ECLI:NL:RBROT:2022:4030

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
23 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
9793709 VV EXPL 22-148
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een vordering tot afgifte van een verpande motorfiets in kort geding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 23 mei 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Santander Consumer Finance Benelux B.V. en een gedaagde partij die niet is verschenen. Santander, eiseres, heeft een vordering ingesteld tot afgifte van een aan haar verpande motorfiets, een Triumph STREET RS 765, en heeft tevens een dwangsom geëist voor het geval de gedaagde niet aan de veroordeling tot afgifte voldoet. De procedure is gestart met een dagvaarding op 8 april 2022, en op 9 mei 2022 vond een mondelinge behandeling plaats waarbij de gedaagde niet aanwezig was.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een spoedeisend belang voor Santander, aangezien de gedaagde in gebreke is gebleven met de betaling van de termijnbedragen van een geldlening die verband houdt met de aankoop van de motorfiets. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van Santander niet ongegrond of onrechtmatig is en heeft verstek verleend tegen de gedaagde, die geen verweer heeft gevoerd. De kantonrechter heeft de vordering van Santander toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot afgifte van de motorfiets, betaling van een dwangsom en de proceskosten.

De proceskosten zijn vastgesteld op € 761,71, bestaande uit dagvaardingskosten, griffierecht en salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Santander direct kan overgaan tot uitvoering van de veroordelingen, ongeacht een eventuele hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9793709 VV EXPL 22-148
datum uitspraak: 23 mei 2022
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Santander Consumer Finance Benelux B.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: Jongejan Wisseborn gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde], die voorheen handelde onder de naam
[handelsnaam ],
woonplaats: [woonplaats gedaagde],
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Santander’ en ‘[gedaagde]’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 8 april 2022, met bijlagen.
1.2.
Op 9 mei 2022 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met de gemachtigde van Santander besproken. [gedaagde] is niet verschenen.

2..Het geschil

2.1.
Santander eist samengevat:
- een bevel tot afgifte van de aan Santander verpande roerende zaak, te weten:
een motorfiets Triomf STREET RS 765, met kenteken [kentekennummer], met sleutels, kentekenbewijzen en al hetgeen blijkens de overeenkomsten deel uitmaakt van het verpande object;
- [gedaagde] te veroordelen tot betaling van een dwangsom van € 250,- per dag met een
maximum van € 7.500,-, voor elke dag dat [gedaagde], na betekening van het vonnis,
met de nakoming van het hiervoor gevorderde in gebreke blijft;
  • [gedaagde] te veroordelen in de kosten van dit geding;
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
2.2.
Santander baseert de eis op het volgende. Tussen Santander en [gedaagde] bestaat een overeenkomst tot geldlening. Met het geleende bedrag is door [gedaagde] een motorfiets gekocht, zijnde een Triumph STREET RS 765, met kenteken [kentekennummer]. Tot meerdere zekerheid van Santander is op deze motorfiets een pandrecht gevestigd. [gedaagde] is in gebreke gebleven met de tijdige betaling van de termijnbedragen van de geldlening. Santander heeft [gedaagde] op 10 september 2021 in gebreke gesteld. Santander wenst haar schade te beperken door uitoefening van haar recht op parate executie van de verpande motor en wil zich op de opbrengst ervan verhalen.

3..De beoordeling

3.1.
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat hij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten.
3.2.
Voldoende is gebleken dat Santander een spoedeisend belang heeft bij de door haar gevorderde voorzieningen.
3.3.
[gedaagde] is op 9 maart 2022, hoewel daartoe deugdelijk te zijn opgeroepen, niet op de mondelinge behandeling verschenen en heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter stelt vast dat bij de dagvaarding de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen. Tegen [gedaagde] wordt daarom verstek verleend.
3.4.
Bij gebreke van verweer daartegen, moet in rechte worden uitgegaan van de juistheid van de stellingen van Santander. De vordering van Santander komt de kantonrechter niet ongegrond of onrechtmatig voor en zal dan ook worden toegewezen.
3.5.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Santander tot vandaag vast op € 135,71 aan dagvaardingskosten, € 128,- aan griffierecht en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde. Dit is totaal € 761,71.
3.6.
Dit vonnis wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

4..De beslissing

De kantonrechter:
4.1.
veroordeelt [gedaagde] tot afgifte aan Santander van de aan Santander verpande roerende zaak, zijnde de motorfiets Triomf STREET RS 765, met kenteken [kentekennummer], met sleutels, kentekenbewijzen en al hetgeen blijkens de overeenkomsten deel uitmaakt van het verpande object;
4.2.
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van een dwangsom van € 250,- per dag met een
maximum van € 7.500,-, voor elke dag dat [gedaagde], na betekening van het vonnis,
met de nakoming van de in 4.1 vermelde veroordeling in gebreke blijft;
4.3.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de kant van Santander tot vandaag vastgesteld op € 761,71;
4.4.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
47636