Op 3 juni 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mensensmokkel in vereniging met zeven personen van Albanese afkomst. De verdachte was ten tijde van het onderzoek preventief gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Ter Apel. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 16 tot en met 17 september 2021, samen met anderen, zeven Albanese personen heeft geholpen bij hun toegang tot of doorreis door Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De verdachte heeft hen op een zeiljacht meegenomen en hen vervoerd over de Noordzee. De rechtbank heeft de verdachte voor mensensmokkel veroordeeld, maar heeft hem partieel vrijgesproken van het onderdeel 'uit winstbejag behulpzaam zijn bij verblijf'. Dit omdat het louter vervoeren van personen niet meer als behulpzaam bij verblijf kan worden aangemerkt na de wetswijziging in 2005. De rechtbank heeft de verdachte een gevangenisstraf van 18 maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan, en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De verdachte had geen ervaring met het besturen van een zeiljacht en heeft een groot veiligheidsrisico genomen door onbekwame passagiers het roer over te geven. De rechtbank heeft ook de impact van de oorlog in Oekraïne op de verdachte meegewogen bij de strafmaat.