ECLI:NL:RBROT:2022:4280

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 mei 2022
Publicatiedatum
1 juni 2022
Zaaknummer
9552803 CV EXPL 21-38562
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Consumentenkoop en non-conformiteit bij de verkoop van een auto met gebroken distributieriem

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen een consument en een verkoper over de non-conformiteit van een auto. De eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Yadegari, had op 7 november 2021 een Audi A4 gekocht van de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. R.H. Bouwman. Enkele uren na de aankoop viel de auto stil door een gebroken distributieriem. De eiser heeft de gedaagde in gebreke gesteld en verzocht om kosteloos herstel van de auto. De gedaagde bood aan de kosten te delen, maar de eiser weigerde dit aanbod en startte een procedure.

De kantonrechter oordeelde dat de auto niet voldeed aan de verwachtingen die de eiser op basis van de koopovereenkomst mocht hebben. De gebroken distributieriem, enkele uren na de aankoop, leidde tot de conclusie dat er sprake was van non-conformiteit. De rechter oordeelde dat de gedaagde verplicht was om kosteloos herstel aan te bieden, maar dat de eiser de termijn voor herstel niet had afgewacht en te snel een dagvaarding had uitgebracht. De rechter besloot tot een gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst, waarbij de koopprijs met € 1.847,50 werd verminderd. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de eiser, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 14 dagen na de uitspraak.

De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten moesten dragen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de gedaagde het bedrag moet betalen, ook al kan hij in hoger beroep gaan.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9552803 CV EXPL 21-38562
datum uitspraak: 27 mei 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiser] ,
woonplaats: [woonplaats] ,
eiser,
gemachtigde: mr. S. Yadegari te Zaandam,
tegen
[gedaagde],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.H. Bouwman te Amsterdam.
De partijen worden hierna ‘ [eiser] ’ en ‘ [gedaagde] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 15 november 2021, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • het vonnis van 24 januari 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
1.2.
Op 15 april 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen en de gemachtigden besproken.

2..De feiten

2.1.
[eiser] heeft op 7 november 2021 een auto van het merk/type Audi A4 met kenteken [kentekennummer] (hierna: de auto) van [gedaagde] gekocht voor een totaalbedrag van € 2.450,-. Het bouwjaar van de auto is 2002. De kilometerstand ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst was 250.082 km.
2.2.
Enkele uren na de aankoop is de auto stilgevallen op de weg. De ANWB heeft vervolgens geconstateerd dat sprake was van een gebroken/gebarsten distributieriem.
2.3.
De echtgenote van [eiser] heeft op 7 november 2021 via WhatsApp contact opgenomen met [gedaagde] en melding gemaakt van de kapotte distributieriem. De reactie van [gedaagde] van diezelfde datum luidt als volgt:
“Wat vervelend om te horen dat de auto die u bij ons gekocht heeft zo snel al kapot is gegaan. Ik begrijp dat de distributieriem het begeven heeft. Ik heb de onderhoudsgeschiedenis er even op nagekeken en zie dat bij 148.000 km de distributieriem vervangen is. Nu, 100.000 km verder zou de auto gemiddeld genomen nog zeker 60.000 km verder moeten kunnen. Bij inkoop en verkoop door ons was de auto in orde en vertoonde hij geen gebrek. Natuurlijk wil ik u met deze pech tegemoetkomen. We kunnen de auto voor u repareren en de kosten dan delen.”
2.4.
Op 8 november 2021 heeft de echtgenote van [eiser] via WhatsApp aan [gedaagde] een prijsopgave gevraagd voor het repareren van de distributieriem en de kleppen. In reactie daarop heeft [gedaagde] aangegeven de kosten voor het demonteren van de cilinderkop, het wegbrengen voor revisie, een nieuwe distributieset en koppakkingsset € 1.500,- exclusief btw bedragen, waarvan de helft voor rekening van [eiser] zou komen.
2.5.
In de brief van de gemachtigde van [eiser] van 9 november 2021 gericht aan [gedaagde] is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(…) Deze auto is nog geen vier uren na levering door u aan cliënt stukgegaan. De ANWB Wegenwacht heeft de auto moeten wegslepen. Geconstateerd is dat de distributieriem stuk is gegaan. (…)
(…) Cliënt behoefde deze eigenschap absoluut niet te verwachten.
U dient de auto binnen twee weken na heden doch uiterlijk 23 november 2021:
- Op te halen bij cliënt thuis te Hellevoetsluis. U kunt daarvoor een afspraak inplannen bij mij.
- Vervangend vervoer bij cliënt achterlaten zodat deze beschikt over een gelijkwaardig vervoersmiddel.
- Het gebrek herstellen (nakoming).
- Geen kosten in rekening brengen bij cliënt.
Als u niet, niet tijdig of niet volledig voldoet aan deze ingebrekestelling wordt deze koop als ontbonden beschouwd vanwege non-conformiteit en dient u de koopsom ad € 2.450,- aan cliënt te voldoen en aan hem een vrijwaringsbewijs van deze auto te overleggen. Tevens worden alsdan de nevenvorderingen gevorderd bestaande uit vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ad € 292,- en porti-kosten ad € 4,10. Vergoeding van de MRB en WA naar rato. Tot slot worden nadere rechtsmaatregelen aangekondigd. (…)”
2.6.
Voor het herstel van de auto heeft [eiser] een offerte opgevraagd bij [naam autobedrijf] . In de offerte d.d. 11 november 2021 is – voor zover hierbij van belang – het volgende opgenomen:
“(….) Kostenbegroting aan de hand van ANWB diagnose.
Cilinderkop revisie, incl alle toebehoren ( Nieuwe riemen, pakkingen, waterpomp etc)
Ongeveer 1900 euro, mits er geen onvoorziene omstandigheden zijn. (…)”

