Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2022, met producties 1 tot en met 8;
- de conclusie van antwoord tevens (voorwaardelijke) eis in reconventie, met producties 1 tot en met 20;
- de aanvullende producties 9 tot en met 11 van [naam eiseres];
- de aanvullende producties 21 en 22 van [naam gedaagde];
- de mondelinge behandeling gehouden op 29 april 2022;
- de pleitnota van [naam eiseres];
- de pleitnota van [naam gedaagde].
2..De feiten
3..Het geschil
- [naam gedaagde] te bevelen om binnen 24 uur na dit vonnis de feitelijke bedrijfsvoering van [naam bedrijf 2] over te dragen aan [naam eiseres] en zich op geen enkele wijze met de bedrijfsvoering te bemoeien;
- [naam gedaagde] te bevelen om binnen 24 uur na dit vonnis de in zijn bezit zijnde sleutels/pasjes van [naam bedrijf 2] aan [naam eiseres] over te dragen;
- [naam gedaagde] te bevelen om binnen 24 uur na dit vonnis geen enkele financiële handeling met betrekking tot [naam bedrijf 2] meer te verrichten of contante opnames te doen, en zijn bankpassen in te leveren bij [naam eiseres];
- [naam gedaagde] te bevelen om binnen 24 uur na dit vonnis geen enkel contact meer te leggen of te onderhouden met leveranciers, medewerkers en bekende opdrachtgevers van [naam bedrijf 2];
- één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 per dag/per bevel dat [naam gedaagde] het bevel/de bevelen niet volledig zal nakomen;
- [naam gedaagde] te veroordelen in de proceskosten alsmede de nakosten.
- te gebieden dat [naam verweerster] binnen 24 uur na dit vonnis alle in het bezit van [naam verweerster] zijnde toegangspassen en sleutels van [naam bedrijf 2] aan [naam eiser] dient over te dragen;
- te gebieden dat [naam verweerster] binnen 24 uur na dit vonnis geen enkele financiële handeling met betrekking tot [naam bedrijf 2] meer mag verrichten, waarbij inbegrepen contante opnames te doen en zij haar bankpassen op naam van [naam bedrijf 2] gesteld dient in te leveren bij [naam eiser];
- te gebieden dat [naam verweerster] binnen 24 uur na dit vonnis dient te staken en gestaakt te houden het verspreiden van negatieve berichten over zowel [naam eiser] als over [naam bedrijf 2], waarbij inbegrepen middellijke uitingen en het verspreiden van berichten in de sociale media;
- één en ander op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 2.500,00 met een maximum van € 20.000,00 voor ieder gebod dat [naam verweerster] niet of niet volledig nakomt;
- [naam verweerster] te veroordelen tot vergoeding aan [naam eiser] van de kosten die [naam eiser] in verband met de eventuele tenuitvoerlegging verschuldigd zal zijn.
- [naam verweerster] te gebieden de door [naam eiser] ingeschakelde of in te schakelen makelaar tot de echtelijke woning staande en gelegen aan de [adres] toe te laten voor taxatiedoeleinden en voorts te gebieden dat [naam verweerster] gehouden is tot betaling van een dwangsom van € 1.000,00 per keer of per dag, met een maximum van € 10.000,00 dan wel een ander door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, voor iedere keer dat zij dit gebod niet nakomt, waarbij de eerste dwangsom verbeurt indien niet binnen 8 dagen na dagtekening van het in deze procedure te wijzen vonnis door [naam verweerster] medewerking aan de taxatie is verleend;
- [naam verweerster] te veroordelen tot vergoeding aan [naam eiser] van de kosten die [naam eiser] in verband met de eventuele tenuitvoerlegging verschuldigd zal zijn;
- [naam verweerster] te gebieden om haar medewerking te verlenen aan het opvragen van de waarde van de Opbouwspaarrekening bij de Rabobank met kenmerk [kenmerk], zij dit op schrift dient te laten stallen en binnen bekwame tijd, en dit uiterlijk binnen 14 dagen na het geven van dit vonnis, aan [naam eiser] verstrekt, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats treedt van de voor het opvragen van de waarde van de Opbouwspaarrekening noodzakelijke wilsverklaring van [naam verweerster] zoals bedoeld in artikel 3:300 lid 2 BW;
- [naam verweerster] te gebieden de laatste overzichten van de op de echtelijke woning staande en gelegen aan de [adres] rustende hypothecaire lening(en) in afschrift aan [naam eiser] te verstrekken binnen 14 dagen na het wijzen van dit vonnis, bij gebreke waarvan dit vonnis in de plaats treedt van de voor het opvragen van de pro resto schuld noodzakelijke wilsverklaringen van [naam verweerster] zoals bedoeld in artikel 3:300 lid 2 BW.