ECLI:NL:RBROT:2022:450

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
21 januari 2022
Publicatiedatum
25 januari 2022
Zaaknummer
9163400
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor schade aan glasvezelnetwerk door graafwerkzaamheden

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Glazen Maas Infrastructuur B.V. en Volker Wessels Telecom Services_SI B.V. over schade aan een glasvezelnetwerk. Glazen Maas stelt dat Volker Wessels tijdens graafwerkzaamheden op 15 juni 2020 schade heeft veroorzaakt aan haar glasvezelverbinding aan de Karel Doormanstraat te Rotterdam. De procedure begon met een dagvaarding op 6 november 2020, gevolgd door een verstekvonnis op 7 januari 2021, waarin Volker Wessels werd veroordeeld tot schadevergoeding. Volker Wessels heeft echter verzet aangetekend tegen dit vonnis, met de stelling dat zij niet aansprakelijk is voor de schade.

Tijdens de mondelinge behandeling op 22 november 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Glazen Maas heeft betoogd dat Volker Wessels onvoldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de graafwerkzaamheden, terwijl Volker Wessels heeft aangevoerd dat de schade niet door haar werkzaamheden is veroorzaakt. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Glazen Maas niet heeft aangetoond dat Volker Wessels op de relevante datum werkzaamheden heeft verricht die de schade aan de glasvezelverbinding kunnen verklaren. De rechter oordeelde dat de aansprakelijkheid van Volker Wessels niet kan worden vastgesteld, omdat er onvoldoende bewijs is dat de schade door haar is veroorzaakt.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter het verstekvonnis vernietigd en de vordering van Glazen Maas afgewezen. Glazen Maas is als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Volker Wessels. Dit vonnis is uitgesproken door de kantonrechter mr. A.J.L.M. van der Wildt op 21 januari 2022.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9163400 \ CV EXPL 21-13988
uitspraak: 21 januari 2022
vonnis in verzet van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Glazen Maas Infrastructuur B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
oorspronkelijk eiseres, gedaagde in verzet,
gemachtigde: mr. F.J. van Velsen te Haarlem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Volker Wessels Telecom Services_SI B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
oorspronkelijk gedaagde, eiseres in verzet,
gemachtigde: mr. A.M. Klunne te Breda.
Partijen worden hierna verder aangeduid als “Glazen Maas” en “Volker Wessels”.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de oorspronkelijke dagvaarding van 6 november 2020;
  • het verstekvonnis van 7 januari 2021;
  • de verzetdagvaarding van 29 maart 2021;
  • de akte overlegging producties van Volker Wessels, met producties;
  • het tussenvonnis van 10 mei 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • de akte overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling tevens houdende rectificatie dagvaarding van Glazen Maas, met producties;
  • de conclusie van antwoord in oppositie;
  • de conclusie van repliek in oppositie tevens wijziging van eis, met producties;
  • de akte overlegging producties ten behoeve van de mondelinge behandeling van Glazen Maas, met producties.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 22 november 2021. Namens Glazen Maas is verschenen de heer [persoon A] (schadeopnemer), bijgestaan door de gemachtigde mr. F.J. van Velsen. Namens Volker Wessels zijn verschenen mevrouw [persoon B] (schadebehandelaar) en de heer [persoon C] (bedrijfsjurist), bijgestaan door de gemachtigde mr. A.M. Klunne. Partijen hebben ieder het eigen standpunt (nader) toegelicht, waarbij beide partijen zich hebben bediend van de door hun gemachtigde overgelegde pleitaantekeningen. Van hetgeen ter zitting is besproken is aantekening gehouden door de griffier.
1.3.
De uitspraak van dit vonnis is door de kantonrechter nader bepaald op heden.

2..De vaststaande feiten

Als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, dan wel niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, staat tussen partijen, voor zover van belang, het volgende vast.
2.1.
Volker Wessels heeft op zowel 9 juni 2020, 11 juni 2020 als op 15 juni 2020 graafwerkzaamheden verricht in de Karel Doormanstraat te Rotterdam, in de nabijheid van het punt waar de Karel Doormanstraat de Korte Lijnbaan kruist. Deze graafwerkzaamheden zijn verricht in het kader van een in opdracht van KPN te verrichten onderzoek naar een netwerkstoring.