3..Het geschil

3.1.
[eiser] eist bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
“ook ten aanzien van de proceskosten, en met vergoeding van wettelijke rentes per datum van verschuldigdheid of ingebrekestelling of verzuim of dagvaarding, met inachtneming de volgorde van eis van primair, subsidiair en tertiair:
In ieder gevalte verklaren voor recht, van iedere alinea separaat dan wel als geheel, dat:
[gedaagde] tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst met [eiser] ;
uit de (proces)houding van [gedaagde] voor [eiser] in voldoende mate is gebleken dat een (nadere) aanmaning c.q. ingebrekestelling nutteloos zou zijn geweest ex art. 6:82 lid 2 BW;
de koopovereenkomst, overgelegd als productie 1 bij dagvaarding, te ontbinden per datum dat uit de proceshouding van [gedaagde] gebleken is dat aanmaning onnuttig zou zijn;
In ieder gevalte verklaren voor recht, van iedere alinea separaat dan wel als geheel, dat [gedaagde] :
de auto heeft verworven van een partij die handelt in de uitoefening van beroep of bedrijf;
I.
recht heeft op schadevergoeding van de Voorschakel indien en voor zover [eiser] een of meer van zijn rechten uit hoofde van art. 7:24 BW ten laste van [gedaagde] ter zake de tekortkoming heeft uitgeoefend;
op zijn Voorschakel recht heeft op vergoeding van zijn kosten van verweer en dat deze kosten in ieder geval in redelijkheid zijn gemaakt door [gedaagde] ter verweer in deze procedure, minimaal bestaande uit het op basis van het liquidatietarief door de rechtbank te begroten bedrag;
op basis van bovengenoemde onderdelen A t/m C een vorderingsrecht heeft op de Voorschakel, op welk vorderingsrecht [eiser] zich middels beslag kan verhalen ter executie van een door de rechtbank aan [eiser] ten laste van [gedaagde] toegewezen geldsommen.
En ongeacht de verzochte verklaringen voor recht, in ieder geval ook op de hierna genoemde volgorde van eis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad en met vergoeding van wettelijke rentes per datum van verschuldigdheid dan wel per datum van ingebrekestelling dan wel per datum van dagvaarding, [gedaagde] te veroordelen:
Primair (ontbinding)
tot terugbetaling aan [eiser] van de koopsom bij volledige ontbinding of een evenredig deel daarvan indien de rechtbank slechts partiële ontbinding ad€ 1.950,-wettigt en in ieder geval [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van de aanvullende schadeposten zoals genoemd in het lichaam van de dagvaarding en onderbouwd met nadere producties voor een bedrag van€ 2.450,-en€ 444,68de buitengerechtelijke incassokosten;
om op straffe van een dwangsom van € 500,- per (onvoltooide deel van een) dag dat [gedaagde] de auto niet ophaalt na dit vonnis en/of geen deugdelijk vrijwaringsbewijs verschaft aan [eiser] , een en ander tot een maximum van € 20.000,-.
Subsidiair (herstel door derde)
Indien de rechtbank ontbinding in dit geval en/of op het moment van beoordeling van de vordering tot ontbinding om welke reden dan ook niet honoreert, wordt subsidiair gevorderd, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, met vergoeding van wettelijke rentes per datum van verschuldigdheid of ingebrekestelling of verzuim of dagvaarding, te bepalen dat [eiser] gerechtigd is een derde de auto te doen herstellen en dat de kosten daarvan op [gedaagde] verhaald mogen worden ex artikel 7:21 lid 6 BW;
Indien en voor zover de kosten niet ten tijde van het wijzen van dit vonnis bekend zijn althans nog niet begroot zijn, wordt verzocht voor de begroting van de kosten de zaak te verwijzen naar de schadestaatprocedure (nader op te maken bij staat) en [gedaagde] te veroordelen tot vergoeding van het alsdan vastgestelde bedrag. Dit zijn de kosten van herstel door een derde ex artikel 7:21 lid 6 BW.
