Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 9 maanden met aftrek van voorarrest.
4..Waardering van het bewijs
“Ik gebruik deze kamer. In deze kamer mix ik”en
“alles wat in deze kamer ligt is van mij”. Voorts pakte hij zelf zakjes uit een bus, waarbij hij zei dat de inhoud deels cocaïne betrof. Op de vraag wat hij mixte verklaarde de verdachte ‘dit is mix en dit een klein beetje cocaïne’.
- de verdachte desgevraagd, niet tegenover de politie en niet ter zitting, concreet en verifieerbaar heeft verklaard over de herkomst van het geld,
- de verdachte zijn toezegging om nadere bewijzen te overhandigen niet is nagekomen,
- een andere aanwijzing die de stelling van de verdachte ondersteunt, ontbreekt in het dossier,
5..Strafbaarheid feiten
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11..Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
- verklaart verbeurd: een geldbedrag van € 21.750,- (omschrijving: G 6327783).