ECLI:NL:RBROT:2022:3981

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 mei 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
9668591 / VZ VERZ 22-917
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ontruimingstermijn bedrijfsruimte ex artikel 7:230a BW

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 11 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn van een bedrijfsruimte, ingediend door [verzoeker] tegen Basic Fit Nederland B.V. Het verzoekschrift werd op 2 februari 2022 ingediend, met als doel de ontruimingstermijn te verlengen tot 8 maart 2023. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de belangen van [verzoeker] zwaarder wegen dan die van Basic Fit, die geen verweer heeft gevoerd tegen het verzoek. De kantonrechter heeft eerder, op 29 juni 2021, de ontruimingstermijn al verlengd tot 8 maart 2022. Nu de termijn opnieuw is aangevraagd, en gezien het feit dat Basic Fit geen verweer heeft gevoerd, heeft de kantonrechter besloten het verzoek toe te wijzen. De ontruimingsbescherming is verlengd voor de duur van één jaar, tot 8 maart 2023, en de proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9668591 / VZ VERZ 22-917
uitspraak: 11 mei 2022 (bij vervroeging)
beschikking ex artikel 7:230a van het Burgerlijk Wetboek van de kantonrechter, zitting houdende in Rotterdam,
inzake
[verzoeker]t.h.o.d.n.
[naam bedrijf],
wonende in [woonplaats] ,
verzoeker,
gemachtigde: mr. M. Shaaban te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Basic Fit Nederland B.V.t.h.o.d.n.
Basic Fit Rotterdam Sint Jobskade,
gevestigd in Rotterdam,
verweerster,
gemachtigde: mr. R.N.E. Visser te Amsterdam.
De partijen worden hierna ‘ [verzoeker] ’ en ‘Basic Fit’ genoemd.

1..Het verloop van de procedure

1.1.
Op 2 februari 2022 is op de griffie een verzoekschrift, met producties 1 tot en met 8, van [verzoeker] ontvangen.
1.2.
De kantonrechter heeft bij dagbepalingen van 14 maart 2022 aan partijen medegedeeld dat het verzoekschrift op 26 april 2022 tijdens een mondelinge behandeling zal worden behandeld.
1.3.
Bij e-mail van 24 maart 2022 heeft de gemachtigde van [verzoeker] de kantonrechter bericht dat [verzoeker] op 26 april 2022 is verhinderd om de mondelinge behandeling bij te wonen. Zij verzoekt de kantonrechter daarom om een andere zittingsdatum te bepalen.
1.4.
Bij brieven van 28 maart 2022 is aan partijen verzocht om hun verhinderdata op te geven, zodat een nieuwe zittingsdatum kan worden bepaald.
1.5.
Bij brief van 29 april 2022 heeft de gemachtigde van Basic Fit de kantonrechter bericht dat Basic Fit geen verweer zal voeren tegen het verzoekschrift van [verzoeker] .
1.6.
De kantonrechter heeft vervolgens bepaald dat deze beschikking vandaag bij vervroeging wordt uitgesproken.

2..De feiten

In het kader van de onderhavige procedure kan van de volgende vaststaande feiten worden uitgegaan.
2.1.
[verzoeker] drijft een onderneming waarmee hij zwemlessen verzorgt voor kinderen en volwassenen. Basic Fit is een fitnessketen met meerdere vestigingen.
2.2.
Sinds 1 juli 2017 huurt [verzoeker] van de rechtsvoorganger van Basic Fit, Fitland Mullerpier B.V. (hierna: Fitland), in de sportschool aan de Sint-Jobskade 142 in Rotterdam een zwembad (hierna: het gehuurde). Fitland huurde de sportschool van Stichting Havensteder.
2.3.
Basic Fit heeft in 2019 meerdere vestigingen van Fitland overgenomen, waaronder de sportschool. Op grond van een indeplaatsstellingsovereenkomst huurt Basic Fit per 1 juli 2019 de sportschool van Stichting Havensteder.
2.4.
Op 8 december 2020 heeft Basic Fit de overeenkomst met [verzoeker] opgezegd per 8 maart 2021. Bij brief van 27 januari 2021 is de ontruiming aangezegd tegen 8 maart 2021.
2.5.
Bij onder zaaknummer 9115510 VZ VERZ 21-4736 gewezen beschikking van 29 juni 2021 heeft de kantonrechter van de rechtbank Rotterdam, op verzoek van [verzoeker] , de termijn waarbinnen ontruiming van het gehuurde moet plaatsvinden verlengd voor de duur van één jaar en derhalve tot 8 maart 2022.