Tertiair (nakoming door [gedaagde] )
Indien en voor zover het primair én subsidiair gevorderde niet toewijsbaar wordt geacht, wordt tertiair gevorderd, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, met vergoeding van wettelijke rentes per datum van verschuldigdheid of ingebrekestelling of verzuim of dagvaarding:
nakoming van de overeenkomst tenzij de auto niet is hersteld binnen twee weken na ingebrekestelling omdat herstel op een later moment voor [eiser] ernstige overlast inhoudt, voor zover [gedaagde] dat na datum dagvaarding alsnog mocht aanbieden. [eiser] beschikt immers niet over een andere auto en door [gedaagde] is ook niet direct geschikt vervangend vervoer aangeboden.
Primair, subsidiair en tertiair
[gedaagde] voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, met vergoeding van wettelijke rentes per datum van verschuldigdheid of ingebrekestelling of verzuim of dagvaarding, te veroordelen tot betaling van:
de nevenvorderingen ad€ PM(onder verwijzing naar alinea 2.9 van de dagvaarding), met vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten:
- aanvullende schade MRB, WA premies:€ PM
- buitengerechtelijke incassokosten:€ 444,68
Totaal € 444,68 + PM
de wettelijke rente over de hoofdsom en de nevenvorderingen, berekend vanaf de aankoopdatum, aangezien [eiser] sindsdien dat bedrag heeft moeten missen zonder het genot te hebben gehad van een conforme auto en dat gevolg aan [gedaagde] te wijten is, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen datum, tot aan de dag van algehele voldoening;
de kosten van dit geding. Deze kosten te vermeerderen met de nakosten ten belope van € 163,- zonder betekening. En ingeval van betekening van het vonnis te vermeerderen met € 85,-.
Een en ander te voldoen binnen 14 dagen na dagtekening van dit vonnis.
Voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt – te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening, althans vanaf een door de rechtbank als redelijk geachte termijn, na het te dezen te wijzen vonnis, indien en voor zover [gedaagde] deze kosten niet voordien heeft voldaan.”
3.2.
[eiser] baseert de eis op het volgende. Slechts vier uur na het leveren van de auto is de distributieriem gebroken. Dit gebrek had [eiser] niet hoeven te verwachten bij een auto van dit bouwjaar en met deze kilometerstand. Er is dan ook sprake van non-conformiteit van de auto. [gedaagde] is echter niet overgegaan tot herstel of vervanging, waardoor [eiser] bevoegd is de koopovereenkomst te ontbinden. Bovendien heeft [eiser] recht op een schadevergoeding bestaande uit de motorrijtuigenbelasting en de verzekeringspremies.
3.3.
[gedaagde] is het niet eens met de eis en voert het volgende aan. Toen de auto na het sluiten van de koopovereenkomst werd opgehaald door de echtgenote van [eiser] werd zij vergezeld door een man die zich voordeed als deskundige op het gebied van personenvoertuigen. Met deze monteur is besproken dat de distributieriem gezien de kilometerstand van de auto en de toepasselijke vervangingsinterval van 180.000 km nog een levensduur zou moeten hebben van 80.000 km. [gedaagde] heeft geen garantie op de distributieriem gegeven en [eiser] heeft daar ook niet om gevraagd. De auto is geleverd zoals gezien nadat er een proefrit mee is gemaakt. Er was geen enkele indicatie dat de distributieriem zou gaan breken. Ook is het een feit van algemene bekendheid dat een distributieriem onverwachts kan breken. Uit coulance heeft [gedaagde] nog aangeboden de reparatiekosten te delen, maar [eiser] heeft dit aanbod niet geaccepteerd en is zonder voorafgaand schrijven een procedure gestart.