2.2.
Op de locatie, waar de werkzaamheden hebben plaatsgevonden, bevindt zich ondergronds tevens het glasvezelnetwerk, waarvan Glazen Maas eigenares en beheerder is.
2.3.
De werkzaamheden zijn namens Volker Wessels uitgevoerd door de heren [persoon D] en [persoon E] . Het betroffen handmatige graafwerkzaamheden, waarbij gebruik werd gemaakt van een schep. Op 15 juni 2020 is in totaal 6,8 meter kabel vervangen, waarna de monteurs de bestrating weer handmatig dichtgemaakt hebben en zijn vertrokken.
2.4.
Op 15 juni 2020 is door het op het adres Karel Doormanstraat 278 B te Rotterdam gevestigde International Film Festival Rotterdam (IFFR) een storing geconstateerd in haar 10Gb-dataverbinding ten behoeve van online streaming, in die zin dat er sprake was van een in toenemende mate (ernstig) haperende verbinding.
2.5.
Op 2 juli 2020 heeft een schadeopnemer namens Glazen Maas bij de Karel Doormanstraat 278 B ter hoogte van het IFFR/de Claudia Sträter-winkel ondergronds geconstateerd dat het pakket glasvezels, dat normaliter in een zwarte mof is gelegen, daar niet (meer) op aan sluit. De glasvezels liggen bloot in de grond. Één vezel uit het pakket is afgetakt en geleidt het signaal van IFFR, doch geconstateerd is dat deze is ‘geknikt’. De glasvezel blijkt over een lengte van meer dan 10 centimeter ‘uitgetrokken’ te zijn.
2.6.
Op 13 juli 2020 heeft RenB Infraschade, als gevolmachtigde van Glazen Maas, een brief aan Volker Wessels gezonden met - voor zover thans van belang - de volgende inhoud:
“(…)schadevoorval
Op 02-07-2020 is geconstateerd dat bij werkzaamheden die onder uw verantwoordelijkheid zijn uitgevoerd, schade is ontstaan aan een glasvezelverbinding met toebehoren van netbeheerder. Tijdens grondroerende werkzaamheden (in het kader van storingsherstel door Volker Wessel Telecom in opdracht van netbeheerder KPN) is de glasvezelhuisaansluiting beschadigd. Het gaat om de locatie Rotterdam, Karel Doormanstraat thv. nr. 278 B.
aansprakelijkstelling
Wij stellen u hierbij aansprakelijk voor alle uit dit voorval voortvloeiende schade. Zodra de omvang hiervan bekend is, zullen wij u daarvan opgave doen. (…)”
2.7.
Op 3 augustus 2020 heeft RenB Infraschade een brief aan Volker Wessels gezonden met daarbij gevoegd een schadeopstelling met betrekking tot de op 2 juli 2020 geconstateerde beschadiging van de glasvezelverbinding. De schadeopstelling sluit af op een schade bedrag van in totaal € 4.877,50.
2.8.
Volker Wessels heeft de aansprakelijkstelling afgewezen en heeft Glazen Maas om een onderbouwing verzocht van de gestelde schade en van de stelling dat deze door Volker Wessels is veroorzaakt.
2.9.
Partijen hebben in de periode juli 2020 tot en met oktober 2020 uitvoerig per e-mail met elkaar gecorrespondeerd, hetgeen niet tot een oplossing van het geschil heeft geleid.
2.10.
Bij onder zaaknummer 8933280 \ CV EXPL 20-46519 gewezen verstekvonnis van
7 januari 2021 werd Volker Wessels, overeenkomstig de eis van Glazen Maas, veroordeeld tot betaling aan Glazen Maas van een bedrag van € 4.909,06, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van dagvaarding en met veroordeling van Volker Wessels in de kosten van het geding.
2.11.
Op 28 oktober 2021 is in opdracht van Glazen Maas de storingslocatie opnieuw open gegraven, ditmaal met het doel de exacte locatie van de diverse ondergronds gelegen kabels te controleren. Volker Wessels is niet uitgenodigd bij dit onderzoek aanwezig te zijn.

3..Het geschil

3.1
Glazen Maas heeft bij (oorspronkelijke) dagvaarding gevorderd Volker Wessels bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, te veroordelen tot betaling aan haar van een bedrag van
€ 4.909,06, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag vanaf de dag van dagvaarding en met veroordeling van Stout in de kosten van de procedure.
