Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- het verzoekschrift met bijlagen van de vrouw, ingekomen op 3 februari 2021;
- het verweerschrift van de man, ingekomen op 28 mei 2021;
- het gewijzigde verweerschrift tevens zelfstandig verzoek van de man, ingekomen op 17 december 2021;
- het aanvullend verzoekschrift met bijlagen van de zijde van de vrouw, ingekomen op 4 februari 2022.
.Daarbij zijn verschenen:
- de vrouw met haar advocaat;
- de man met zijn advocaat.
2..De beoordeling
CNCSlavenarmbanden 6 ST (73,18 Gram) € 3.350,-
€ 39.540,- niet. Partijen zijn gezien de beperkte gemeenschap beiden gerechtigd tot de helft van de gouden sieraden. De rechtbank zal de sieraden als volgt verdelen, waarbij de rechtbank de sieraden afkomstig van de familie van de vrouw in ieder geval aan de vrouw zal doen toekomen. Het staat partijen vrij om in onderling overleg tot een andere verdeling te komen.
CNCSlavenarmbanden 6 ST (73,18 Gram) € 3.350,-
€ 5.200,-. Het had op de weg van de man gelegen om te onderbouwen wat de auto waard is, voor welk bedrag de auto (precies) is verkocht, wat er met het geld is gebeurd en dat het, zoals de man stelt, consumptief is besteed en niet is verspild. De man heeft dat nagelaten en ook niet toegelicht waarom de vaste lasten niet uit de gewone financiële middelen, bijvoorbeeld het inkomen van de man, konden worden voldaan. Gelet op de aankoopwaarde van de auto van € 5.200,- in februari 2020 acht de rechtbank een waarde van € 4.700,- in de gegeven omstandigheden en bij gebrek aan onderbouwende stukken redelijk. De man heeft de gemeenschap voor dit laatste bedrag benadeeld. Omdat de huwelijksgemeenschap is ontbonden, zal de rechtbank bepalen dat de man de helft van dit bedrag (€ 2.350,-) aan de vrouw moet vergoeden.