In deze civiele procedure, aangespannen door N.V. Univé Zorg, vertegenwoordigd door Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso, tegen een gedaagde die optreedt als bewindvoerder, is op 27 mei 2022 door de kantonrechter in Rotterdam een vonnis gewezen. De eiseres, Univé, had aanvankelijk gevorderd dat de gedaagde een bedrag van € 500,- met rente zou betalen, alsook veroordeling in de proceskosten. De gedaagde heeft echter de vorderingen betwist en verzocht om afwijzing van de eisen, met een tegenverzoek tot veroordeling van Univé in de proceskosten.
Na het indienen van het antwoord heeft Univé om moverende redenen verzocht om royement van de procedure. De gedaagde stemde in met het royement, maar onder de voorwaarde dat Univé de proceskosten zou vergoeden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet onvoorwaardelijk heeft ingestemd met het royement, waardoor de procedure niet kon worden doorgehaald. De kantonrechter heeft vervolgens geoordeeld dat Univé haar vorderingen had verminderd tot nihil, wat betekende dat de inhoudelijke beoordeling van de zaak niet meer nodig was, maar dat er nog wel een beslissing moest worden genomen over de proceskosten.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Univé verantwoordelijk is voor de proceskosten van de gedaagde, aangezien deze onnodig kosten heeft moeten maken door de procedure die door Univé was gestart. De proceskosten zijn vastgesteld op € 75,- aan salaris voor de gemachtigde van de gedaagde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde direct aanspraak kan maken op de proceskostenvergoeding.