3.2.
Aan haar vordering heeft Glazen Maas - naast de hiervoor weergegeven feiten en zakelijk weergegeven - het volgende ten grondslag gelegd. Volker Wessels heeft bij het uitvoeren van graafwerkzaamheden aan de Karel Doormanstraat, ter hoogte van nummer 278 B, schade veroorzaakt aan het glasvezelnetwerk van Glazen Maas. Primair stelt Glazen Maas zich op het standpunt dat Volker Wessels bij en voorafgaande aan haar werkzaamheden onvoldoende maatregelen heeft genomen om te bewerkstelligen dat er geen schade aan eigendommen van derden zou worden veroorzaakt. Volker Wessels heeft haar zorgvuldigheidsverplichting geschonden, voortvloeiende uit de Richtlijn Zorgvuldig Grondroeren (CROW 500). Er is geen zogeheten KLIC-melding gedaan en niet gebleken is dat de glasvezelkabel van Glazen Maas van tevoren is gelokaliseerd. De zorgplicht geldt ook indien er sprake is van graafwerkzaamheden die met handgereedschap worden verricht.
3.3.
De schadeopnemer heeft de toedracht van de schade gereconstrueerd. Daarbij heeft hij geconcludeerd dat de monteurs van Volker Wessels de kabel van Glazen Maas opzij en/of naar boven hebben weggetrokken om plaats te maken voor de uitvoering van de werkzaamheden aan de KPN-kabel. Daarbij is de glasvezelbundel met mantel en al uit de mof getrokken, die net buiten hun werkput lag. Na afronding van hun werkzaamheden op 15 juni 2020 hebben de monteurs de glasvezelbundel weer teruggeduwd, waardoor de aftakking van de vezel voor IFFR is dubbelgeslagen, zo stelt de schadeopnemer. Het is uitgesloten dat de schade door een andere partij kan zijn veroorzaakt.
3.4.
Subsidiair is Glazen Maas van mening dat de bij de werkzaamheden gehanteerde schep te kwalificeren is als een gevaarzettend werktuig, bij de inzet waarvan men - behoudens voorzorgsmaatregelen - aansprakelijk is voor de daarmee veroorzaakte schade. Meer subsidiair legt Glazen Maas een inbreuk op haar eigendomsrecht aan haar vordering ten grondslag. Volker Wessels dient de schade van Glazen Maas te vergoeden. Die schade bedraagt € 4.277,50 aan opname-, expertise- en herstelkosten. Daarnaast moet Volker Wessels € 600,00 aan kosten voor de vaststelling van schade, aansprakelijkheid en verhaal aan Glazen Maas vergoeden.
3.5.
Volker Wessels heeft bij verzetdagvaarding gevorderd het verstekvonnis van 7 januari 2020 te vernietigen en de vordering van Glazen Maas af te wijzen, met veroordeling van Glazen Maas in de kosten van het geding, de nakosten en de wettelijke rente over de proceskosten en nakosten. Daartoe heeft Volker Wessels - naast de hiervoor weergegeven feiten en zakelijk weergegeven - het volgende aangevoerd. Volker Wessels betwist aansprakelijk te zijn voor de door Glazen Maas gestelde schade. Haar monteurs hebben tijdens de uitgevoerde werkzaamheden geen kabels of leidingen beschadigd. Het is niet aannemelijk dat de monteurs middels handmatige graafwerkzaamheden (met een schep) de dikke kabels van Glazen Maas hebben beschadigd. Dat er schade is opgenomen door een schadeopnemer is onjuist. Volker Wessels heeft bovendien op 15 juni 2020, de dag waarop de schade zou zijn ontstaan, de betreffende werkput - ter hoogte van de plek waar de storing zou zijn ontstaan - niet gedicht. Dat heeft zij reeds op 9 juni 2020 gedaan. Op 15 juni 2020 waren de monteurs van Volker Wessels aan het werk bij de andere werkputten, op circa 30 meter afstand van de schadelocatie.
3.6.
Als Glazen Maas al kan aantonen dat de schadelocatie overeenkomt met de locatie, waar Volker Wessels werkzaamheden heeft verricht, dan bestaat de mogelijkheid dat de schade evengoed door een andere partij kan zijn veroorzaakt. In de betreffende periode zijn immers ook door andere partijen werkzaamheden in de grond uitgevoerd. Ondanks diverse verzoeken hiertoe heeft Glazen Maas geen bewijs aangedragen voor de stelling dat er sprake is van een ter hoogte van de Karel Doormanstraat 278 B beschadigde kabel en dat de beschadiging door Volker Wessels is veroorzaakt.
3.7.
Volker Wessels betwist uitdrukkelijk onzorgvuldig te hebben gehandeld. Alleen indien er sprake is van mechanische werkzaamheden, is de Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken (WIBON) van toepassing en geldt een lokaliseerplicht en een plicht tot het doen van een KLIC-melding. De werkzaamheden zijn door Volker Wessels handmatig uitgevoerd en betreffen derhalve geen mechanische werkzaamheden. Om die reden is de WIBON niet van toepassing en gelden evenmin de normen, voortvloeiend uit de CROW 500.
3.8.
Er is in casu geen sprake van een risicoaansprakelijkheid. Er dient voldaan te worden aan alle vereisten van artikel 6:162 BW, zodat er ook sprake dient te zijn van schuld of verwijtbaarheid. De monteurs zijn zorgvuldig en voorzichtig met de schep te werk gegaan. Een schep is bovendien niet te kwalificeren als gevaarzettend werktuig. Er is daarnaast ook geen sprake van een situatie waarin Volker Wessels onderzoek achterwege heeft gelaten en bewust het risico heeft genomen dat er schade kan ontstaan.
3.9.
Volker Wessels heeft bij conclusie van repliek aangegeven haar eis te willen wijzigen, in die zin dat zij thans (tevens) vordert Glazen Maas te veroordelen tot terugbetaling van het bedrag dat Volker Wessels aan Glazen Maas heeft betaald ter voldoening aan het verstekvonnis, te vermeerderen met de wettelijke rente.

4..De beoordeling

4.1.
Nu het tegendeel gesteld noch gebleken is, gaat de kantonrechter ervan uit dat Volker Wessels tijdig in verzet is gekomen tegen het onder zaaknummer 8933280 \ CV EXPL 20-46519 gewezen verstekvonnis van 7 januari 2021, zodat Volker Wessels ontvankelijk geacht wordt in het door haar ingestelde verzet.
4.2.
Glazen Maas heeft in de inleidende dagvaarding van 6 november 2020 gesteld dat Volker Wessels tijdens graafwerkzaamheden op 2 juli 2020 schade heeft toegebracht aan het glasvezelnetwerk van Glazen Maas aan de Karel Doormanstraat te Rotterdam, ter hoogte van nummer 278 B. Tijdens onderhavige verzetprocedure heeft Glazen Maas in haar akte van 7 juli 2021 en de conclusie van antwoord in oppositie de gronden van haar vordering gewijzigd, in die zin dat zij zich thans op het standpunt stelt dat de schade door Volker Wessels is toegebracht op 15 juni 2020 en dat de schade is ontstaan doordat Volker Wessels tijdens de graafwerkzaamheden de glasvezelbundel van Glazen Maas opzij heeft getrokken en na de werkzaamheden weer heeft teruggeduwd, waardoor een aftakking van de glasvezelbundel is ‘geknikt’. Volker Wessels heeft bezwaar gemaakt tegen deze wijziging van (de gronden van de) eis door Glazen Maas wegens strijd met een goede procesorde.
4.3.
De kantonrechter overweegt dat zolang nog geen eindvonnis is gewezen, Glazen Maas in gevolge artikel 130 Rv bevoegd is haar eis of de gronden daarvan te veranderen. Volker Wessels mag tegen deze wijziging bezwaar maken op grond dat de wijziging in strijd is met de eisen van een goede procesorde. Hoewel Glazen Maas geen verklaring heeft gegeven voor het feit dat zij heeft nagelaten deze wijziging van de gronden van haar eis in een eerder stadium van de procedure naar voren te brengen - de aan haar vordering ten grondslag liggende feiten zijn immers sinds dagvaarding niet gewijzigd -, staat vast dat Volker Wessels in het vervolg van de procedure voldoende in de gelegenheid is gesteld inhoudelijk op de gewijzigde gronden van de eis te reageren, van welke gelegenheid zij ook gebruik heeft gemaakt. De stelling van Volker Wessels dat voornoemde wijziging tot een geheel ‘nieuwe’ vordering leidt, wordt verworpen. Uitgangspunt blijft immers de stelling dat er door Volker Wessels schade is veroorzaakt tijdens de uitvoering van graafwerkzaamheden. Bovendien heeft de wijziging van de gronden van de eis niet geleid tot een geheel ander verweer van de zijde van Volker Wessels. De twee kernverweren - dat Volker Wessels de schade niet heeft veroorzaakt alsmede dat Volker Wessels niet onzorgvuldig heeft gehandeld - blijven grotendeels ongewijzigd. Van een onredelijke bemoeilijking van de verdediging dan wel onredelijke vertraging van het geding is dan ook onvoldoende gebleken, zodat de wijziging zal worden toegestaan.
4.4.
Tussen partijen is in geschil of (en in hoeverre) Volker Wessels aansprakelijk kan worden gehouden voor de door Glazen Maas gestelde schade aan haar glasvezelnetwerk. In dat verband dient eerst vast komen te staan dat er sprake is van schade.
4.5.
Glazen Maas heeft ter onderbouwing van de door haar gestelde schade een notitie van schadeopnemer [persoon F] , gedateerd 24 juni 2021, overgelegd. Uit die notitie volgt dat door Glazen Maas op 2 juli 2020 is geconstateerd dat ter hoogte van de Karel Doormanstraat
278 B (nabij Claudia Sträter/IFFR) te Rotterdam een storing van de glasvezelverbinding is opgetreden, doordat het deel van de glasvezelbundel, dat is afgetakt richting IFFR ten behoeve van haar dataverbinding, is ‘geknikt’, althans is dubbelgeslagen. Voorts volgt uit de notitie dat de glasvezelbundel met mantel en al uit de mof is getrokken, waar de glasvezelbundel normaal gesproken in vast hoort te zitten.
4.6.
Glazen Maas heeft de door haar schadeopnemer in de notitie van 24 juni 2021 opgenomen constateringen met foto’s onderbouwd. Door Glazen Maas zijn, onder meer, foto’s in het geding gebracht waarop de betreffende ‘knik’ in de glasvezelkabel te zien is en waarop tevens waarneembaar is dat de glasvezelbundel uit de mof is getrokken. Tevens heeft zij historische overzichten van de provider XXLNet overgelegd, waaruit is af te leiden dat op 15 juni 2020 in de ochtend de dataverbinding van IFFR haperingen vertoonde en uiteindelijk (grotendeels) is weggevallen. Volker Wessels heeft deze stellingen in combinatie met de door Glazen Maas in dat kader overgelegde foto’s en overzichten onvoldoende gemotiveerd betwist. Naar het oordeel van de kantonrechter is dan ook voldoende komen vast te staan dat er op 15 juni 2020 schade is ontstaan aan haar glasvezelverbinding ter hoogte van de Karel Doormanstraat 278 B (nabij Claudia Sträter/IFFR) te Rotterdam.
4.7.
Vervolgens dient beoordeeld te worden of Volker Wessels aansprakelijk kan worden gehouden voor (het ontstaan van) de schade. Daartoe zal in elk geval vast moeten komen staan dat Volker Wessels op 15 juni 2020 ter hoogte van de Karel Doormanstraat 278 B (nabij Claudia Sträter/IFFR) graafwerkzaamheden heeft uitgevoerd. Pas als vast is komen te staan dat Volker Wessels op 15 juni 2020 graafwerkzaamheden heeft verricht op de hiervoor genoemde schadelocatie, ligt het vervolgens op de weg van Volker Wessels aan te tonen dat zij daarbij zorgvuldig heeft gewerkt.
4.8.
Anders dan Glazen Maas stelt, zijn daarbij de Wet Informatie-uitwisseling Boven en Ondergrondse Netten en Netwerken (WIBON) en de CROW 500 niet van toepassing. De WIBON en CROW 500 zijn slechts van toepassing in die gevallen waarin sprake is van het mechanisch verrichten van werkzaamheden in de ondergrond. Niet in geschil is dat Volker Wessels slechts handmatige graafwerkzaamheden heeft verricht, met gebruikmaking van een schep. Dergelijke graafwerkzaamheden vallen buiten het toepassingsbereik van de WIBON en CROW 500, omdat dit type werkzaamheden doorgaans met een te geringe kracht geschiedt om schade te veroorzaken en het overgrote deel van de kabels en leidingen moet worden geacht bestand te zijn tegen de kracht, die met het graven met een schop wordt uitgeoefend (MvT, Kamerstukken II 2005/06, 30475, 3, pagina 28). Op diezelfde grond was Volker Wessels voor het uitvoeren van haar handmatige graafwerkzaamheden dan ook geenszins verplicht een zogeheten KLIC-melding te doen.
4.9.
Door Volker Wessels is gesteld dat zij op een drietal data graafwerkzaamheden heeft verricht in de Karel Doormanstraat te Rotterdam. Zij heeft in dat kader uiteengezet dat zij op 9 juni 2020 ter hoogte van de Karel Doormanstraat 278 B (nabij Claudia Sträter/IFFR) een werkput heeft gegraven in verband met het onderzoek naar de netwerkstoring bij KPN (hierna: ‘werkput 1’), doch dat zij daarbij heeft geconstateerd dat de storing zich niet daar, maar 30 meter verderop moest bevinden, waarna zij op diezelfde dag werkput 1 weer heeft dichtgemaakt. Volker Wessels heeft voorts nader uiteengezet dat zij vervolgens op 11 juni 2020 wederom heeft gegraven, ditmaal 30 meter verderop, ter hoogte van de Society Shop (hierna: ‘werkput 2 en 3’), waarbij de oorzaak van de storing werd gevonden. Op 15 juni 2020 zijn de werkzaamheden bij werkput 2 en 3 voortgezet en is de KPN-kabel vervangen.
4.10.
Volker Wessels heeft betwist dat zij op 15 juni 2020 aan het werk is geweest op de locatie waar de schade aan de glasvezelkabel van Glazen Maas is ontstaan, werkput 1 derhalve. Zij heeft gesteld slechts op 9 juni 2020 werkzaamheden bij werkput 1 te hebben verricht, derhalve ruim vóórdat de schade aan de glasvezelkabel van Glazen Maas is ontstaan. Aangezien Glazen Maas zich er op beroept dat de door haar op 15 juni 2020 geleden schade aan de glasvezelkabel ter hoogte van Karel Doormanstraat 278 B (werkput 1) is veroorzaakt door Volker Wessels, ligt het - gelet op de betwisting door Volker Wessels - op grond van artikel 150 Rv op de weg van Glazen Maas om te bewijzen dat Volker Wessels op 15 juni 2020 aan het werk was bij werkput 1.
4.11.
Glazen Maas heeft haar stelling, dat Volker Wessels op 15 juni 2020 bij werkput 1 aan het werk was, niet nader onderbouwd. Ter mondelinge behandeling heeft Glazen Maas in dit verband desgevraagd verklaard dat zij niet boven tafel heeft kunnen krijgen welke (graaf)werkzaamheden er precies op welke datum door Volker Wessels zijn uitgevoerd. Uit de door de heer [persoon G] van IFFR op 15 juni 2020 gemaakte foto’s kan slechts worden afgeleid dat Volker Wessels op die dag aan het werk was bij werkput 2 en 3. Dat de monteurs van Volker Wessels op diezelfde dag (ook) bij werkput 1 aan het werk zijn geweest, volgt niet uit die foto’s. Glazen Maas heeft daaromtrent weliswaar aangevoerd dat de heer [persoon G] de monteurs van Volker Wessels in de ochtend van 15 juni 2020 aan het werk heeft gezien bij werkput 1, maar zij heeft ook die stelling op geen enkele wijze onderbouwd. Een verklaring van de heer [persoon G] over hetgeen hij op 15 juni 2020 heeft waargenomen ontbreekt. Daarnaast heeft Glazen Maas ter zitting te kennen gegeven dat zij in gerechtelijke procedures met betrekking tot kabel- en/of leidingschade geen gebruikers van de betreffende kabels of leidingen (waartoe de heer [persoon G] /het IFFR kan worden gerekend) als getuige wenst te laten horen. Glazen Maas heeft ook overigens geen bewijsaanbod gedaan ter zake van haar stelling dat Volker Wessels op 15 juni 2020 bij werkput 1 heeft gewerkt, ondanks het feit dat Volker Wessels herhaaldelijk en uitdrukkelijk deze stelling heeft betwist.
4.12.
Het bovenstaande leidt tot de slotsom dat Glazen Maas niet heeft aangetoond dat Volker Wessels op 15 juni 2020 bij werkput 1 heeft gewerkt. Nu daarnaast tussen partijen niet ter discussie staat dat de schade onmogelijk door werkzaamheden in werkput 2 of 3 kan zijn veroorzaakt, is derhalve niet komen vast te staan dat door Volker Wessels op 15 juni 2020 werkzaamheden zijn verricht, die het veroorzaken van de schade aan de glasvezelkabel van Glazen Maas ten gevolg kunnen hebben gehad. Dat betekent dat Volker Wessels niet aansprakelijk kan worden gehouden voor de schade. Dit brengt tevens met zich dat de overige door Glazen Maas aangedragen argumenten - waaronder de stelling dat Volker Wessels bij haar graafwerkzaamheden onzorgvuldig te werk is gegaan c.q. de op haar rustende zorgplichten heeft geschonden - geen nadere bespreking meer behoeven.
4.13.
Volker Wessels heeft bij conclusie van repliek aangegeven haar eis te willen wijzigen, in die zin dat zij thans vordert Glazen Maas te veroordelen tot terugbetaling van het bedrag dat Volker Wessels aan Glazen Maas heeft betaald ter voldoening aan het verstekvonnis. De kantonrechter zal deze wijziging niet toestaan. Volker Wessels heeft in haar verzetdagvaarding immers slechts geconcludeerd tot afwijzing van de oorspronkelijke vordering van Glazen Maas en heeft daarbij geen eis in reconventie ingesteld, zodat er van een te wijzigen eis geen sprake is.
4.14.
Een en ander leidt er toe dat het verstekvonnis van 7 januari 2021 zal worden vernietigd en dat de vordering van Glazen Maas tot vergoeding van de geleden schade alsnog zal worden afgewezen. De daaraan gekoppelde vorderingen tot betaling van de wettelijke rente en de kosten voor vaststelling van de schade, aansprakelijkheid en verhaal delen hetzelfde lot.
4.15.
Glazen Maas zal, als de in het ongelijk gestelde partij, in de proceskosten van Volker Wessels worden veroordeeld. De kosten voor het uitbrengen van de verzetdagvaarding blijven echter voor rekening van Volker Wessels. Gesteld noch gebleken is immers dat de inleidende dagvaarding van de verstekprocedure haar niet heeft bereikt. De kantonrechter ziet geen aanleiding bij de vaststelling van de proceskosten rekening te houden met de wijziging van de gronden van de eis door Glazen Maas en verwijst hiervoor naar hetgeen bij r.o. 4.3 is overwogen. Daarbij wordt tevens in aanmerking genomen dat Volker Wessels onvoldoende heeft onderbouwd dat voornoemde wijziging aan haar zijde tot onnodige extra kosten heeft geleid.
4.16.
De apart gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als hierna vermeld, nu de proceskostenveroordeling hiervoor reeds een executoriale titel geeft en de kantonrechter van oordeel is dat de nakosten zich reeds vooraf laten begroten.

5..De beslissing

De kantonrechter:
vernietigt het op 7 januari 2021 tussen partijen gewezen verstekvonnis;
en opnieuw rechtdoende:
wijst de oorspronkelijke vordering van Glazen Maas af;
veroordeelt Glazen Maas in de kosten van de verzetprocedure tot aan deze uitspraak aan de zijde van Volker Wessels vastgesteld op € 911,00 aan salaris voor de gemachtigde, vermeerderd met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW ingaande veertien dagen na de uitspraak van dit vonnis tot de dag van algehele voldoening, en indien Glazen Maas niet binnen veertien dagen na de datum van dit vonnis vrijwillig aan dit vonnis heeft voldaan, begroot op € 124,00 aan nasalaris. Indien daarna betekening van het vonnis heeft plaatsgevonden, dient het bedrag aan nasalaris nog te worden verhoogd met de kosten van betekening. Ook is Glazen Maas de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW over het nasalaris verschuldigd vanaf de veertiende dag na betekening van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.J.L.M. van der Wildt en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
44487