ECLI:NL:RBROT:2022:4128
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en terugvordering van ontvangen bijstandsbedragen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 mei 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een alleenstaande ouder die bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van haar bijstandsuitkering en de terugvordering van een bedrag van € 893,94, dat door verweerder was vastgesteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bijstandsuitkering van eiseres per 28 december 2020 is ingetrokken en dat er een bedrag van € 239,66 teruggevorderd kan worden. De rechtbank oordeelde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd voor de door haar gestelde schulden en dat de terugvordering terecht was vastgesteld. De rechtbank verklaarde het beroep tegen het eerste bestreden besluit niet-ontvankelijk, omdat dit besluit was ingetrokken door verweerder. Het beroep tegen het tweede bestreden besluit werd ongegrond verklaard. Tevens werd verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, die op € 1.518,- werden vastgesteld. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.