Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[naam eiser 1],
[naam eiser 2],
1..De procedure
2..De feiten
Cliënten hebben kennisgenomen van het plan van aanpak, maar stellen wel vast dat een aantal zaken niet staan vermeld die wel tot uw verplichtingen behoren. Ik verwijs u in dat kader naar de rapportage van Bureau voor Bouwpathologie (u bekend). Cliënten geven u de tijd tot 1 juli 2020 voor het verhelpen van de gebreken, maar op die datum moeten wel alle gebreken verholpen zijn.’
dat wij niet kunnen instemmen met een door uw deskundige, uitgebracht advies met betrekking tot de opnieuw vereiste sloop- en herstelwerkzaamheden. Ons inziens is de verbouwing gedaan volgens de door client goedgekeurde offerte.’
3..Het geschil
- een bedrag van € 74.227,45, inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot die van algehele voldoening;
- een bedrag van € 12.369,56 (€ 1.769,56 + € 8.000,- + € 2.600,-), inclusief btw, als gevolgschade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot die van algehele voldoening;
- een bedrag van € 3.717,73, inclusief btw, als vergoeding voor kosten vaststelling schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot die van algehele voldoening;
- een bedrag van € 1.835,90, inclusief btw, aan buitengerechtelijke kosten;
- de proceskosten en nakosten.
4..De beoordeling
het plaatsen van een H-balk is mogelijk niet nodig, omdat deze er al zit, maar is wel opgenomen in de prijs, incl materiaal.’ Partijen hebben niets vastgelegd over (de kosten van) een constructieve berekening voor het plaatsen van de h-balk. Voorts bleek dat in de toenmalige achtergevel van de woning van [eisers] een stalen h-balk aanwezig was. Gaal heeft deze verlengd door daaraan een verlengstuk te lassen, zonder daarvoor een constructieve berekening te maken.
de fundering voor de aanbouw zo maken dat de aanbouw niet zal verzakken.’ Gaal heeft gesteld dat een constructieve berekening niet noodzakelijk is. De rechtbank gaat voorbij aan deze stelling. Nog daargelaten dat Gaal hiermee niet betwist dat die berekening nodig is voor het kunnen aantonen van de constructieve deugdelijkheid, wordt deze stelling van Gaal tegengesproken door Top Expertise, de deskundige die in opdracht van Gaal een rapport heeft uitgebracht. Dit expertiserapport bevat onder meer de volgende passage: ‘
De kosten voor het opstellen van constructieve berekeningen zijn weliswaar niet opgenomen in de overeenkomst, maar ons inziens had uw client[te weten: Gaal, red. rb.]
de wederpartij[te weten: [eisers], red. rb.]
erop moeten attenderen dat de stalen balk en houten balklaag middels een berekening dient te worden aangetoond dat deze voldoen aan de daartoe gestelde eisen en eventuele extra kosten daartoe moeten offreren aan de wederpartij.’De deskundige concludeert vervolgens dat het ontbreken van een dergelijke berekening een ‘gegronde klacht’ oplevert. Aan dit alles kan geen afbreuk doen de stelling van Gaal dat [naam] wel een berekening moet hebben gemaakt om het verlengstuk te kunnen kopen. Afgezien van het feit dat Gaal deze stelling niet met stukken heeft onderbouwd, heeft zij erkend dat die berekening een andersoortige is dan de constructieve berekening waarop de stellingen van [eisers] en voorgaande passage zien.
het gerechtvaardigd is dat er rekening gehouden wordt met enige zetting / verzakking van de vloer’ van de aanbouw. Verder is de wandopbouw van de aanbouw bouwfysisch gezien problematisch, ondanks de herstelwerkzaamheden die Gaal heeft verricht. Dit is gelegen, blijkens rapport II, in het ontbreken van een dampremmende laag aan de binnenzijde van de wanden, het ontbreken van een geventileerde spouw achter de vezelplaat en het feit dat de ruimte als woonkamer en keuken wordt gebruikt. Dit alles maakt de kans op inwendige condensatie, en dus op een vochtprobleem, en versnelde degeneratie van de wanden reëel.