4..De beoordeling

4.1.
Vooropgesteld wordt dat sprake is van een koop met betrekking tot een roerende zaak die is gesloten door een verkoper die handelt in het kader van zijn bedrijf (Auto Griffoen) en een natuurlijk persoon ( [eiser] ). Aldus is sprake van een consumentenkoop als bedoeld in artikel 7:5 lid 1 BW.
4.2.
Voorts wordt vooropgesteld dat, in geval van koop, de afgeleverde zaak aan de overeenkomst moet beantwoorden. Een zaak beantwoordt niet aan de overeenkomst (non-conformiteit) indien zij, mede gelet op de aard van de zaak en de mededelingen die de verkoper over de zaak heeft gedaan, niet de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten. De koper mag verwachten dat de zaak de eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan hij de aanwezigheid niet behoefde te betwijfelen (artikel 7:17 lid 1 en 2 BW). De kantonrechter weegt ook mee dat [eiser] en [gedaagde] verplicht zijn zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid en dat een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel niet van toepassing is voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn (artikel 6:2 BW).
4.3.
Tegen deze achtergrond wordt overwogen als volgt.
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat de distributieriem enkele uren na de aankoop van de auto is gebroken en dat de auto als gevolg daarvan niet langer geschikt is voor het beoogde gebruik: rijden. Tevens is tussen partijen niet in geschil dat bij de aankoop van de auto door [gedaagde] met [eiser] besproken dat de distributieriem was vervangen bij 148.000 km, dat de distributieriem die zich in de auto bevond volgens de leverancier een vervangingsinterval heeft van 180.000 km en dat deze distributieriem nog een levensduur zou moeten hebben van 80.000 km nu de kilometerstand ten tijde van de aankoop 250.082 was. In dit verband is nog van belang dat [gedaagde] haar stelling dat bij de aankoop van de zijde van [eiser] een monteur aanwezig was, deskundig op het gebied van personenvoertuigen, tegenover de betwisting ter zake door [eiser] niet nader heeft onderbouwd.
4.5.
De kantonrechter deelt niet het (overigens ook niet onderbouwde) standpunt van [gedaagde] dat het een feit van algemene bekendheid is dat een distributieriem – kennelijk in de visie van Auto Griffoen ook voordat deze volgens opgave van de leverancier moet worden vervangen – onverwacht kan breken.
4.6.
De omstandigheid dat de distributieriem slechts enkele uren na aankoop is gebroken brengt, mede nu [gedaagde] verder geen feiten of omstandigheden heeft gesteld die tot een ander oordeel zouden kunnen leiden, aldus in dit geval mee dat sprake is van non-conformiteit.
4.7.
Nu de auto niet aan de overeenkomst beantwoordde, mocht [eiser] in beginsel van [gedaagde] verlangen dat deze kosteloos herstelwerkzaamheden zou verrichten (artikel 21 lid 1 sub b, lid 2 en lid 3 BW). Vaststaat dat [gedaagde] zich (per WhatsAppberichten van 7 en 8 november 2021, zie 2.3. en 2.4. hiervoor) wel bereid heeft verklaard om herstelwerkzaamheden te verrichten maar zij heeft daarbij tevens aangegeven dat daarvoor een bedrag van € 750,- exclusief btw in rekening gebracht zou worden. Per brief van 9 november 2021 heeft de gemachtigde van [eiser] echter alsnog verzocht om kosteloos herstel binnen twee weken (zie 2.5. hiervoor). [eiser] heeft deze termijn van twee weken vervolgens niet afgewacht en heeft reeds op 15 november 2021 een dagvaarding laten uitbrengen.
4.8.
Naar het oordeel van de kantonrechter is met de omstandigheid dat [gedaagde] in het Whatsappgesprek op 7 en 8 november 2021 geen kosteloos herstel heeft aangeboden gegeven dat het verzuim is ingetreden en kwam [eiser] in beginsel toen de bevoegdheid toe om de overeenkomst geheel te ontbinden (artikel 7:22 lid 1 en 2 BW). De omstandigheid dat [eiser] [gedaagde] echter vervolgens per brief van 9 november 2021 (zie 2.5) alsnog een termijn van twee weken heeft gegeven om tot kosteloos herstel en daarmee correcte nakoming van de overeenkomst over te gaan brengt evenwel mee dat [eiser] op grond van het hiervoor genoemde artikel 6:2 BW thans niet zonder meer een beroep toekomt op ontbinding op de grond dat [gedaagde] in het Whatsappgesprek op 7 en 8 november 2021 niet bereid was tot kosteloos herstel.
4.9.
