ECLI:NL:RBROT:2022:4019
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- mr. drs. E. van Schouten
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen Erasmus MC en een werknemer wegens verstoorde arbeidsverhouding en verwijtbaar handelen
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 februari 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst tussen de publiekrechtelijke rechtspersoon Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam (Erasmus MC) en een werknemer, aangeduid als [verweerster]. De werknemer was sinds 2 februari 2009 in dienst bij Erasmus MC en werkte als Polikliniek assistent. De arbeidsovereenkomst werd aangevraagd te ontbinden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding en (ernstig) verwijtbaar handelen van de werknemer. De werknemer had zich op 16 september 2020 ziekgemeld en weigerde mee te werken aan haar re-integratie, wat door Erasmus MC als ernstig verwijtbaar werd gezien. De werknemer daarentegen was van mening dat Erasmus MC ernstig verwijtbaar had gehandeld door onvoldoende beschermingsmiddelen te verstrekken tijdens de pandemie en de re-integratie niet goed te begeleiden.
De kantonrechter oordeelde dat beide partijen niet ernstig verwijtbaar hadden gehandeld, maar dat de arbeidsovereenkomst ontbonden moest worden vanwege de verstoorde verhoudingen. De kantonrechter wees een transitievergoeding van € 9.658,33 toe aan de werknemer, met de beslissing dat de proceskosten door beide partijen gedragen moesten worden. De ontbinding van de arbeidsovereenkomst werd per 1 april 2022 vastgesteld. De uitspraak benadrukt de complexiteit van arbeidsrelaties in de context van de COVID-19-pandemie en de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer in re-integratietrajecten.