ECLI:NL:RBROT:2022:4441
Rechtbank Rotterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep tegen afwijzing aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van het Drechtstedenbestuur. Verzoeker had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK), welke door verweerder op 22 september 2021 was afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 11 februari 2022 ongegrond verklaard, waarna verzoeker beroep instelde en tevens vroeg om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft het verzoek en het beroep op 31 mei 2022 behandeld, waarbij verzoeker aanwezig was en verweerder niet.
De voorzieningenrechter overwoog dat de bekendmaking van het bestreden besluit op de juiste wijze had plaatsgevonden, aangezien het besluit aangetekend was verzonden naar het adres waar verzoeker stond ingeschreven. De rechtbank ontving het beroepschrift van verzoeker op 5 april 2022, wat te laat was, en verzoeker heeft geen omstandigheden aangedragen die deze termijnoverschrijding verschoonbaar maken. De voorzieningenrechter concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk was en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af.
De uitspraak benadrukt het belang van de juiste bekendmaking van besluiten en de termijnen voor het indienen van beroepschriften. De voorzieningenrechter heeft geen aanleiding gezien om verweerder te veroordelen in de proceskosten van verzoeker, aangezien het beroep niet-ontvankelijk werd verklaard.