Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
1..De procedure
- de dagvaarding van 10 mei 2022, met 12 producties;
- de mondelinge behandeling op 18 mei 2022;
- de spreekaantekeningen van eisers.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderden eisers, broer en zus, de ontruiming van de woning van hun broer, [naam gedaagde], die feitelijk in de woning verbleef. De woning was onderdeel van de nalatenschap van hun overleden moeder, die op 3 januari 2022 was overleden. De partijen hadden op 11 januari 2022 een notitie ondertekend waarin was afgesproken dat de woning verkocht zou worden. Eisers stelden dat [naam gedaagde] zonder recht of titel in de woning verbleef en dat hij medewerking moest verlenen aan de verkoop. De voorzieningenrechter oordeelde dat er sprake was van een spoedeisend belang bij de ontruiming, omdat de woning gezamenlijk toebehoorde aan de partijen en er geen uitzicht was op beëindiging van de onverdeeldheid. De rechter wees de vorderingen van eisers toe, met inachtneming van een ontruimingstermijn van één maand. Tevens werd [naam gedaagde] veroordeeld om medewerking te verlenen aan de verkoop van de woning en de levering aan een derde. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.