ECLI:NL:RBROT:2022:4039
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling op de A-grond na voldoening van alle vorderingen
Op 15 april 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling voor de schuldenares, die eerder op 29 april 2020 was uitgesproken. De bewindvoerder, L. Hordijk, diende op 4 maart 2022 een verzoek in op basis van artikel 350 lid 3 sub a van de Faillissementswet, waarin werd aangegeven dat het boedelsaldo toereikend was om alle vorderingen te voldoen. De rechter-commissaris verleende op 8 maart 2022 toestemming voor de betaling van de vorderingen. Op 11 maart 2022 heeft de bewindvoerder aangetoond dat alle vorderingen zijn voldaan. De zaak werd behandeld op de zitting van 7 april 2022, waar zowel de bewindvoerder als de schuldenares aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat alle vorderingen zijn voldaan en heeft besloten de schuldsaneringsregeling te beëindigen op grond van artikel 350, derde lid, onder a van de Faillissementswet. Tevens heeft de rechtbank het salaris van de bewindvoerder vastgesteld, inclusief onkosten en omzetbelasting, tot een bedrag van maximaal € 2.723,03. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een mogelijkheid voor hoger beroep binnen acht dagen na de uitspraak, uitsluitend door een advocaat.