Deze vorderingen luiden letterlijk als volgt:
“Het u Edelachtbare moge behagen om voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad te
verklaren vonnis,
I. Te verklaren voor recht dat gedaagde inbreuk hebben gemaakt op het beperkt recht van economische eigendom/vruchtgebruik van eiser;
II. Te verklaren voor recht dat gedaagde inbreuk hebben gemaakt op het beperkt recht van economische eigendom/vruchtgebruik van eiser door deze zonder toestemming en of de daarvoor benodigde aktes te hebben omgezet in deelnemingsrechten;
III. Te verklaren voor recht dat gedaagden schadeplichtig zijn voor het onrechtmatig omzetten dan wel inbreuk te hebben gemaakt op zijn beperkt recht van economische eigendom/vruchtgebruik;
IV. Te verklaren voor recht dat gedaagde het recht van eiser op het beperkt recht van economische eigendom/vruchtgebruik respecteren en nakomen, voor zover dat nog mogelijk is;
V. Gedaagde te veroordelen, des de ene betalende, de ander zal zijn bevrijd, om aan eiser te betalen schadevergoeding, nader op te maken bij staat;
VI. Te verklaren voor recht dat gedaagde ieder hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade van eiser uit hoofde van wanprestatie;
VII. Te verklaren voor recht dat sprake is van een onrechtmatige daad gepleegd door gedaagde;
VIII. Te verklaren voor recht dat gedaagde zich ongerechtvaardigd hebben verrijkt ten laste van eiser;
IX. Te verklaren voor recht dat eiser recht heeft op uitkeringen van de aan eiser toekomende kapopbrengsten althans schadeplichtig zijn aan eiser voor hetzelfde bedrag;
X. Met veroordeling van gedaagde, des dat de ene betalende, de ander zal zijn bevrijd, in de kosten van dit geding alsmede de nakosten.”