ECLI:NL:RBROT:2022:4301
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep inzake bijstandsuitkering na tegemoetkoming door verweerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 april 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlaardingen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarbij haar recht op bijstand op grond van de Participatiewet (Pw) was opgeschort. Verweerder had op 21 september 2021 het primaire besluit genomen, en op 16 november 2021 het bezwaar van eiseres tegen dit besluit ongegrond verklaard. Echter, op 3 februari 2022 heeft verweerder aan eiseres alsnog een bijstandsuitkering toegekend met terugwerkende kracht tot 1 september 2021.
De rechtbank heeft het beroep behandeld op 11 maart 2022, waarbij eiseres niet aanwezig was. Na een schorsing van het onderzoek heeft de rechtbank eiseres gevraagd of zij behoefte had aan een nadere zitting, maar zij heeft aangegeven hier geen behoefte aan te hebben. De rechtbank heeft vervolgens het onderzoek gesloten.
De rechtbank overweegt dat, aangezien verweerder aan de bezwaren van eiseres is tegemoetgekomen door de bijstandsuitkering met terugwerkende kracht toe te kennen, eiseres geen belang meer heeft bij een oordeel over het bestreden besluit. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tevens is verweerder opgedragen het door eiseres betaalde griffierecht van € 49,- te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.