In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 13 mei 2022, is de kantonrechter gevraagd om een medisch deskundige te benoemen in een arbeidsrechtelijk geschil tussen een werknemer, aangeduid als [eiser], en zijn werkgever, de besloten vennootschap Accuverkoop Hefra B.V. De procedure volgde op een tussenvonnis van 1 oktober 2021, waarin de werkgever was toegelaten tot het leveren van tegenbewijs met een medisch deskundigenbericht over de rugklachten van de werknemer, die volgens hem het gevolg waren van zijn werkzaamheden bij Hefra.
De partijen hebben overeenstemming bereikt over de benoeming van de deskundige, een orthopedisch chirurg, die geen binding heeft met de partijen en bereid is het onderzoek te verrichten. De kantonrechter heeft de deskundige verzocht om schriftelijk advies uit te brengen over verschillende vragen met betrekking tot de klachten van de werknemer en de mogelijke oorzaken daarvan. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn begroot op € 5.082,00, welke door de werkgever moet worden voorgeschoten. De kantonrechter heeft bepaald dat het onderzoek kan beginnen na ontvangst van het voorschot en dat de zaak zal worden verwezen naar een rolzitting voor conclusie na deskundigenbericht.
De beslissing van de kantonrechter benadrukt het belang van deskundigenonderzoek in arbeidsrechtelijke geschillen, vooral wanneer medische aspecten een cruciale rol spelen in de beoordeling van de vordering van de werknemer. De zaak illustreert ook de procedurele stappen die partijen moeten doorlopen in het kader van het inschakelen van een deskundige en de verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken.