Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
2..De beoordeling
3..De beslissing
B.G. van der Vlies, griffier, in het openbaar uitgesproken op 21 april 2022. [1]
Rechtbank Rotterdam
Op 21 april 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van de schuldsaneringsregeling voor twee schuldenaren, die door de Belastingdienst zijn aangemerkt als gedupeerden van de kinderopvangtoeslagaffaire. De bewindvoerder, mr. P.A. Loeff, had op 3 februari 2022 een verzoek ingediend op basis van artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet. Dit verzoek was onderbouwd met een goedgekeurde aanvraag tot compensatie van de Belastingdienst en bevestiging van kwijtschelding door publieke schuldeisers. De rechtbank heeft vastgesteld dat het boedelsaldo voldoende was om de vorderingen te voldoen en dat alle vorderingen zijn voldaan, zoals aangetoond door de bewindvoerder in berichten van 28 februari en 6 april 2022.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de schuldenaren, die in het verleden onder de schuldsaneringsregeling vielen, nu in aanmerking komen voor beëindiging van deze regeling. De rechtbank heeft de toepassing van de schuldsaneringsregeling beëindigd op grond van artikel 350, derde lid, onder a van de Faillissementswet. Tevens heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld op € 4.230,58, inclusief onkosten en omzetbelasting, en een extra vergoeding van € 657,03 vastgesteld, conform het Besluit compensatie gedupeerden in schuldentraject van de Staatssecretaris van Financiën.
De uitspraak is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak, uitsluitend door een advocaat.