De in de brief van 9 november 2021 gestelde termijn is doorkruist door het uitbrengen van de dagvaarding waarin [eiser] – gelet op de bewoordingen in het lichaam van de dagvaarding – primair heeft ingezet op ontbinding wegens niet nakoming. Van [gedaagde] behoefde onder deze omstandigheden niet verwacht worden dat zij zou begrijpen dat nakoming binnen de in de (door [eiser] nutteloos geachte maar niettemin verzonden) brief van 9 november 2021 gestelde termijn nog werd verlangd. Dit volgt uit het meergenoemde artikel 6:2 BW.
4.10.
Ter zitting is gebleken dat de auto, nadat de distributieriem was gebroken, door [eiser] naar huis is gesleept. Volgens [gedaagde] moet een auto in dat geval met een takelwagen worden getransporteerd en niet gesleept, omdat anders de versnellingsbak ernstig kan worden beschadigd. Of de versnellingsbak daadwerkelijk is beschadigd kan pas beoordeeld worden nadat de werkzaamheden met betrekking tot het herstel van de kapotte distributieriem zijn verricht. De mogelijke ernstige beschadiging van de versnellingsbak brengt evenwel mee dat die werkzaamheden niet (langer) zinvol zijn, aldus [gedaagde] . [eiser] heeft een en ander niet, althans niet voldoende gemotiveerd, betwist.
4.11.
Het vorenstaande brengt mee dat het verzuim van [gedaagde] in de gegeven omstandigheden niet kan leiden tot ontbinding van overeenkomst in zijn geheel, mede omdat het gevolg hiervan zou zijn dat [gedaagde] tegenover de verplichting om de koopprijs terug te betalen de beschikking krijgt over een auto die als gevolg van het eigen handelen van [eiser] mogelijk (veel) meer schade heeft opgelopen dan alleen vanwege het breken van de distributieriem. De daartoe strekkende vordering zal dan ook worden afgewezen. Uit het gevorderde onder L., gelezen in het licht van het lichaam van de dagvaarding, begrijpt de kantonrechter dat de vordering van [eiser] tevens strekt tot partiële ontbinding, namelijk vermindering van de koopprijs met een bedrag van € 1.900,-, zijnde de kosten die volgens [eiser] gemoeid met de werkzaamheden betreffende het herstel van de kapotte distributieriem (zie 2.6). Deze vordering is wel toewijsbaar met inachtneming van het navolgende. [gedaagde] heeft voor deze werkzaamheden zelf een bedrag van € 1.500,- exclusief btw genoemd (€ 1.815,- inclusief btw). De kantonrechter gaat daarom voor de herstelkosten uit van het gemiddelde van deze bedragen (€ 1.847,50) en zal de koopovereenkomst partieel ontbinden in die zin dat de koopprijs wordt verminderd met een bedrag van € 1.847,50 en [gedaagde] zal worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag aan [eiser] .
4.12.
Voor vergoeding van kosten met betrekking tot de motorrijtuigenbelasting en verzekeringspremies ziet de kantonrechter geen aanleiding. De koopovereenkomst blijft wat betreft eigendom van de auto in stand en daarmee komen die kosten voor rekening en risico van [eiser] zelf.
4.13.
Voor vergoeding van buitengerechtelijke kosten ziet de kantonrechter evenmin aanleiding. Er is slechts één brief gestuurd door de gemachtigde van [eiser] (de brief van 9 november 2021). Deze brief rechtvaardigt geen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten te meer nu, zoals hiervoor reeds overwogen, de dagvaarding reeds is uitgebracht voordat de in deze brief gestelde termijn voor nakoming was verstreken.
4.14.
Met betrekking tot de overige vorderingen van [eiser] geldt dat, voor zover in hetgeen hiervoor is overwogen niet reeds besloten ligt dat deze worden afgewezen, deze worden afgewezen omdat noch uit de dagvaarding noch ter zitting is gebleken dat [eiser] een belang heeft bij toewijzing zoals vereist in artikel 3:303 BW.
4.15.
Nu partijen over en weer in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren.
uitvoerbaarheid bij voorraad
4.16.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
ontbindt per heden gedeeltelijk de koopovereenkomst zoals op 7 november 2021 tussen partijen gesloten met betrekking tot de auto in die zin dat de koopprijs wordt verminderd met een bedrag van € 1.847,50;
5.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan [eiser] van een bedrag van € 1.847,50, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag der algehele voldoening;
5.3.
compenseert de proceskosten zodat ieder van partijen de eigen proceskosten draagt;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
43416