ECLI:NL:RBROT:2022:3987
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. F. Özer, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. W. Smith. Eiseres had een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) ingediend, welke door verweerder op 31 juli 2020 werd afgewezen. Verweerder stelde dat eiseres minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat door eiseres werd betwist. Eiseres voerde aan dat haar beperkingen niet correct waren vastgesteld en dat er meer medische klachten waren die niet in de beoordeling waren meegenomen. De rechtbank heeft de argumenten van eiseres zorgvuldig overwogen, maar kwam tot de conclusie dat de verzekeringsartsen van verweerder de medische situatie van eiseres correct hadden beoordeeld. De rechtbank oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren overgelegd die de conclusie van de verzekeringsarts konden ondermijnen. De rechtbank bevestigde dat de mate van arbeidsongeschiktheid van eiseres terecht op minder dan 35% was vastgesteld, en dat zij daarom niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering. Het beroep van eiseres werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.