Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair en onder 2 ten laste gelegde;
- ten aanzien van feit 1 subsidiair veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- ten aanzien van feit 1 subsidiair veroordeling van de verdachte tot een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 12 maanden;
- ten aanzien van feit 2 veroordeling van de verdachte tot een hechtenis voor de duur van 6 weken.
4..Waardering van het bewijs
5..Strafbaarheid feiten
1..poging tot zware mishandeling
2..overtreding van artikel 107, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..Vordering benadeelde partij/ schadevergoedingsmaatregel
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
de bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de tijd van
6 (zes) maanden;
hechtenis voor de duur van 6 (zes) weken;
€ 500,00 (zegge: vijfhonderd euro),bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 april 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [naam slachtoffer] te betalen
€ 500,00(hoofdsom,
zegge: vijfhonderd euro),vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 16 april 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
10 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.