sloop en herbouw de enige juiste methode is om een goede degelijke en duurzame uitbouw te kunnen realiseren.’ Wat betreft de wandopbouw verwijst [eisers] naar rapport II, waarin is opgenomen dat ‘
het alsnog realiseren van een bouwfysisch juiste wandopbouw vraagt om veel sloop- en bouwwerkzaamheden aan de buitenzijde.’ Verder verwijst [eisers] naar rapport III, waarin is opgenomen dat voor de meest voor de hand liggende wijze van herstel van de aanbouw niet alleen naar de bestaande gebreken moet worden gekeken, maar ook naar de risico’s die samenhangen met de onduidelijkheid over de constructie van de betonvloer en stalen h-balk. Vervolgens adviseert Bureau voor Bouwpathologie in rapport III (opnieuw) om de gehele aanbouw te slopen en te herbouwen, en wel ‘
op een juiste fundatie en vloer’. Op die wijze ‘
kan alles hersteld worden en de onbekende constructies als zijnde de vloer/fundatie en draagbalk berekend/getekend uitgevoerd worden op de juiste wijze. Het risico van de huidige vloer, gestort op puin met 1 wapeningsnetje en dergelijke is te groot om daarop door te bouwen.’Kortom, aldus [eisers], de conclusie tot sloop en herbouw is gebaseerd op zorgen van de deskundige over de uitvoering door Gaal van de constructieve onderdelen en de wandopbouw van de aanbouw, oftewel de gebreken onder punt 15 tot en met 17.
In onderhavige situatie is ons inziens terecht gekozen om de aanbouw niet te onderheien en kan een risico op enige zetting niet worden uitgesloten maar wordt op deze wijze het risico op zetting beperkt. Het storten van een gewapende betonvloer op bouwpuin is weliswaar geen vakkundige werkwijze maar geeft ons inziens geen ander risico op zettingen dan gebruikelijk bij aanbouwen. Ons inziens is er ten aanzien van de constructie van de begane grondvloer geen sprake van een gegronde klacht.’ Daar komt volgens Gaal bij dat de woning van [eisers] al een beetje scheef stond. Het risico op zetting of verzakking staat dus los van de werkwijze van Gaal. Daarnaast is niet gebleken dat zetting of verzakking van de vloer heeft plaatsgevonden. Sinds de bouw van de aanbouw in 2017 is een aantal jaren verstreken. Als de constructie ondeugdelijk zou zijn, zouden zich inmiddels verschijnselen van zetting of verzakking hebben voorgedaan. Uit geen van de in het geding gebrachte expertiserapporten blijkt dat dat het geval is. Ook ten aanzien van de stalen h-balk constateert Top Expertise dat noch uit de rapporten van Bureau voor Bouwpathologie, noch uit haar eigen opname ter plaatse een indicatie van schade en/of gevolgschade is aangetroffen. Ten aanzien van de betonvloer en stalen h-balk concludeert Gaal dan ook dat geen sprake is van gebreken en dat het een ingrijpende en kostbare exercitie is om de aanbouw te slopen voor eventuele toekomstige schade. Gaal betwist tot slot dat de wandopbouw bouwfysisch problematisch is. Zij heeft bij de herstelwerkzaamheden aan de binnen- en buitenzijde van de wanden de juiste folies aangebracht, te weten een ‘blauwe’ folie aan de buitenzijde (een Miofol 125G gewapende, waterkerende dampdoorlatende folie) en een ‘rode’ folie aan de binnenzijde (een Miofol 125S gewapende, dampremmende folie). Voor zover ten aanzien van dit punt wel sprake zou zijn van een gebrek, kan dat worden hersteld en geeft het geen aanleiding om de gehele aanbouw te vervangen.
5..De beslissing
woensdag 6 april 2022voor het nemen van een akte na tussenvonnis door [eisers] waarin zij zich kan uitlaten over hetgeen is overwogen onder 4.25;