Op 19 januari 2022 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die op 25 februari 2020 failliet was verklaard, een verzoekschrift heeft ingediend tot opheffing van zijn faillissement en gelijktijdig de toepassing van de schuldsaneringsregeling heeft verzocht. Tijdens de zitting op 17 januari 2022 zijn zowel verzoeker als de curator gehoord. De curator, mr. J.O. Bijloo, heeft in zijn advies en ter zitting positief geadviseerd over het omzettingsverzoek, waarbij hij aangaf dat verzoeker in staat is om zijn verplichtingen vanuit de schuldsaneringsregeling na te komen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen verificatievergadering heeft plaatsgevonden en dat het faillissement niet op eigen aangifte is uitgesproken. Verzoeker heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat hij niet eerder een verzoek tot toelating tot de schuldsaneringsregeling heeft kunnen indienen door omstandigheden die hem niet te verwijten zijn. De rechtbank concludeert dat verzoeker ontvankelijk is in zijn verzoek en dat hij de verplichtingen die voortvloeien uit de schuldsaneringsregeling goed zal nakomen, mede door de ondersteuning van zijn schuldhulpverlener. De rechtbank heeft het verzoek tot opheffing van het faillissement toegewezen en de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken. Tevens zijn de kosten van de curator vastgesteld en zijn de benoemingen van de rechter-commissaris en bewindvoerder gedaan.