11..Beslissing
verklaart niet bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 5 en 6 ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen, dat de verdachte het onder 4 ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte ook daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een taakstraf voor de duur van
zestig (60) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
beveelt dat, voor het geval de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van
dertig (30) dagen;
verklaart de benadeelde partijen [naam benadeelde 3], [naam benadeelde 1] en [naam benadeelde 2] niet-ontvankelijk in hun vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. V.F. Milders, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en B. Vaz, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N. Gregoor, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
Zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 8 maart 2020 te Rotterdam en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen, althans eenmaal, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam aangeefster 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten
- de afgifte van een bankpas en/of een telefoon, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die [naam aangeefster 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of haar mededader(s) en/of
- het ter beschikking stellen van gegevens, te weten een pincode/cijfercombinatie en/of
- het pinnen van één of meer geldbedragen voor verdachte en/of haar mededader(s) en/of
- het afsluiten van een telefoonabonnement en/of het vervolgens aan haar, verdachte en/of haar mededader(s), afstaan van de bijbehorende telefoon,
door te zeggen tegen die [naam aangeefster 1] dat zij die [naam aangeefster 1] het geld terug zal/zullen terugbetalen en/of dat er mensen achter haar/hen aanzitten en/of dat zij schulden heeft/hebben en/of dat haar/hun telefoon kapot is;
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2020 tot en met 8 maart 2020 te Rotterdam en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een ander, te weten [naam aangeefster 1], door geweld of enige andere feitelijkheid en/of door bedreiging met geweld of enige andere feitelijkheid gericht tegen die ander, wederrechtelijk heeft gedwongen iets te doen, niet te doen en/of te dulden, te weten
- het afgeven van haar bankpas en/of telefoon en/of
- het ter beschikking stellen van haar bankgegevens, te weten een pincode/cijfercombinatie behorende bij haar bankpas en/of
- het pinnen van één of meer geldbedragen voor verdachte en/of haar mededader(s) en/of
- het afsluiten van een telefoonabonnement en/of het vervolgens aan verdachte en/of haar mededader(s) afstaan van de bijbehorende telefoon,
- die [naam aangeefster 1] op boze toon op te dragen bovengenoemde handelingen te verrichten en/of
- het psychische overwicht dat verdachte en/of haar mededader(s) had(den) over haar en/of
- tegen haar te zeggen dat zij haar geld terug zou krijgen en/of dat er anders meiden op haar afgestuurd zouden worden;
art 284 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 februari 2020 tot en met 6 maart 2020 te Amsterdam en/of Utrecht, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam aangeefster 1] en/of [naam aangeefster 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan haar, verdachte, en/of haar mededader(s), zulks nadat zij, verdachte, en/of zijn mededader(s), die/dat weg te nemen geldbedragen onder haar/hun bereik had(den) gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een bankpas toebehorende aan die [naam aangeefster 1], althans aan een ander of anderen dan aan haar, verdachte en/of haar mededader(s) tot welke gebruik zij, verdachte en/of haar mededader(s) niet gerechtigd was/waren;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
3.
zij op of omstreeks 06 maart 2020 te Amsterdam, althans in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam aangeefster 2] heeft bewogen tot de afgifte betaling van een of meer geldbedragen door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [naam aangeefster 2] te benaderen via Whatsapp-berichten en/of
- zich voor te doen als dochter van die [naam aangeefster 2] en/of
- aan te geven dat die dochter een (spoedeisend) financieel probleem had of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of
- ( vervolgens) die [naam aangeefster 2] om (financiële) hulp te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- ( tevens) daarbij aan te geven dat die [naam aangeefster 2] dat geld na het voorschieten/betalen direct terugbetaald zou krijgen en/of
- die [naam aangeefster 2] (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s), waardoor die [naam aangeefster 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n)
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, voorzover het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
een of meer onbekend gebleven perso(o)n(en) op of omstreeks 06 maart 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [naam aangeefster 2] heeft/hebben bewogen tot de afgifte betaling van een of meer geldbedragen door valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid
- die [naam aangeefster 2] te benaderen via Whatsapp-berichten en/of
- zich voor te doen als dochter van die [naam aangeefster 2] en/of
- aan te geven dat die dochter een (spoedeisend) financieel probleem had of een probleem met/storing bij het tele- of internetbankieren en/of
- ( vervolgens) die [naam aangeefster 2] om (financiële) hulp te verzoeken om (per omgaand) een of meer rekeningen te betalen, en/of
- ( tevens) daarbij aan te geven dat die [naam aangeefster 2] dat geld na het voorschieten/betalen direct terugbetaald zou krijgen en/of
- die [naam aangeefster 2] (nadere) instructies te geven om geld over te maken naar een of meer door verdachte opgegeven bankrekeningnummer(s),
waardoor die [naam aangeefster 2] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte(n)
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 06 maart 2020 te Amsterdam althans in Nederland, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door te beschikken over bankrekeninggegevens en/of een pinpas met bijbehorende pincode, behorende bij de/een bankrekening van [naam aangeefster 1] en/of door de pinpas met bijbehorende pincode van [naam aangeefster 1] beschikbaar te stellen aan die tot op heden onbekend gebleven perso(o)n(en), waardoor het geld dat door voornoemde [naam aangeefster 2] werd overgemaakt naar de bankrekening van die [naam aangeefster 1] middels een of meer pintransacties kon worden opgenomen;
art 48 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 27 juni 2019 tot en met 10 maart 2020 te Amsterdam en/of Rotterdam [naam medeverdachte] heeft mishandeld door die [naam medeverdachte]
- meermalen in het gezicht te slaan en/of te stompen en/of
- met een telefoon, althans met een hard voorwerp, in het gezicht te slaan en/of
- te schoppen en/of trappen in/op/tegen het gezicht/hoofd en/of
- een lachgastank, althans een hard voorwerp, tegen het hoofd te gooien en/of
- te bijten in zijn borst, althans bovenlichaam;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
5.
zij op één of meer tijdstippen in of omstreeks 1 maart 2020 tot en met 20 mei 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk een of meer geldbedragen, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [naam medeverdachte], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, en welk geld en/of goed verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten door het in bruikleen hebben, althans beheren van de pinpas met bijbehorende pincode van de bankrekening van die [naam medeverdachte], wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
Één of meer onbekend gebleven persoon/personen op of omstreeks 11 juni 2020 te Hertme, althans in Nederland, van een geldbedrag (te weten 10.660,93 euro), de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben verborgen en/of heeft/hebben verhuld en/of heeft/hebben verborgen en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben omgezet en/of gebruik heeft/hebben gemaakt, terwijl die onbekend gebleven persoon/personen wist(en), dan wel redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat dat geldbedrag – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf, tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 11 juni 2020 te Amsterdam, althans in Nederland, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door aan die onbekend gebleven persoon/personen bankpas met bijbehorende pincode en/of bankrekeningnummer t.n.v. [naam medeverdachte] beschikbaar te stellen;
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht