ECLI:NL:RBROT:2022:394
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tussentijdse beëindiging van schuldsaneringsregeling wegens tekortkomingen in nakoming verplichtingen
Op 19 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de tussentijdse beëindiging van de schuldsaneringsregeling voor twee schuldenaars. De bewindvoerder had verzocht om beëindiging van de regeling, omdat er ernstige tekortkomingen waren in de nakoming van de verplichtingen door de schuldenaars. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaars niet voldaan hadden aan hun sollicitatieverplichting en dat er een boedelachterstand was van € 794,27. De schuldenaars waren opgeroepen voor een zitting, maar één van hen was niet verschenen. De rechtbank had eerder al gewezen op de tekortkomingen en de schuldenaars waren op de hoogte van hun verplichtingen. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaars toerekenbaar tekortgeschoten waren in de nakoming van hun verplichtingen en dat de schuldsaneringsregeling daarom beëindigd moest worden. De rechtbank stelde ook het salaris van de bewindvoerder vast, maar constateerde dat er geen baten beschikbaar waren om vorderingen te voldoen. De uitspraak werd gedaan door rechter J.C.A.T. Frima en griffier K. de Ridder, en is openbaar uitgesproken op 19 januari 2022.