in combinatie met het feit dat de verdachte past in het signalement van de dader leidt tot de conclusie dat bewezen kan worden verklaard dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde. De rechtbank is met de officier van justitie van oordeel dat uit het dossier de echtheid van het pistool onvoldoende blijkt, zodat de verdachte van dit onderdeel zal worden vrijgesproken.
4.1.1.
Conclusie
Gelet op het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat de verdachte destijds de diefstal met bedreiging met geweld heeft gepleegd door een op een vuurwapen gelijkend voorwerp op de aangever te richten en daar de woorden “ga weg, ga weg” en “ik ga schieten” toe te voegen.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij op 9 maart 2017, te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam,
aan de [adres delict] , met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen, een laptop, geheel toebehorende aan [slachtoffer] , welke diefstal werd vergezeld van en gevolgd door bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te maken en het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- op die [slachtoffer] een op een vuurwapen gelijkend voorwerp te richten, en- aan die [slachtoffer] de woorden toe te voegen “Ga weg, ga weg” en “Ik ga schieten”.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

5..Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal, vergezeld en gevolgd van bedreiging met geweld, gepleegd tegen personen met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6..Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7..Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal met bedreiging met geweld. Toen het slachtoffer nietsvermoedend thuiskwam van zijn werk trof hij de verdachte in de hal van zijn woning aan. De verdachte heeft toen een op een wapen gelijkend voorwerp op hem gericht en daarbij bedreigende woorden geuit en is met een tas weggerend uit de woning van het slachtoffer. Vervolgens bleek de woning van het slachtoffer overhoop te zijn gehaald en zijn laptop te zijn gestolen.
Diefstal in een woning is een misdrijf waarvan de impact op slachtoffers groot is. Door zo te handelen heeft de verdachte geen respect getoond voor andermans eigendom en de persoonlijke leefomgeving van een ander. Daarnaast heeft hij schade aan de woning en overlast veroorzaakt. Een dergelijk feit kan nog lange tijd voor gevoelens van angst en onveiligheid zorgen bij zowel het slachtoffer als bij de buurtbewoners. Een woning is bij uitstek een plek waar men zich veilig moet kunnen voelen. De verdachte heeft alleen gedacht aan zijn eigen financiële gewin en geen rekening gehouden met de gevolgen van zijn handelen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 7 maart 2022, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies. Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd. De rechtbank vindt de confrontatie die heeft plaatsgevonden tussen de verdachte en het slachtoffer in combinatie met het tonen van een op een vuurwapen gelijkend voorwerp strafverzwarend. De rekening houdt rekening met de omstandigheid dat het een feit uit 2017 betreft. De door de officier van justitie geëiste straf wordt passend en geboden geacht. Het voorwaardelijk strafdeel dient ertoe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.

8..Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 63, en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9..Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10..Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte,
groot 3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. M.V. Scheffers, voorzitter,
en mrs. H.I. Kernkamp-Maathuis en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. J. Knook, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 15 juni 2022.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 9 maart 2017,
te Pernis Rotterdam, gemeente Rotterdam,
aan de openbare weg, te weten de [adres delict] ,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen,
een laptop, in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan door en/of vergezeld van en/of gevolgd door
geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] ,
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te
maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf de vlucht mogelijk te
maken en/of het bezit van het gestolene te verzekeren, door
- aan/op die [slachtoffer] een pistool, althans een op een vuurwapen gelijkend
voorwerp, te tonen en/of voor te houden en/of te richten, en/of
- ( daarbij) aan die [slachtoffer] toevoegen de woorden toe te voegen “Ga weg, ga
weg” en/of “Ik ga schieten”, althans woorden van gelijke aard en/of strekking.