Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1 en 2 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 165 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 150 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en oplegging van de volgende bijzondere voorwaarden: een meldplicht, een ambulante behandeling en een contactverbod met aangever [naam slachtoffer 1] en een taakstraf van 30 uren, subsidiair 15 dagen vervangende hechtenis;
- onttrekking aan het verkeer van de bij de verdachte in beslag genomen voorwerpen, te weten een revolver en zes stuks munitie;
- opheffing van het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
hij op 8 oktober 2021, te Schiedam, een vuurwapen als bedoeld in art. 2 lid 1, categorie II onder 3º van de Wet Wapens en Munitie, te weten een revolver van het merk/type/kaliber “HS Buffel .22LR” en munitie als bedoeld in art. 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten zes kogelpatronen van het merk/type/kaliber “Fiocchi .22LR” voorhanden heeft gehad;
hij op 24 september 2021 te Schiedam ten overstaan van [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht , door aan [naam slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga hem gewoon afknallen die gozer, waar [persoon A] nu mee gaat." en daarbij een vuurwapen te tonen, waarna voornoemde woorden/bedreiging die [naam slachtoffer 1] hebben bereikt.
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straf
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 165 (honderdvijfenzestig) dagen;
150 (honderdvijftig) dagenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
30 (dertig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
15 dagen;
hij op of omstreeks 8 oktober 2021, te Schiedam, althans in Nederland, een (vuur)wapen als bedoeld in art. 2 lid 1, categorie II (onder 3º) van de Wet Wapens en Munitie, althans een (vuur)wapen als bedoeld in art. 2 lid 1, categorie III (onder 1º) van de Wet Wapens en Munitie, te weten een revolver van het merk/type/kaliber “HS Buffel .22LR” en/of munitie als bedoeld in art. 2 lid 2, categorie III van de Wet Wapens en Munitie, te weten zes kogelpatronen van het merk/type/kaliber “Fiocchi .22LR” voorhanden heeft gehad;
hij, op of omstreeks 24 september 2021 te Schiedam ten overstaan van [naam slachtoffer 2] , [naam slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door die aan [naam slachtoffer 2] dreigend de woorden toe te voegen: "Ik ga hem gewoon afknallen die gozer, waar [persoon A] nu mee gaat." althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of daarbij een (vuur)wapen te tonen, waarna voornoemde woorden/bedreiging die [naam slachtoffer 1] hebben bereikt.