ECLI:NL:RBROT:2022:4742
Rechtbank Rotterdam
- Proces-verbaal
- D.I. Hendriks-van Wel
- A.F.H. Domenie
- Rechtspraak.nl
Oplegging en verlenging van een huisverbod in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 maart 2022 uitspraak gedaan over de oplegging en verlenging van een huisverbod aan verzoeker, die betrokken was bij een conflict met zijn achterblijfster. De burgemeester van Rotterdam had op 6 maart 2022 een huisverbod opgelegd aan verzoeker, omdat zijn aanwezigheid in de woning een ernstig en onmiddellijk gevaar opleverde voor de veiligheid van de achterblijfster en hun minderjarige zoon. Dit besluit werd later verlengd tot 3 april 2022. Verzoeker heeft tegen deze besluiten beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening. Tijdens de zitting op 22 maart 2022 werd vastgesteld dat er al jaren sprake was van ruzies en verbaal geweld tussen verzoeker en de achterblijfster, wat culminerend leidde tot een incident op 6 maart 2022 waarbij verzoeker fysiek geweld gebruikte. De voorzieningenrechter oordeelde dat het gevaar nog steeds aanwezig was en dat de burgemeester in redelijkheid het huisverbod had kunnen opleggen en verlengen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen en het beroep werd ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter benadrukte het belang van rust en veiligheid voor alle betrokkenen, vooral voor de minderjarige zoon.