3..Het verzoek van [verzoeker] en het verweer van Basis Fit

3.1.
[verzoeker] verzoekt om bij beschikking, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, de termijn waarbinnen ontruiming van het gehuurde moet plaatsvinden te verlengen voor de duur van één jaar, derhalve tot 8 maart 2023, althans voor een door de kantonrechter in goede justitie te bepalen duur, met veroordeling van Basic Fit in de proceskosten.
3.2.
Aan zijn verzoek legt [verzoeker] - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag. De belangen van [verzoeker] worden door de ontruiming van het gehuurde ernstiger geschaad dan die van Basic Fit bij voortzetting van het gebruik van het gehuurde door [verzoeker] . Sterker nog, Basic Fit heeft er bovendien juist (financieel) belang bij dat het gehuurde door [verzoeker] wordt geëxploiteerd, aangezien zij geen blijk heeft gegeven van concrete plannen met het gehuurde. Tot slot is [verzoeker] voor zijn inkomen nog steeds volledig afhankelijk van het gebruik van het gehuurde. [verzoeker] beschikt niet over vervangende werkruimte.
3.3.
Basic Fit voert geen verweer.

4..De beoordeling

4.1.
Tussen partijen is niet in geschil dat het gehuurde kwalificeert als een gebouwde onroerende zaak in de zin van artikel 7:230a BW. De kantonrechter stelt dit ook vast.
4.2.
Op grond van artikel 7:230a lid 1 jo. lid 5 BW kan [verzoeker] de rechter verzoeken om de termijn waarbinnen ontruiming moet plaatsvinden te verlengen. Dat kan hij na een eerste verlenging vervolgens nog twee keer verzoeken, steeds uiterlijk een maand voor het verstrijken van de termijn.
4.3.
Aangezien de kantonrechter bij beschikking van 29 juni 2021 over de eerste verlenging heeft geoordeeld en de termijn waarbinnen ontruiming van het gehuurde moet plaatsvinden tot 8 maart 2022 heeft verlengd, moest [verzoeker] zijn verzoek uiterlijk op 8 februari 2022 indienen. [verzoeker] heeft zijn verzoek op 2 februari 2022 en dus tijdig ingediend.
4.4.
Basic Fit heeft het verzoek van [verzoeker] en hetgeen hij daaraan ten grondslag heeft gelegd niet weersproken. Op grond van de onweersproken gelaten stellingen van [verzoeker] is de kantonrechter van oordeel dat de belangen van [verzoeker] door de ontruiming van het gehuurde ernstiger worden geschaad dan die van Basic Fit bij voortzetting van het gebruik van het gehuurde door [verzoeker] . Het verzoek om verlenging van de ontruimingsbescherming zal daarom worden toegewezen.
4.5.
De ontruimingsbescherming zal, zoals verzocht, worden verlengd voor de duur van één jaar, derhalve tot 8 maart 2023.
4.6.
In de omstandigheden dat geen mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden en Basic Fit geen verweer heeft gevoerd, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
4.7.
Deze beschikking wordt, zoals gevorderd, uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verlengt de termijn waarbinnen ontruiming van het gehuurde moet plaatsvinden voor de duur van één jaar, derhalve tot 8 maart 2023;
5.2.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
5.3.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.4.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. A.J.L.M. van der Wildt en in het openbaar uitgesproken.
38671