ECLI:NL:RBROT:2022:4029

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 april 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
9765840 VV EXPL 22-128
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing ontruiming bedrijfsruimte wegens huurachterstand in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen D&H Vastgoed B.V. en Source Beauty Logistics Netherlands B.V. (SBLN). D&H, vertegenwoordigd door mr. S.O. Voogt, vorderde ontruiming van een bedrijfsruimte vanwege een huurachterstand van vier maanden, die in totaal € 20.812,- bedroeg, inclusief btw. SBLN is niet verschenen op de zitting van 14 april 2022, waardoor verstek werd verleend. D&H stelde dat SBLN de huur niet had betaald over de maanden januari tot en met april 2022 en dat er een contractuele boete van € 1.200,- was verschuldigd voor de niet-nakoming van de betalingsverplichting. De kantonrechter oordeelde dat de vordering tot ontruiming niet onrechtmatig of ongegrond was en wees deze toe, met een termijn van 14 dagen voor ontruiming na betekening van het vonnis. Daarnaast werd SBLN veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de boetes, alsook in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9765840 VV EXPL 22-128
uitspraak: 26 april 2022
vonnis in kort geding van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
D&H Vastgoed B.V.,
gevestigd te Vlaardingen,
eiseres,
gemachtigde: mr. S.O. Voogt,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Source Beauty Logistics Netherlands B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
gedaagde,
die niet is verschenen.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘D&H’ en ‘SBLN’.

1..Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 5 april 2022 met bijlagen.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 14 april 2022. De datum voor de uitspraak van het vonnis is bepaald op vandaag.

2..De feiten

2.1
D&H heeft met SBLN een huurovereenkomst gesloten met betrekking tot de bedrijfsruimte aan de [adres]. Op grond van deze huurovereenkomst is SBLN maandelijks bij vooruitbetaling een bedrag van € 5.203,- (inclusief btw) aan huur verschuldigd.

3..De vordering en het verweer

3.1
D&H vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. SBLN te veroordelen om de bedrijfsruimte, staande en gelegen aan de [adres] binnen 10 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen met alle daarin aanwezige personen en zaken, en de sleutels af te geven aan D&H en voor het geval SBLN daaraan niet vrijwillig en volledig voldoet SBLN te veroordelen in de kosten van de gerechtelijke ontruiming;
II. SBLN te veroordelen om aan D&H te betalen € 20.812,- (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke handelsrente en € 1.200,- aan contractueel verschuldigde boetes;
III. te bepalen dat het vonnis, tot een half jaar na de dag dat het vonnis wordt uitgesproken, dan wel wordt bekrachtigd, ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de ten uitvoering zich daar bevindt of daarbinnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet;
IV. SBLN te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.2
D&H legt het volgende aan haar vordering ten grondslag. SBLN dient de huur op grond van de huurovereenkomst steeds voor de eerste dag van de maand, waar de huur op ziet, te voldoen. Door SBLN is geen huur betaald over de maanden januari 2022 tot en met april 2022. In totaal is er over die maanden een huurachterstand ontstaan van € 20.812,- inclusief btw. Overeenkomstig artikel 23.2 van de toepasselijke algemene bepalingen is SBLN een boete van € 300,- per maand verschuldigd voor de niet nakoming van de betalingsverplichting uit hoofde van de huurovereenkomst. In totaal is SBLN over de maanden januari 2022 tot en met april 2022 een bedrag van € 1.200,- aan contractuele boetes verschuldigd. Omdat er momenteel geen activiteiten in het gehuurde plaatsvinden ligt het niet in de lijn der verwachtingen dat de huurbetaling op korte termijn zal worden hervat. D&H heeft er mitsdien een gerechtvaardigd belang bij dat het gehuurde door SBLN wordt ontruimd en dat deze bedrijfsruimte ter beschikking van D&H zal worden gesteld, zodat D&H het gehuurde kan verhuren aan een huurder die wel aan zijn betalingsverplichtingen zal voldoen.
3.3
SBLN heeft geen verweer gevoerd.

4..De beoordeling

4.1
Een vordering in kort geding kan worden toegewezen als de partij die de voorziening vraagt hierbij zoveel spoed heeft dat hij de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten. Bij die beoordeling is van belang hoe aannemelijk het is dat de vordering in een gewone procedure zal worden toegewezen. Verder moet het belang van D&H bij toewijzing van de vordering worden meegewogen en de gevolgen van toewijzing van de vordering voor SBLN als deze uitspraak later wordt teruggedraaid. Als partijen een gewone procedure starten, is de rechter in die procedure niet gebonden aan deze uitspraak.
4.2
D&H heeft de betekende dagvaarding overgelegd, waaruit blijkt dat SBLN correct is opgeroepen voor de zitting van 14 april 2022. Nu ook de overige bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht zijn genomen, zal verstek worden verleend tegen SBLN.
4.3
De huurachterstand bedraagt 4 maanden en na de dagvaarding is er niets meer betaald door SBLN. Zij heeft ook geen contact met D&H gezocht. De huurachterstand loopt aldus verder op. De vordering tot ontruiming van het gehuurde komt de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor zodat deze zal worden toegewezen. De termijn van ontruiming wordt bepaald op de gebruikelijke 14 dagen na de betekening van dit vonnis. D&H vordert een veroordeling van SBLN in de kosten die zij zal moeten maken indien SBLN niet vrijwillig gehoor zal geven aan de ontruiming. Deze vordering is op voorhand niet toewijsbaar. Het betreft hier executiekosten die slechts toewijsbaar zijn, als zij in redelijkheid zijn gemaakt. Dat is op dit moment nog niet te beoordelen.
4.4
De gevorderde betaling van € 20.812,- aan huurachterstand en € 1.200,- aan contractuele boetes, berekend van januari 2022 tot en met april 2022, wordt als onweersproken toegewezen. De wettelijke rente over de huurachterstand wordt toegewezen vanaf de vervaldata van de respectievelijke huurtermijnen tot de dag van algehele voldoening.
4.5
Op grond van artikel 557a lid 3 Rv kan de kantonrechter bevelen dat ook opvolgende anonieme gebruikers de onroerende zaak dienen te ontruimen. Artikel 557a lid 3 Rv is bedoeld voor de situatie dat op het moment van tenuitvoerlegging van een ontruimingsvonnis ook andere personen (zoals krakers), dan tegen wie de ontruiming is uitgesproken, aanwezig zouden kunnen zijn. Van een dergelijke situatie is geen sprake. D&H heeft haar vordering op dit punt ook niet onderbouwd of toegelicht, zodat dit onderdeel van de vordering wordt afgewezen.
4.6
SBLN zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
4.7
Dit vonnis wordt, zoals door D&H gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter,
veroordeelt SBLN om het gehuurde binnen 14 dagen na betekening van het vonnis te ontruimen met alle personen en zaken die zich vanwege haar daar bevinden, onder overgave van sleutels, ter beschikking van D&H te stellen,
veroordeelt SBLN aan D&H te betalen € 20.812,- (inclusief btw), te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf de vervaldata van de respectievelijke huurtermijnen tot de dag van algehele voldoening;
veroordeelt SBLN aan D&H te betalen € 1.200,-;
veroordeelt SBLN in de proceskosten, welke kosten tot aan deze uitspraak aan de zijde van D&H worden vastgesteld op € 1.384,- aan griffierecht, € 108,41 aan dagvaardingskosten en € 498,- aan salaris voor de gemachtigde, en deze bedragen te vermeerderen met de wettelijke rente in de zin van artikel 6:119 BW vanaf 14 dagen na de datum van dit vonnis tot de dag van betaling;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
47636