ECLI:NL:RBROT:2022:4109

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
27 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
9580762
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Royement van de procedure en proceskostenveroordeling in civiele zaak tussen N.V. Univé Zorg en gedaagde

In deze civiele procedure, aangespannen door N.V. Univé Zorg, vertegenwoordigd door Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso, tegen een gedaagde die optreedt als bewindvoerder, is op 27 mei 2022 door de kantonrechter in Rotterdam een vonnis gewezen. De eiseres, Univé, had aanvankelijk gevorderd dat de gedaagde een bedrag van € 500,- met rente zou betalen, alsook veroordeling in de proceskosten. De gedaagde heeft echter de vorderingen betwist en verzocht om afwijzing van de eisen, met een tegenverzoek tot veroordeling van Univé in de proceskosten.

Na het indienen van het antwoord heeft Univé om moverende redenen verzocht om royement van de procedure. De gedaagde stemde in met het royement, maar onder de voorwaarde dat Univé de proceskosten zou vergoeden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde niet onvoorwaardelijk heeft ingestemd met het royement, waardoor de procedure niet kon worden doorgehaald. De kantonrechter heeft vervolgens geoordeeld dat Univé haar vorderingen had verminderd tot nihil, wat betekende dat de inhoudelijke beoordeling van de zaak niet meer nodig was, maar dat er nog wel een beslissing moest worden genomen over de proceskosten.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Univé verantwoordelijk is voor de proceskosten van de gedaagde, aangezien deze onnodig kosten heeft moeten maken door de procedure die door Univé was gestart. De proceskosten zijn vastgesteld op € 75,- aan salaris voor de gemachtigde van de gedaagde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde direct aanspraak kan maken op de proceskostenvergoeding.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9580762 \ CV EXPL 21-40779
datum uitspraak: 27 mei 2022
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
N.V. Univé Zorg, betreffende ZEKUR,
vestigingsplaats: Arnhem,
eiseres,
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso,
tegen
[gedaagde], die handelt onder de naam [handelsnaam] in de hoedanigheid van bewindvoerder in het bewind van [naam],
vestigingsplaats: [vestigingsplaats],
gedaagde,
gemachtigde: mr. C. Car.
De partijen worden hierna ‘Univé’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 19 november 2021, met bijlagen;
  • het antwoord met bijlage;
  • de akte van Univé;
  • de brief aan de kant van [gedaagde].

2..Het geschil

2.1.
Univé eist aanvankelijk samengevat:
  • [gedaagde] te veroordelen aan haar te betalen € 500,- met rente;
  • [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten en nakosten;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.2.
[gedaagde] is het niet eens met deze eis en concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling van Univé in de proceskosten.
2.3.
Univé verzoekt na het antwoord om haar moverende redenen om royement van de procedure.
2.4.
[gedaagde] stemt in met het royement, maar verzoekt daarbij Univé te veroordelen in de proceskosten.

3..De beoordeling

3.1.
De kantonrechter begrijpt het verzoek van Univé om royement van de procedure als een verzoek tot doorhaling op de rol op grond van het bepaalde in artikel 246 Rv. Doorhaling op de rol op grond van deze bepaling kan uitsluitend plaatsvinden indien beide partijen daarmee instemmen.
3.2.
[gedaagde] heeft ingestemd met het royement onder de voorwaarde dat Univé wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Univé heeft niet aangeboden de proceskosten van [gedaagde] te voldoen. Dat betekent dat [gedaagde] niet onverkort heeft ingestemd met het verzoek van Univé. In dat geval kan geen doorhaling van de procedure plaatsvinden. Dit betekent dat inhoudelijk naar de zaak moet worden gekeken.
3.3.
Uit het verzoek tot royement begrijpt de kantonrechter dat Univé haar vorderingen vermindert tot nihil (artikel 129 Rv), zodat deze niet meer hoeven te worden beoordeeld. De kantonrechter dient nog wel te beslissen over de proceskosten.
3.4.
Univé is een procedure gestart en heeft haar vordering vervolgens zonder nadere toelichting verminderd tot nihil. Als gevolg hiervan heeft [gedaagde] onnodig proceskosten moeten maken. Dit komt voor rekening van Univé. De kantonrechter ziet dan ook aanleiding Univé in de proceskosten aan de kant van [gedaagde] te veroordelen.
3.5.
De kantonrechter stelt de proceskosten aan de kant van [gedaagde] tot vandaag vast op € 75,- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 75,- tarief).
3.6.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt Univé in de proceskosten aan de kant van [gedaagde], tot vandaag vastgesteld op een bedrag van € 75,- aan salaris voor de gemachtigde;
4.2.
verklaart de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M. van Kalmthout en in het openbaar uitgesproken.
54214